Hoofdstuk 1: Kees verveelt zich

Ik ben Kees. Ik ben een steen, en ik heb niks steenigs te doen. Ik ga misschien wel een katsteen kopen,maar dan moet ik hem wel steenkattenvoer geven, en daar heb ik geen steengeld voor. Ik ben forever alone steen, maar misschien wil ik wel steenkinderen hebben. Maar dan moet ik wel een steenpartner hebben. Mijn huis is een doos van stenen. En als ik een steenpartner heb met steenkinderen is er geen plaats voor mijn stenencollectie. En als ik een steenpartner heb moet ik gaan trouwen maar daar heb ik niet genoeg steengeld voor. Misschien moet ik mijn stenenhuis vergroten, maar dan moet ik wel stenen stelen bij mijn buurman die koos heet. Of kan naar het strand kleine stenen pakken. Maar daar ben ik te steen lui voor. Dan ga ik maar naar de Jumbo een stenenballon stelen (en stenenkaas, met gaatjes!). Opeens ben ik boos, en gooi ik een steen naar mijn buurman koos. Hij is ook vriendloos, net als ik. Misschien wil ik wel vrienden met hem worden. Laten we het hem vragen. O,nee, hij is dood, hij is doormidden door de steen die ik op hem gooide. Weet je wat, ik ga toch naar het strand.