Hoofdstuk 1.
Lachend lopen we door de straten, soms botst ik tegen iemand aan ja wat wil je als ik in een grote stad ben.
"Jij moet me dadelijk wel fotograferen bij het water." Lachend kijk ik haar aan, "Ja tuurlijk." We lopen nu al een kwartier en ik zie nog geen mooi plekje, nieuwsgierig kijk ik om me heen, wat een boel mensen in verschillende stijlen, het verbaast me.
Het word zacht onder mijn schoenen, Laar rent snel naar een plek bij het water. Ze lacht roepend naar me " Dit vindt ik nou mooi, jij ook?" Ik pak mijn fototoestel, "Ja, heel mooi." Ze doet een pose, en ondertussen klik ik zo snel mogelijk op het knopje, en weer, en weer, "Nu weet ik niks meer, jij moet mij dingen zeggen, als je dit wilt gaan doen moet jij dit ook kunnen." "Oke," zeg ik lachend, Doe een stap opzij, zodat je met je linkerbeen tegen de boom aanstaat, de rechterhand in je zij, en de andere tegen je gezicht, je vingers wat gebogen, en Lachen.Ze doet wat ik zeg, en Laar staat er prachtig op, Nu pak je de boom vast, en je linkervoet net niet tegen je kont, Weer staat ze er prachtig op, mensen kijken, "Mooi" roepen een paar voorbij gangers.
Inmiddels heb ik er genoeg, elke keer volgde ze mijn instructie's op, sommige mensen bleven kijken, maar deze vielen me echt op, een vrouw ongeveer 50 liet me schrikken haar gezicht had z'n bekend gezicht, en een man die haar stond herkende ik niet, maar ze lachte, ik lachte terug, en ik ging zitten tegen de boom, even een boterham.
<33
Er zijn nog geen reacties.