Foto bij Chapter 5.1 - Tear

Lololol, het faalt zo hard. Sorry dat het zo lang duurde trouwens, ik had het te druk om dingen over te typen. Heb wel heel veel vooruitgeschreven (in agenda en schetsblok), dus jullie kunnen binnenkort een hoop hoofdstukjes verwachten ;D
Alvast een extra lange om het goed te maken (:

De deur vloog open waarop ze naar adem snakte. Daar stonden de twee engste mensen die ze ooit had gezien, haar vader meegerekend. Ze voldeden precies aan het beeld dat ze Lilly had voorgeschoteld, inclusief het glazen oog. Shit.
"Wel wel wel..." Hun ogen gleden van de stok in haar hand naar haar gezicht en weer terug. "Ik zou dat maar neerleggen, meisje. We willen niet dat er iemand gewond raakt, wel?"
"Oh, jawel," zei ze dapper. "Achteruit." Haar handen klemden zich zo stevig om het hout dat haar knokkels wit werden.
"Eens even denken..." Gemene grijns. Ze gingen niet terug, maar liepen juist op haar af. Beverig zette ze een stap achteruit. En nog een. En nog een. Tot ze met haar rug tegen de muur stond.
"Ik heb jullie gewaarschuwd," zei ze en ze sloeg zo hard als ze kon. Het glazen oog van de ene man viel eruit, suisde op de grond af, stuiterde even en rolde tenslotte tot vlak voor haar voeten. Yegh.
Ze kreeg braakneigingen en keek snel naar de andere man, degene die had gesproken. Hij was klein en dik. Vanuit haar ooghoeken zag ze de ander ontsteld naar het oog duiken en plots kreeg ze een idee. Ze dook razendsnel naar de grond en raapte het op voor de piraat dat kon doen, terwijl ze probeerde niet te huiveren bij de griezelige aanblik van het oog, dat haar kil aanstaarde.
Schijnbaar onbewogen hield ze haar stuk hout erboven. "Één beweging en dit oog gaat eraan."
"Ni-niet doen," stotterde de lange, van wie het oog afkomstig was. "G-geef terug!"
"Alleen als jullie weggaan."
"Hoe wou je het teruggeven als wij al weg zijn?" wilde de dikke weten.
"Oh, ik gooi het wel achter jullie aan," antwoordde ze met een geforceerde grijns. In werkelijkheid bonkte haar hart in haar keel en was haar lichaam verstijfd van angst. Ze was ervan overtuigd dat de piraten het konden ruiken.
De oogbezitter deed een stap achteruit. "K-kom mee," smeekte hij de ander. Zenuwachtig staarde hij naar het voorwerp in haar hand. Zij op haar beurt keek vol afschuw naar de lege kas in zijn hoofd. In wat voor nachtmerrie was ze toch terechtgekomen?
Ze was zo afgeleid door de afschrikwekkende aanblik dat ze niet in de gaten had dat de dikke nog een stap dichterbij was gekomen. Voor ze het wist, had hij het hout uit haar hand geslagen en kletterde die stok met veel kabaal op de grond.
Ze staarde ernaar, vervuld van ontzetting. "Oh-oh."
"Zo, gevaar is geweken." Hij griste de -glazen! Ze moest niet vergeten dat hij van glas was!- oogbal uit haar hand en gooide hem naar de lange.
"D-d-dank je." Er klonk een ploppend geluid toen hij zijn verloren lichaamsdeel -nep! nep!- weer aanbracht.
"En jij..." De kleine greep haar arm. "Komt gezellig met ons mee. Ik denk dat de kapitein jou wel interessant gaat vinden."

"Laat me LOS!"
Wild schopte ze om zich heen toen ze het dek op gesleept werd. Haar nagels schraapten langs vuile huid, haar kaken hapten in stof. De twee piraten die haar vasthielden hadden de grootste moeite haar in bedwang te houden.
"Huisdieren zijn niet toegestaan op de Black Pearl."
De spottende stem deed haar haar verzet even staken en ze keek in de richting waar hij vandaan kwam. Daar stond een man met zijn rug naar haar toe, een klein, bruin aapje op zijn schouder. De imposante hoed in combinatie met zijn gezaghebbende toon verraadden dat hij de kapitein was. Ze begreep echter niets van wat hij zei.
"Huisdieren?" vroeg de dikke piraat niet-begrijpend.
"En J-j-jack d-dan?" stamelde de ander.
"Huisdieren, ja. Als ik me niet vergis, hebben jullie toch een katje meegenomen?"
Even keken ze elkaar dom aan. Toen barstten alle piraten in luid gebulder uit. Misselijkheid borrelde in haar op toen alle hoofden zich naar haar draaiden. Ogen begerig over haar lichaam gleden. Eindelijk begreep ze wat Lilly met haar laatste opmerking had bedoeld. Lustig...
"Ja, en ik wilde dat ik dat niet gedaan had," zei de dikke toen zuur, zuigend op een schram die ze hem had toegebracht.
"I-inderdaad!" Glazen Oog bracht even zijn hand naar zijn gezicht en keek sip.
"We zullen zien..." De kapitein draaide zich langzaam om.
In spanning wachtte ze op het moment dat ze zijn gezicht zou zien... Nog heel even...
Maar net op het moment dat ze het zou zien, veranderde hij. Gelaatstrekken versmolten en ogen veranderden van kleur. De uitdrukking veranderde van tevreden en triomfantelijk naar bezorgd.

"Marin?
Marin!
Gaat het wel?"
De wereld schudde als bij een aardbeving. Na een tijdje besefte ze dat het niet de wereld was die schudde, maar zijzelf. Ruwe handen schudden aan haar schouders, tot ze wakker werd uit haar visioen.
Jack. Het gezicht van de kapitein veranderde in dat van Jack.
"Ja... Het gaat wel..."
Opgeluchte ogen. Ze had niet gedacht dat hij zich zo druk om haar zou maken. Ach, het stelde niks voor. Zij zou zich ook zorgen maken als iemand voor haar opeens in zou storten en niet reageerde op haar woorden. Wie het dan ook was.
"Wat gebeurde er nou zone-"
"Weet ik niet," onderbrak ze hem. Wankelend draaide ze zich om en begon te rennen, sneller, sneller. "Ik weet het niet...!"
"Marin, wacht!"
Mooi dat ze dat niet ging doen.

Reageer (2)

  • xDesire

    Verder! <3

    1 decennium geleden
  • Louriox

    Meer flashbacks ;3
    Al heb ik zo'n vermoeden dat ik weet wat er is gebeurd...

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen