7. Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus
Ik deed het paard in de doos en Dylan deed hem dicht. We waren klaar met schaak. Dylan deed de doos in zijn hutkoffer. We zouden over een half uur op Zweinstein aankomen en we moesten ons omkleden. Hoe gingen we dat doen? Ik stond op en deed alvast de gordijnen bij het raam en de coupedeur dicht. We pakten onze schooluniformen. Hij richte zijn gezicht op de hoek en ik deed hetzelfde in de tegenoverliggende hoek. Met veel moeite kreeg ik het schooluniform aan. Ik was gewend aan ruimte! We draaiden ons allebei voorzichtig om. We hadden allebei ons complete uniform aan, behalve dan dat ik ruzie had met die facking lelijke grijze stropdas. Dylan gniffelde en liep naar me toe om me te helpen. Ik stond als verlamd. Hij rook zo lekker. Hij was klaar. 'Dank je', zei ik. Hij knikte en deed de gordijnen weer omhoog.
Ik voelde de trein stoppen. Dylan en ik pakten vlug onze hutkoffers en uilen en sjouwden die de trein uit. We gaven ze af, zodat ze weg konden worden gebracht naar het gebouw. Nou ja, gebouw. Elke oudere leerling zei dat het een kasteel was. Dylan en ik liepen naar een soort kleine reus die schreeuwde: 'Eersteklassers, hiernaartoe.' We kwamen dichterbij en dichterbij. Hij had een hoofd groter dan mijn bovenlichaam en handen zo groot als de hoofden van Dylan en mij samen! Ondanks dat hij zo groot was leek hij aardig. Hij hield een grote lantaarn vast om het pad te verlichten en gebaarde met zijn handen naar de jongste studenten. Op een gegeven moment was hij aan het tellen. Hij knikte en zei: 'Eersteklasser, ik ben Rubeus Hagrid. Ik werk hier op Zweinstein als terreinknecht en leraar van Verzorging van Fabeldieren, maar dat vak kreggen jullie pas in het derde jaar.' Hij stopte even, bekeek de groep en sprak verder. 'Alle oudere leerlingen gaan per koets naar het kasteel, maar de eersteklassers gaan per boot. Dan zijn jullie later dan de oudere leerlingen. Die zitten al in de Grote Zaal. Jullie kommen binnen en worden voor de ogen van de leraren en leerlingen in een afdeling ingedeeld.' Ik slikte. Werd ik ingedeeld in een afdeling voor de hele school? Ik voelde dat ik van binnen een beetje in paniek raakte. Dylan zag het blijkbaar en legde zijn hand op mijn schouder om me te kalmeren. Het lukte hem een beetje en een warm gevoel ging door mijn maag. 'Volg mij maar, dan gaan we naar de bootjes', zei Rubeus Hagrid. We liepen achter hem aan. 'Rustig blijven', zei Dylan. Ik keek hem aan. 'Makkelijker gezegd dan gedaan', zei ik. Hij schudde zijn hoofd. 'Nee echt. Je wordt op een kruk gezet en dan zetten ze een hoed op je hoofd. Die kan je gedachtes lezen en je vaardigheden zien. Aan de hand daarvan scheeuwt hij je afdeling uit.' Ik zuchtte opgelucht. Dat klonk nog niet zo erg. Of toch wel.
Water kolkte rond de boot. Dylan lichtte me bij. Ik keek hem aan. Hij glimlachte zo lief. Per vier zat je in een boot, maar Rubeus Hagrid was zo groot dat hij een hele boot voor zichzelf nodig had! Dylan en ik deelden een boot samen met een egoïstisch uitziende jongen, die achtering de boot achterover leunend kauwgom zat te kauwen, en een verlegen meisje met een ronde bril en twee vlechtjes. Ze zat nerveus met haar haar te spelen. Ik keek naar boven. Een boom verdween uit mijn gezichtsveld en toen zag ik het. Het grootste, maar mooiste kasteel wat ik ooit gezien had. Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus. Ik glimlachte.
Er zijn nog geen reacties.