Chapter one. Keep calm and call Batman.
De hoofdpersoon van het verhaal is Kaylee, trouwens. Kaylee Inakin, een meisje van 17 jaar dat alleen in een oud fabriekspand woont uit de tijd dat de nieuwe brandstof nog niet was uitgevonden. Over haar kom je alles nog wel te weten.
'Een held.' Verzucht ik terwijl mijn blik op de hemel rust. Het onweert, de wolken zijn donkergrijs, bijna zwart. Het lijkt nacht, ook al is het nog geen middag. De mensen om me heen fluisteren dezelfde woorden. Het is bijna een lofzang. Een lichtflits, bliksem, doet de stad High even oplichten. Een donder volgt, zo hard dat het de gebouwen op zijn grondvesten doet trillen. Een mechanische stem klinkt uit de luidsprekers.
'Geen paniek, het scherm wordt binnen 3 seconden geactiveerd. Er is geen verder gevaar. Blijf laag en uit de buurt van water tot het scherm is gesloten.' Deelt de stem luid en duidelijk mee. Het besef dat dit een levensgevaarlijke situatie is komt net iets te laat binnen. Ik ga op mijn tenen staan en speur het plein af terwijl iedereen naar de grond duikt. Ik moet Han vinden en de rest verzamelen.
'Kay! Naar de grond. De kleintjes zijn oké.' Ik herken Han's serieuze stem meteen. Ik draai me om en zie hem staan, in zijn lange versleten jas, zijn bruine haar dat nodig een knipbeurt kan gebruiken waait alle kanten in. Voor ik nog iets kan zeggen word ik tegen de grond gedrukt door mijn beste vriend. Met onze adem ingehouden kijken we hoe boven ons zich het grote scherm dat ons tegen noodweer beschermt sluit. Langzaam komt het plein weer tot leven en helpt Han me overeind.
'Waar zijn ze?' vraag ik bezorgd aan hem. Han glimlacht en pakt mijn hand. Hij trekt me zachtjes mee, terug naar huis.
'Gewoon in het pakhuis, ik heb Zoey gevraagd of ze een oogje in het zeil kon houden.'
Opgelucht leg ik mijn hoofd in mijn nek.
'Ik kreeg zowat een hartstilstand toen ik besefte dat het ook echt bliksemde. Er had van alles kunnen gebeuren. Ik zou het me nooit vergeven als een van de kleintjes werd geraakt.' mompel ik zacht en pas mijn pas aan en ga naast Han lopen.'Waar is Mort? Nog steeds weg?'
Han's blik verduisterd als hij knikt.
'Het duurt te lang. We redden het niet meer met het geld dat we op straat te pakken kunnen krijgen. We hebben niet eens genoeg eten tot morgen!' de frustratie waarmee hij kampt begrijp ik maar al te goed. Mort wil te veel alleen doen. Een van ons twee had net zo goed bij de kinderen kunnen blijven terwijl de andere Mort assisteerde bij zijn klus.
'Ik zou willen dat hij ons wat meer vertrouwde.' zeg ik meer voor mezelf als tegen Han.
'Ach ja, de volgende keer beter.' zucht Han als hij de hoek omgaat en ik hem volg. We lopen door de kronkelende steegjes, tot we bij het pakhuis komen. We gooien de ouder vuilcontainer open en klimmen erin. Han kruipt alvast het smalle gangetje in terwijl ik de klep weer op zijn plaats trek. Snel laat ik me op mijn knieën vallen en ga ik Han achterna. Als we allebei in de schemerige tussenruimte staan nemen we tegelijk een aanloop en springen we over de vier rotte planken in het midden. Han weet het voor mekaar te krijgen in zijn sprong de kleine noodtrap vast te grijpen. Hij hijst zichzelf omhoog en begint aan de korte klim. Ik kom op de krakende vloer terecht en klim snel achter Han aan. Soepel verdwijnt Han boven me en verschijnt hij weer om me omhoog te trekken. Glimlachend kijk ik rond. Eindelijk thuis.
So, you liked it?
Reageer (1)
Wauw, hier is je eerste abo en je verdient er zeker meer
1 decennium geleden