(12) Back to the light

Toen ik uit de badkamer kwam, hoorde ik een auto oprijden. De enige mogelijke optie; Jojo. Toen ik beneden aan de trap stond, kwam hij binnen. Ik glimlachte naar hem. 'Beter?' vroeg hij. Ik knikte. ik draaide me om zodat ik naar binnen kon gaan, maar in plaats dan door te lopen bleef ik staan. Ik had iets gezien dat om mijn aandacht leek te smeken, een foto. Bill had me de eerste dag hier was gezegd wie het was, toen had ik er een tijdje naar zitten kijken, had ik hem en Tom vergeleken met de vrouw op de foto. Nu kon ik alleen maar staren. Dat gezicht..die blauwe ogen.. die glimlach die ik slechts heel even had kunnen zien. Ik slaakte een korte gil en mijn knieën begaven het. Blijkbaar wist Jojo perfect wat er aan de hand was, was dat hetgene dat hij was gaan uitzoeken. terwijl ik daar zat, klapte hij meteen de foto tegen de kast zodat ik haar gezicht niet kon zien. Daarna stak hij zijn hand uit om me recht te helpen. De andere jongens en Sarah kwamen de gang ingestormd, gealarmeerd door mijn gegil. 'Wat is er?' vroeg Tom geschrokken. 'NIets, ze is gewoon uitgegleden.' zei Jojo glimlachend. 'gelukkig maar.' zei Sarah. Zij wist even goed als ik dat Jojo loog, maar zij wist niet waarom. jojo hielp me naar binnen, terwijl ik naar binnen ging, hoorde ik Bill mompelen. 'Hé, mam, waarom lig jij met je neus tegen de kast?' Ik probeerde het zoveel mogelijk te negeren. Toen wij drie geen enkel moment alleen kregen, kon Jojo niet langer wachten en begon in het Nederlands -waar de andere 4 niets van konden- vragen te stellen. 'Wanneer ga je het hen vertellen?' vroeg hij. Sarah keek ons verbaast aan. 'Wat bedoel je?' vroeg ze zacht. 'Die foto in de gang, dat is de moeder van B en T, hé?' vroeg jojo Sarah en ik knikten. 'En toevallig was het die vrouw die bij jou de deur opendeed.' zei jojo. Ik knikte weer. 'Bedoel je dat...?' vroeg Sarah geschrokken. '102% zeker.' zei Jojo zacht. 'Ik wist het.' siste Sarah. ik negeerde haar. Tom kwam erbij zitten. 'Gaan jullie associaal blijven doen?' vroeg Tom lachend. Ik schudde mijn hoofd. 'Het doet er niet toe.' zei ik glimlachend.