12. The secrets of night
Overal in de grote zaal hangen al versieringen en leuke voorwerpen voor morgenochtend. Net als we enkele passen de grote zaal zijn ingelopen, gaat ergens achteraan een houten deur open. We verstoppen ons allemaal snel onder tafels of achter muren, zodat diegene die binnenkomt ons zeker niet zal opmerken. Een kleine huis-elf met een stoffen kleedje aan komt de zaal ingelopen met een grote kom vol zoetigheid. “Dobby?!” De oren van het elfje spitsen zich wanneer hij zijn naam hoort en draait zich automatisch van waar het geluid zich geproduceerd heeft. “Meester!” De huis-elf komt op ons afgelopen en Harry omhelst hem vriendelijk. Ondertussen waren we al vanonder de tafels en vanachter de muren uitgekomen. Dobby trekt Harry mee naar de houten deur achterin en logischer wijze volgen we hen beide. De keuken zit vol van de huis-elfen die aan het kuisen zijn of rond ons komen staan wanneer we goed en wel de kamer binnen zijn. “Dobby, heb je hier niets meer te eten liggen.” Ron voelt aan zijn maag terwijl die luid begint te knorren. Dobby zegt iets tegen de anderen die onmiddellijk in actie schieten en potten en pannen op het vuur zetten. Nog geen vijf minuten later staat er al een overheerlijke maaltijd op Ron - en zeker nog genoeg over voor ons - te wachten. Iedereen smult van al het lekkere eten en laat nog wat over voor de huis-elfen, die normaal niets van dat mogen hebben. “Eten jullie dat maar op. Het is zonde om het weg te gooien.” Hermelien zet zich op haar hurk neer en neemt enkele elfen hun kleine handen vast. “IJskoud” constateert ze. Na ongeveer een half à anderhalf uur, beslissen we om weer terug te gaan. Het is al behoorlijk laat en we moeten morgen vroeg op.
Hermelien loopt voorop, maar blijft enkele meter verder - voor de kachel - staan en bukt weer om bij een gewikkeld deken te gaan zitten. “Wat is er Hermelien.” Ze kijkt me met glazige ogen aan en wrijft dan over het weinige hoofd dat boven het deken uitsteekt. “Een mishandelde huis-elf.” “Dobby, hoe is dat zo gekomen?” “Alkiny werkte niet goed door volgens Meneer Malfidus en hij heeft haar daarvoor geslagen.” “En Perkamentus stemde daar mee in?!” Mijn stem schoot torenhoog de lucht in en sloeg enkele keren over. “Nee, Meneer Malfidus heeft een zware straf gekregen. Perkamentus zorgt goed voor ons en behandelt ons naar behoren.” Ik knik goedkeuren en was blij met wat ik te horen kreeg. Ik had eigenlijk nooit mogen twijfelen aan de goede wil van Perkamentus. “Het spijt me om het onderonsje te verstoren, maar we moeten echt gaan.” Ron staat al in de geopende deur en laat ons allemaal door. “Tot nog eens Dobby.” Ik schud hem een hand en zie dat Hermelien nog even beteuterd bij Alkiny blijft staan. “Tot nog eens.” Ze wrijft nog eens over haar breekbare hoofd en loopt dan met ons mee, terug naar de slaapzaal.
“Slaapwel dames.” “Slaapwel.” Hermelien en Ron lopen al naar de slaapzalen, waardoor ik en Harry alleen achterblijven. “Is wat je ziet interessant?” Hij begint te blozen en maakt aanstalten om ook te vertrekken. “Nee, wacht. Ik maakte maar een grapje.” Nog voor Harry zich weer om kan draaien, loop ik naar hem toe en is mijn gezicht op enkele centimeters van het zijne. "Moet je wat?" Zijn nep arrogante toon doet me huiveren, maar ik vind het wel leuk als hij probeert net als Draco te doen - en hem belachelijk probeert te maken. Wat niet echt lijkt te lukken. Mijn mondhoeken krullen zich naar boven, waarna ik hem een zachte, snelle kus op zijn lippen druk. “Dat was er.” Hij lacht en laat zijn duim over mijn handpalm wrijven. “Slaapwel.” We lopen beiden de andere kant uit en kruipen dan - met een heerlijk gevoel - in bed.
Hermelien loopt voorop, maar blijft enkele meter verder - voor de kachel - staan en bukt weer om bij een gewikkeld deken te gaan zitten. “Wat is er Hermelien.” Ze kijkt me met glazige ogen aan en wrijft dan over het weinige hoofd dat boven het deken uitsteekt. “Een mishandelde huis-elf.” “Dobby, hoe is dat zo gekomen?” “Alkiny werkte niet goed door volgens Meneer Malfidus en hij heeft haar daarvoor geslagen.” “En Perkamentus stemde daar mee in?!” Mijn stem schoot torenhoog de lucht in en sloeg enkele keren over. “Nee, Meneer Malfidus heeft een zware straf gekregen. Perkamentus zorgt goed voor ons en behandelt ons naar behoren.” Ik knik goedkeuren en was blij met wat ik te horen kreeg. Ik had eigenlijk nooit mogen twijfelen aan de goede wil van Perkamentus. “Het spijt me om het onderonsje te verstoren, maar we moeten echt gaan.” Ron staat al in de geopende deur en laat ons allemaal door. “Tot nog eens Dobby.” Ik schud hem een hand en zie dat Hermelien nog even beteuterd bij Alkiny blijft staan. “Tot nog eens.” Ze wrijft nog eens over haar breekbare hoofd en loopt dan met ons mee, terug naar de slaapzaal.
“Slaapwel dames.” “Slaapwel.” Hermelien en Ron lopen al naar de slaapzalen, waardoor ik en Harry alleen achterblijven. “Is wat je ziet interessant?” Hij begint te blozen en maakt aanstalten om ook te vertrekken. “Nee, wacht. Ik maakte maar een grapje.” Nog voor Harry zich weer om kan draaien, loop ik naar hem toe en is mijn gezicht op enkele centimeters van het zijne. "Moet je wat?" Zijn nep arrogante toon doet me huiveren, maar ik vind het wel leuk als hij probeert net als Draco te doen - en hem belachelijk probeert te maken. Wat niet echt lijkt te lukken. Mijn mondhoeken krullen zich naar boven, waarna ik hem een zachte, snelle kus op zijn lippen druk. “Dat was er.” Hij lacht en laat zijn duim over mijn handpalm wrijven. “Slaapwel.” We lopen beiden de andere kant uit en kruipen dan - met een heerlijk gevoel - in bed.
Er zijn nog geen reacties.