Hoofdstuk 3.4
Hoe langer ik staarde, hoe meer vormen ik in het vuur begon te zien. Het ene moment zag ik een bloem, dan weer een draak, soms een gewone toverstok. Opeens trok een vreemde vorm in het vuur mijn aandacht. Ik kon er geen vorm in zien, maar het was wel erg duidelijk. Volgens mij werd ik moe, want het leek net alsof de vorm naar me toe kwam. Ik knipperde even met mijn ogen. Verbaasd merkte ik dat de vorm nog steeds naar me toe kwam. Het was vlak bij me. Ik voelde nu ook de hitte ervan. Geschokken sperde ik mijn ogen wijdopen en sprong op. 'RENNEN!' gilde ik. Nu zag ook Daniel het vuur. Terwijl ik de leerlingenkamer doorrende, en me verstopte achter een kast, zag ik in flitsen van kleur Daniel de slaapzaal binnenrennen. Waar het vuur was, wist ik niet. Ik dacht dat het weg was, of liever gezegd, ik hoopte het. Ik wachtte nog een tijdje, maar er gebeurde niets. Ik haalde diep adem, alvorens ik aarzelend een klein stukje achter de kast vandaan kwam.
Daniel was in de slaapzaal en had de deur snel achter zich dichtgegooid. Hijgend keek hij rond. Hij pakte een stoel en duwde die onder de klink. Hij wist best dat het vuur zich er niet zou door laten tegenhouden, moest het hem aanvallen. Maar het viel hem niet aan, het viel-
'Miloney!' schreeuwde hij opeens. Zo vlug hij kon gooide hij de stoel opzij en rende de leerlingenkamer in. Snel ademend keek hij rond. Waar was ze? Voorzichtig keek hij of dat vreemde vuurachtige ding nergens te bekennen was. Behoedzaam spiedde zijn blik door de kamer, tot die op eens bleef haperen. Daar, vlakbij de kast, lag ze roerloos op de grond.
'R-Renerva-tio...'
Ik opende mijn ogen een klein stukje. Vaag zag ik een gestalte boven me, die zijn toverstok in zijn hand hield. Hij liet het ding zakken en staarde me bezorgd aan.
Ik merkte nu pas dat ik op de grond lag. Een lok haar lag over mijn gezicht. Ik streek hem opzij. Nu kon ik veel beter de persoon voor me zien.
'Daniel?' vroeg ik. Ik hoorde hoe hij opgelucht zijn adem liet ontsnappen. Ik glimlachte, en ging rechtop zitten. Een steek van pijn ging opeens door mijn hoofd. 'Auw...' kreunde ik zacht en ik hield mijn hand ertegen.
'Gaat het?' vroeg Daniel. Ik knikte langzaam. Ik liet mijn hand zakken en keek hem aan.
Opeens werden zijn ogen geschokt groot. 'J...Je o..ogen...' stotterde hij terwijl hij trillend naar mijn gezicht wees. 'R...Rood...'
Ik keek hem vragend aan. Hij pakte zijn toverstok terug en zei: 'Accio spiegeltje!' Een klein spiegeltje kwam aangevlogen en belandde in zijn hand. 'Hier.' Hij gaf het ding aan mij. Ik pakte het haastig aan en keek erin.
Even dacht ik dat de spiegel behekst ofzoiets was. Ik zag niet mijn eigen, helderblauwe ogen, maar een paar vuurrode ogen die geschokt terugkeken.
Er zijn nog geen reacties.