16, Lynna Clearway.
"Lynna?" In één seconde wordt ik terug gezogen naar de aarde, waar Zeph me hoopvol aankijkt. "Hm, wat is er?" Nadat ik de woorden uitgesproken heb, verandert zijn uitdrukking. "Ik vroeg je of je een keertje met me uit wil gaan. Als je niet te veel met die andere gozer in je hoofd zit, natuurlijk." Het schaamrood verspreidt zich over mijn gezicht. "Het spijt me." Zeph haalt zijn schouders op. "Doesn"t matter. Ik hoop voor jou dat het wat wordt." Hij schenkt me nog een miniscuul glimlachje en loopt weg. "Goed gedaan, Lynna", mompel ik in mezelf. Een zucht verlaat mijn mond en wankelend sta ik op.
"Hé, Lynna!" Drue komt op me afgelopen. "Ik moet weg, ga je mee of blijf je hier?" De woorden dringen pas laat tot me door en verdwaasd knik ik. "Ik ga met je mee. Veel plezier zal ik toch niet meer beleven." Mijn beste vriend schenkt me een bezorgde blik, die ik wegveeg. "In de auto." Drue knikt en begeleidt me dan naar buiten. De warmte binnenin zijn auto zorgt voor een goed gevoel en mijn mondhoeken krullen zachtjes omhoog. "Dus, vertel." Met stille muziek op de achtergrond vertel ik mijn verhaal. Hoe ik met Zeph naar buiten ging, hoe hij me wat wou vragen, hoe betoverd ik was door de mysterieuze Liam en hoe Zeph uiteindelijk afdroop. "Oké ... dat had ik niet verwacht." Drue kan het niet laten om te lachen en stompt me tegen mijn arm. "Auw! Wat had je dan gedacht? Een hete stoeipartij met Zeph die slecht uitliep? Hell no."
"Take care, Clearway." Drue plant zijn lippen zorgzaam op mijn wang, waarna hij de oprit afloopt. Ik zwaai hem nog even na en verdwijn dan uit het zicht. Mijn voeten slepen me rechtstreeks naar mijn kamer en zuchtend plof ik neer op mijn bed. Het zachte donsdeken onder me bezorgt me een slaperig gevoel. Met mijn gedachten bij mijn warme bedje kleed ik me uit en glijd ik onder de dekens. Mijn ogen sluiten zich direct en nemen me mee naar het onbekende.
"April!" Stilte. "April!" Niets. "Hoe lang kan een mens slapen?" Een geïrriteerde zucht verlaat mijn mond en snel loop ik de trap op. Mijn hand bonkt hard op de deur die naar April's kamer leidt. "April!" Mijn vingers sluiten zich om de klink en duwen hem naar beneden. Wat ik daar aantref, had ik liever niet gezien. Een leeg bed.
"Net nu ik haar nodig heb, is ze er niet. Geweldig." Mijn plan om te weten te komen wie die Liam is, valt in duigen. Want, als er één iemand is die iedereen kent, dan is het mijn zusje wel.
Dank je voor jullie geduld (:
Reageer (1)
Super Mooi!
1 decennium geledenX