Hoofdstuk 1
PROLOOG
Het ooit zo vredige Atalan is veranderd in een grimmig gewest met de komst van de Antyllie. Na een bloederige strijd probeert iedereen zich wanhopig te herstellen van al het leed. Scarlett en Char trachten krampachtig nog enigszins normaal te kunnen leven; maar nadat hun vroegere dorp in de fik wordt gestoken, merken ze maar al te goed hoe meedogenloos de vijand is. Samen met het vreemde meisje Joshua proberen ze er iets tegen de dictators van het land te doen, en het onvermijdelijke gebeurd: de oorlog is begonnen.
Het ooit zo vredige Atalan is veranderd in een grimmig gewest met de komst van de Antyllie. Na een bloederige strijd probeert iedereen zich wanhopig te herstellen van al het leed. Scarlett en Char trachten krampachtig nog enigszins normaal te kunnen leven; maar nadat hun vroegere dorp in de fik wordt gestoken, merken ze maar al te goed hoe meedogenloos de vijand is. Samen met het vreemde meisje Joshua proberen ze er iets tegen de dictators van het land te doen, en het onvermijdelijke gebeurd: de oorlog is begonnen.
Hoofdstuk 1
Raak schieten hè,'fluister ik zenuwachtig. 'Jaja.' Er verschijnt een geconcentreerde rimpel op Chars voorhoofd. 'Mis! Enorme oenemeloen!,'sis ik hard. Te hard. De man kijkt op, met de pijl in zijn handen. Ik doe mijn mond open om weer wat de zeggen, maar Char is me voor. 'Kop dicht.' Ik zend een schietgebedje naar mijn dodeouders en kijk dan bevreesd naar beneden. De man kijkt ons aan met een mengeling van verbazing en doodsangst. Zo kijken ze allemaal, als ze twee meisjes in een boom ontdekken die een pijl en boog op hen richten. Char laat de pijl los. Voordat ons slachtoffer weet wat hem overkomt, is hij al dood. We klimmen naar beneden en mijn opluchting komt eruit als woede. 'Je weet wat er was gebeurd als je hem niet had geraakt hè?' 'Jezus, Scarlett, dat weet ik heus wel. Hou je kop dus, en onderzoek die gast.' Ze weet dat ze mijn woede-uitbarstingen niet serieus moet nemen. Ze weet dat ik net zo'n grondige hekel heb aan die indringers, die moordenaars. Chars ouders zijn ook vermoord door de Antylies. Eigenlijk heet ze Charlie, maar Char is wel zo makkelijk. Lekker kort. De man heeft blijkbaar niet veel bruikbaars bij zich. 'Rip z'n kleren maar,'zeg ik tegen Char. Ze steekt haar mes tussen zijn kleren er snijdt z'n t-shirt los. Niets. 'Wacht even Scar. De schacht is beschadigd. Hij moet ergens op zijn afgeketst.' Dus daarom miste Char. We doorzoeken zijn kleren en vinden een ketting met een gouden medaillon. Het is prachtig. Maar de afbeelding wat minder. Ik kan duidelijk de slaven zien. Daarboven staat een gespierde man. Een Antylie. Overduidelijk. Het maakt me alleen maar bozer. Dat deze vent gewoon zo arrogant was om zoiets te dragen. Het is mooi dat 'ie nu dood is. Ik kijk naar Char en zie aan haar verbeten gezicht dat ze hetzelfde denkt als ik. Langzaam staan we op. Opeens ben ik heel erg moe. Ondanks dat ik de hele dag in de boom heb gezeten, loerend op Antylie die ik de keel kon doorsnijden, en dat kost dus meer energie dan ik dacht. Ik kijk weer naar Char. Ze staat doodstil. Meteen voel ik aan dat er iets mis is. Een takje breekt. Het klinkt onschuldig, maar na al die jaren in het bos herken ik het geluid. Indringers! Ik zet het op een rennen. Char heeft hetzelfde gedacht en schiet vooruit. Terug naar onze basis kan niet,daar hangen de vreemdelingen rond. We hebben er nooit aan gedacht om een paar noodplekken te zoeken, en dat ons nu duur te staan. Wanhopig kijk ik om me heen, op zoek naar een goede schuilplaats, maar ik zie er geen een. Doorrennen dan maar. Naar het dorp ook is geen optie, het is bezet door de Antyllie en we kunnen alleen 's nachts terecht, als de vijand ons overlaat aan de wilde beesten. Plotseling bedenk ik dat ons slachtoffer waarschijnlijk niet in z'n eentje was. Antyllie lopen vaak in groepen, nog een reden voor mij om ze te verafschuwen. De rest van de groep zal het lijk nu wel vinden en na een kort moment van razernij de dader proberen op te sporen. Naast me hoor ik Char hijgen. Ze is het rennen niet gewend en begint achterop te raken. Het zal noodzakelijk worden om te stoppen als ik Char niet wil kwijtraken aan die bruten. Op dat moment zie ik een geschikte boom. Ik gebaar naar Char die onmiddellijk reageert. Ik zit als eerste bovenin en probeer als eerste onze plek te camoufleren. Tegen de tijd dat Char eindelijk boven is heb ik mezelf al geïnstalleerd met pijl en boog op scherp. Binnen mijn bereik hangt het mes van mijn vader, klaar om een dodelijke steek uit te delen. Gespannen wachten we op wat er gaat komen.
Reageer (1)
wow echt goed verhaal!
1 decennium geledenga er mee naar de uitgever!!!