Foto bij De Ontdekking van een ontsnapping.

Ik vloog een stukje door de lucht en greep het gaas vast. Mijn benen schoten over het scherpe randje en ik voelde hoe mijn bovenste stukje vel weggeschraapt werd. Tranen schoten in mijn ogen van de pijn. Maar ik negeerde het. Ik was zo dichtbij! Ik hees mezelf over het gaas en sprong aan de andere kant naar beneden. Weer tintelde mijn voeten pijnlijk. Dus bleef ik even zitten, met mijn rug tegen de muur. Het was nog best wel koud en het enige wat ik aan had was een driekwart broek en een topje met een vest.
Na een poosje stond ik weer op, mijn voeten protesteerde nog even, maar ik negeerde het. Mijn benen prikten van de schaafwonden, maar ik liep gewoon door. Ik moest en zou Harry vinden. Ik liep langs de muur naar voren. En inderdaad, zoals Harry had gezegd stonden er overal borden met ‘Verboden Toegang’. Het maakte me weer boos, sneller liep ik langs de muur tot ik bij de straat kwam. De grijze straat die ik had gezien vanuit het wc raampje. Ik keek op het horloge. Het was half 8. Zoekend keek ik rond. Er stonden zo veel huizen. Opeens kwam er veel lawaai van achteren. Een soort getoeter en gebrom. Een raar voertuig kwam op me af rijden. Het leek op paard en wagen, maar dan zonder paard en met een dichte wagen. En het maakte verschrikkelijk veel herrie.
Snel sprong ik aan de kant. Mijn hart klopte razendsnel en het duizelde me een beetje. Zo veel huizen en er liepen mensen over de straat. Van die rare wagens reden rond. En waar in godsnaam woonde Harry? Hoe had ik zo stom kunnen zijn om weg te lopen? Ik zou Harry hier nooit vinden. Het was zo groot en zo veel mensen. En ook jongens. Zoekend naar hulp en steun keek ik om me heen. Maar iedereen liep door.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen