07 # First Step
Ik loop het café uit en zie tot mijn geluk meteen al een van de mensen die ik zocht. De blonde jongen van de eerste dag loopt richting de ingang van het café als ik per ongeluk tegen hem aanbots. Ik zet mijn onschuldige blik op en kijk hem bezorgd aan.
'Sorry, ik... ik zat met mijn gedachte ergens anders', zeg ik. Ik laat mijn blik even afdwalen naar het bos, voordat ik ze weer naar de bruine ogen van de jongen wendt.
'Maakt niet uit', zegt hij. Hij laat zijn blik even over mijn gezicht gaan en vraagt dan of alles wel goed is.
'Jaa... Het is gewoon... Nee, laat maar. Alsof je zit te wachten op de zorgen van een onbekende', zeg ik. Ik wil weglopen als hij zijn hand op mijn schouder legt.
'Vertel maar, misschien lucht het wel op. Ik ben Stefan', zegt hij. Ik kijk hem dankbaar aan en stel mezelf voor.
'Mijn broertje is weggelopen van huis. Hij had een brief achtergelaten, waarin hij vertelde dat hij zou bellen als hij veilig was. Toen hij belde zei hij dat hij in Mystic Falls was, dus ging ik opzoek naar hem... Ze zeggen dat hij hier nooit is geweest', speel ik mijn toneelstukje perfect, er verschijnen zelfs wat nep tranen in mijn ogen. Stefan lijkt heel het verhaaltje te geloven, want er verschijnt een blik van medelijven in zijn ogen.
'Hoe heet je broertje? Misschien heb ik hem wel eens gezien', zeg ik. Ik bijt op mijn lip en adem een paar keer haperig in en uit om wat tijd te winnen. In die paar seconde schieten er verschillende mogelijkheden door mijn hoofd. Een bekende naam noemen zodat ik naar diegene toe kan om te praten, een naam noemen van een van de vermiste mensen die ik op een blad bij het politiestation heb zien hangen of gewoon een onbekende naam noemen. Ik besluit voor de slimste manier te gaan, om mezelf een dekmantel te geven.
'Tony', zeg ik. Ik zie meteen zijn lichaam verstrakken bij die woorden.
'Kan ik je iets te drinken aanbieden?' vraagt hij.
Hij weet duidelijk meer over de vermissing van die jongen.
'Nee, ik ga liever verder zoeken. Jij hebt hem dus ook niet gezien?' vraag ik met mijn onschuldige puppy ogen.
Hij kijkt even hulpeloos om hem heen en wendt daarna zijn ogen weer naar de mijne.
'Hij wordt vermist. Het spijt me', brengt hij moeizaam uit.
Hoor ik daar spijt in zijn stem?
Ik sla overdreven een hand voor mijn mond en wil me op mijn knieën laten vallen, als Stefan me opvangt en meeneemt naar een bankje.
Hij sust me een tijdje en verteld dat hij Tony niet goed heeft gekend. Als hij vragen wil gaan stellen over hoe Tony is geweest, kap ik voorzichtig het gesprek af door te vertellen, dat ik liever even alleen wil zijn. Hij knikt begrijpend.
'Hou je sterk en als je nog een keer wil praten, kan je altijd naar me toekomen', zegt hij knikkend. Ik bedank hem en vertrek richting het bos.
Zodra ik in het bos ben en zeker weet dat ik nie gevolgd ben, veeg ik de tranen weg en verschijnt er een grote grijns op mijn gezicht.
Er zijn verschillende dingen waar ik achter ben gekomen.
Stefan is duidelijk een belangrijk persoon in de vriendengroep. Ook heeft hij duidelijk al snel last van zijn geweten, waardoor ik waarschijnlijk de meeste informatie van hem ga krijgen.
Hij weet meer over de vermissing van Tony. Wat nog het mooiste is, is dat hij me gelooft. Hij zal zijn groep vertellen dat ik alleen maar naar mijn broertje opzoek ben, waardoor ik een prima dekmantel heb om op onderzoek te gaan...
Reageer (1)
Erg leuk verhaal, snel verder
1 decennium geleden