~020
~Vanuit Niall
“Niall? This is Emily. I... I just wanted to hear your voice, but I understand if you don’t want to talk to me… So, ehm, well, bye I guess….” met trillende handen leg ik mijn mobiel naast me neer. Mijn adem wordt zwaar en er wellen tranen op achter mijn ogen. Waarom moest ik nou juist nu mijn mobiel kapot gooien? Ik had haar al veel eerder kunnen spreek! Liam, die naast me zit, slaat zijn arm om me heen. “Are you okay, Ni?” vraagt hij bezorgd. Ik knik voorzichtig terwijl ik nog steeds vol ongeloof naar mijn mobiel staar. “I think you should call her back.” beaamt hij. Hij heeft gelijk. Ik pak mijn mobile en toets haar nummer in. Het duurt heel lang voor er eindelijk wordt opgenomen. “H-hello?” hoor ik de lieve stem van Emily. “Emily! I’m so happy to hear your voice! Are you okay? Where are you? Please, tell me! And don’t walk away again!” ik ben zo bang dat hij haar pijn heeft gedaan! “I’m okay, but I need to get away from here. I’m at the Calanadar Hotel at the George Avenue. But I don’t dare to go…” zegt ze zacht. Ik bedenk me geen moment “I’m coming to get you! Stay where you are!” “I will… and Nialler?” “Yes?” “I’ve mi-” voor ze haar zin afmaakt hoor ik een deur dichtvallen. “William?” zegt de stem van Emily geschrokken. Ik kan de rest niet verstaan, maar het klinkt niet goed. De zenuwen kloppen in mijn keel. Ik kijk Liam aan, die gespannen luisterd. Een luide gil en een harde klap volgen. Geschrokken en in paniek begin ik te huilen. Liam heeft inmiddels ook tranen in zijn ogen staan. William roept nog wat, waarna ik weer een schreeuw hoor van Emily. Ik kan het niet meer aanhoren! Ik stop mijn mobiel in mijn zak en ren naar buiten, gevolgd door Liam. We springen in de auto en racen de straat uit, op naar het hotel. We kunnen wat mij betreft niet hard genoeg rijden! Helaas is het hotel best wel een eind verderop. Wat als... als we te laat zijn? Ik raak in paniek bij die gedachte, maar weet me staande te houden.
In de verte zie ik het hotel al. Een vreselijk gevoel bekruipt me. “Hurry, Liam!” piep ik. Hij zet er vaart achter en uiteindelijk rijden we de parkeerplaats op. Ik stap uit, en kijk Liam smekend aan. “Please, come with me!” smeek ik hem. Hij stapt ook uit en volgt me als ik snel naar binnen stap. Bij de receptie vragen we het kamernummer en we rennen naar de kamer toe. Ik klop op de deur. “Emily?” vraag ik zacht, bang voor William. Het enige wat ik hoor is een zacht gesnik. “Em?” vraag ik nu wanhopig. Ik krijg nog steeds geen reactie. Ik probeer de deur te openen, maar die zit op slot. Hopeloos kijk ik Liam aan. Hij kijkt helaas ook bedroefd, niet wetend wat te doen. Ik snel me naar beneden om een extra sleutel te vragen, maar die krijg ik niet mee. De eigenaar van de kamer moet onderteken. Fuck. Snel loop ik weer naar de kamer toe, waar Liam nog steeds wanhopig staat te wachten. “Emily, please, open the door!” probeer ik. Ik hoor voetstappen richting de deur. “I can’t.” snikt ze zacht. “What do you mean?” vraag ik wanhopig, ook al weet ik heel goed wat ze bedoeld. “It’s locked.” haar snikken worden luider. “Help me, please!” snikt ze wanhopig. Tranen staan in mijn ogen. Ik zwijg. “Niall, are you still there?” vraagt ze bang. “Yes, I won’t walk away! Liam is here too.” weet ik uit te brengen. Nog een keer probeer ik aan de deur te trekken, maar het werkt niet. Tranen stromen over mijn wangen. Wanhopig begin ik tegen de deur te slaan. “Relax Niall! That won’t work! You know that too!” kalmeer Liam me. Maar ik ben niet te kalmeren. Zoekend kijk ik de gang rond, naar iets om mee te slaan. Mijn oog valt op een stoel. Ik loop er op af en til hem op. Dan ren ik richting de deur met de stoel voor me. “Ni, stop!” roept Liam nog, maar het is al te laat. Met een harde knal komt de stoel tegen de deur aan, met mij erachteraan. Geen effect, alleen ene stoelpoot tussen mijn ribben. “Ahw!” kreun ik. “Don’t be stupid, silly.” grinnikt Liam. Hoe kan hij nu lachen? Oke, dit moet er wel heel wanhopig uitzien, maar ik ben ook wanhopig! Er komen mensen de trap op gerend. “What’s going on here?” horen we een boze stem. De manager van het hotel staat met zijn handen in zijn zij heel boos naar ons te kijken. Van schrik rollen de tranen over mijn wangen. Alweer. “The door is locked.” zegt Liam droog. De manager kijkt ons niet-begrijpend aan. “Emily is stuck!” piep ik wanhopig. “So you pick up a chair and trow it against the door?” een kleine twinkeling ontstaat in zijn ogen. Blijkbaar vind hij het wel vermakelijk. “Can you help us?” vraag ik hoopvol. “Of course!” zegt hij terwijl hij een sleutelbos pakt en de deur opent. Ik durf niet naar binnen te gaan.
Reageer (3)
stomerik !! een stoelpoot serieus ? stoelpoot? ;o
1 decennium geledenhij vond het vermakelijk en ik wil niet weten wat ze aantreffen
1 decennium geledensnel verder lezen
Snel verder (h)
1 decennium geledenOk dat was echt de minst orginele reactie
ooit maarja