[022]
Isaiah Timber
‘Hey,’ antwoordt ik. Een korte blik opzij leert me dat hij naar me zit te staren. Hij lijkt alle lijnen van mijn getinte gezicht te volgen. Van mijn ogen, langs mijn kaak naar het kuiltje in mijn kin en weer naar mijn ogen.
Dan draait hij zich naar me toe. Uit automatisme draai ik ook met mijn gezicht naar hem. We staren even in elkaars ogen. Zijn smeulende kijkers haakten zich vast in de mijne. Zonder zijn blik los te maken, tilt hij zachtjes zijn hand op.
Voorzichtig buigt zijn lichaam naar voren en het laatste stukje ruimte tussen ons in werd overbrugt door zijn gestrekte arm. De elektrische spanning tussen ons neemt toe. Als zijn hand nog maar een paar centimeter van me vandaan is trilt de lucht er gewoon door.
Zijn vingertoppen bereiken als eerste mijn wang. Hij buigt nog iets verder naar voren zodat zijn hele hand om mijn gezicht gekromd wordt. Het voelt fijn. Mijn oogleden zakken en mijn hand plaats ik op de zijne. In de hoop hem daar voor eeuwig te houden.
Tik. Tik. Tik. Regen.
Vanaf de veranda kijk ik naar de weg. Daar spat de regen in miljoenen druppeltjes uiteen. Ik zucht. De regen haalde me uit gedachten.Paul kijkt nieuwsgierig naar me als ik opsta. Mijn hand strek ik naar hem uit. Hij pakt hem vast en vervlecht onze vingers. Hij loopt achter me aan naar binnen. Leunend tegen de deurpost van de keuken zoekt ik Elan tussen de andere jongens. Net op het moment dat ik hem gevonden heb, kijkt hij ook mijn kant op.
‘Ik ga naar huis, mijn huiswerk moet nog gedaan worden en pap komt zo thuis.’ Een kneepje in mijn hand toont Pauls ongenoegen. Elan lijkt even in een dilemma. Met mij mee naar huis of hier blijven met zijn vrienden? Terwijl hij nadenkt, bijt hij op zijn lip.
‘Laat maar, ik ga wel alleen,’ zijn de verlossende woorden die uit mijn mond komen. Halfslachtig protesteert hij. Kim komt nog even op me af om me te omhelzen. ‘Zal ik anders met jou mee naar huis?’ vraagt ze opgewekt. ‘Ja, is goed! Kunnen we samen spaghetti maken,’ grinnik ik. Mijn sarcasme is duidelijk hoorbaar. ‘Dat kan ik echt wel hoor!’ probeert ze me te overtuigen en ze steekt haar tong naar me uit. Alle jongens, behalve Jared –die grinnikt alleen-, barsten in lachen uit. Kim kijkt beledigd om naar hen en trekt me achter haar aan naar de gang. Als ik langs Paul kom, drukt hij even een kus op mijn wang. Mijn wangen worden langzaam rood en giechelend trekt Kim me het huis uit.
Lachend lopen we over straat. De regen doet ons doorweken maar het is toch al te laat om te schuilen. ‘Rain down on me!’ zingen we mee met de muziek die uit Kims mobiel schalt.
Reageer (3)
haat aan regen!!!!!
1 decennium geledensnel verder
Snelverder!
1 decennium geledenSpaghetti (:
1 decennium geleden