Seven.
Ik loop mijn appartement in en besluit Harry te verassen met een zelf gemaakt ontbijtje. Niet dat ik nou zo’n goede kok ben, maar iedereen wordt blij van een zelf gemaakt ontbijt. Ik maak warme crossaintjes met gesmolten chocola en pers wat sinasappelsap. Dan zet ik het op een dienblad en loop richting de slaapkamer. Ik klop op de deur. “Harry?” vraag ik als ik geen reactie krijg. Nog steeds geen reactie. Pech gehad. Ik open voorzichtig de deur. Harry slaapt nog. Hij ligt op zijn zij, zijn wangen zijn betraand en de dekens liggen helemaal door de war. Ik zet het dienblad naast hem neer en kan het niet laten om even door zijn krullen te gaan. Daarna haast ik me de kamer uit en plof ik neer op de bank, waar ik aan mijn eigen tweede ontbijt begin.
“Niall?” vraagt hij voorzichtig. “Yea?” ik kijk hem aan. “Thanks for the breakfast.” grijnst hij “It was really nice!”. “You’re welcome, curlz!” grijns ik. Hij ploft naast me op de bank. “What are you watching?” vraagt hij zogenaamd geïnteresseerd, maar ik zie dat zijn gedachten totaal ergens anders zitten. “Nothing, I was just zapping...” antwoord ik. Ik kijk naar zijn gezicht. Hij staart naar buiten. Hij heeft geprobeerd om de sporen van zijn verdriet te wissen, maar hij heeft gefaald. Zijn ogen zijn waterig, hij heeft wallen en hij ziet bleek. “Hazza?” “Yes?” hij draait zich om en kijkt me aan. “You look really bad.” zucht ik. Zijn blik staat pijnlijk en hij draait zijn hoofd weer richting het raam. “I know.” zucht hij. Ik vind dat hij een knuffel nodig heeft, en trek hem dan ook naar me toe. Zodra ik mijn armen om hem heen heb geslagen barst hij in snikken uit. “Shh, it’s going to be okay.” sus ik hem, terwijl ik zelf ook met tranen in mijn ogen zit, omdat de liefde van mijn leven zo verdrietig is.
Er zijn nog geen reacties.