Hartenprins
Als Alice bijkomt, ziet ze de hoedenmaker angstvallig omhoog kijken, naar het licht. Alice komt langzaam overeind en kreunt zachtjes terwijl ze over haar hoofd wrijft.
‘welkom terug’
Zegt de hoedenmaker vrolijk, terwijl hij vriendelijk lacht in Alice’s richting. Alice knikt alleen maar terwijl ze opstaat en wat modder van haar blauwe jurkje afveegt. Ze zet haar handen in haar zij en kijkt omhoog. Ze zucht diep omdat ze inziet dat het veel te hoog is om te klimmen.
‘hoe komen we hier uit?’
Vraagt ze, terwijl ze zich draait in de richting van de hoedenmaker. Hij klopt op de grond naast hem en kijkt op naar Alice.
Alice is begrijpt wat hij bedoeld gaat naast hem zitten. Ze trekt haar knieën op en slaat haar armen om haar knieën. Ze begint zachtjes te huilen. De hoedenmaker schrikt, en staart met grote ogen naar Alice.
‘gaat het?’
Vraagt hij, terwijl hij op zijn onderlip bijt. Hij weet niet wat te doen. Hij slaat zijn arm om Alice heen en trekt haar tegen zijn borstkas aan.
‘Wil je me helpen?’
Vraagt Alice, terwijl ze met betraande ogen naar de hoedenmaker kijkt. Hij fronst en kijkt omhoog.
‘waarmee?’
Vraagt hij verbaast. Zijn vrolijke, gekke humeur is weg, en hij kijkt serieus. Alice legt haar hoofd weer tegen zijn borstkas en ademt diep in.
‘Mijn Verloofde, Cas. Hij kwam hier, door een magische hoed maar ik kan hem nergens vinden..’
Snikt het meisje. Het is maar goed dat ze niet meer naar de hoedenmaker keek, anders kon ze zien hoe zijn gezicht betrok. Alice hoort hoe hij zijn keel schraapt en slikt.
‘de gekke hoedenmaker?’
Alice fronst en gaat rechtop zitten. Ze gaat op haar knieën zitten en legt haar handen op haar schoot.
‘Nee, hij heet Casper. Hij kwam hier via zijn hoed.’
Nu ziet de zijn gezicht. Hij kijkt bedenkelijk, maar angstig. Alice houd haar hoofd schuin, en kruist haar armen. De hoedenmaker ziet dat Alice uitleg wil. Hij schraapt nerveus zijn keel en krabt op zijn achterhoofd.
‘De legende zegt, dat de gekke hoedenmaker, gecreëerd word door de hartenkoningin, door hem op te sluiten en hem op te dragen een magische hoed te maken. In ruil daarvoor krijgt hij zijn vrijheid terug…’
Mompelt hij. Alice schud haar hoofd terwijl nieuwe tranen in haar ogen verschijnen. Ze begraaft haar hoofd in de jas van de hoedenmaker en begint te huilen. Als ze na een tijdje gekalmeerd is kijkt ze de hoedenmaker weer aan.
‘hoe komen we hier uit?’
Vraagt ze terwijl ze op haar onderlip bijt. De hoedenmaker haalt zijn schouder op, maar net op dat moment verschijnt het hoofd van een jongeman. Hij gooit een touw naar beneden, en wenkt Alice en de hoedenmaker om omhoog te klimmen.
Alice pakt het touw en zet zich af aan de modderige wand van het gat, terwijl ze probeert omhoog te komen. De hoedenmaker tilt haar op en laat haar staan op zijn schouders, terwijl de jongeman boven begint te trekken aan het touw. Een paar minuten later staat Alice boven. Nu de hoedenmaker nog. Maar hij kan wel klimmen, en is binnen twee minuten boven. Alice bestudeerd haar ‘redder’. Ze ziet dat het een ridder is. Ook de hoedenmaker ziet dat het een ridder is.
‘vrees niet’
Spreekt de jongenman met een diepe stem. Alice glimlacht beleefd en kijkt naar de hoedenmaker. Hij merkt het niet eens omdat hij druk bezig is met zijn hoed.
‘bedankt’
Zegt Alice, en ze steekt haar hand uit. De jongen kijkt ernaar, en pakt Alice’s kleine hand van en schud deze.
‘Alice..’
Zegt Alice, met een zachte stem. Hij kijkt haar aan met grote ogen.
‘DE Alice? De nieuwe Alice?!’
Vraagt hij. Alice had deze zin al eerder gehoord en haalt ook dit keer haar schouders weer op. De hoedenmaker komt erbij staan knikt.
‘Dat zeggen ze’
Mompelt Alice, terwijl ze de hoedenmaker aankijkt. Als ze terug kijkt naar de jongen, ziet ze dat hij voor haar geknield is. Ze fronst terwijl ze naar beneden kijkt.
‘Het is een eer..’
Mompelt de jongenman. Alice zegt hem dat hij op moet staan. Langzaam komt hij overeind en buigt zijn hoofd.
‘de prins zou je graag willen ontmoeten, Alice’
Zegt hij, met zijn diepe stem. Alice fronst en kijkt voor een ogenblik naar de hoedenmaker.
‘prins?’
De jongeman knikt en knippert een paar keer.
‘ja, de hartenprins’
Alice kijkt verschrikt naar de hoedenmaker, maar die laat blijken dat het goed is.
De ridder ziet Alice’s verschrikt blik en begint zachtjes te lachen.
‘De hartenkoningin heeft haar zoon weggejaagd omdat hij met een dorpeling verloofd was. Hij is het bos ingevlucht, met zijn vrouw, en drie ridders.’
Zegt de jongen. Alice knikt en bijt op haar onderlip. Dan wenkt de jongen Alice en de hoedenmaker.
Terwijl ze hun toch naar het huisje van de prins maken, valt het Alice op dat niemand een echte naam heeft, behalve zijzelf. Ze verminderd vaart, zodat ze, vijf meter achter de ridder, naast de hoedenmaker komt te lopen.
‘je hebt me je naam nog niet verteld..’
Zegt ze, zonder al te veel emotie. Ze heeft haar armen gekruist over haar buik terwijl ze naar de grond kijkt en doorloopt. De hoedenmaker kijkt verbaast en haalt zijn schouders op.
‘de hartenkoningin heeft alle namen verboden..’
Zegt hij met een hoog stemmetje. Alice kijkt met een ruk op en pakt de hoedenmakers hand, terwijl ze hem laat stoppen.
‘maar, je hebt toch wel een naam? Voordat de hartenkoningin namen verbood?’
Zegt ze verschrikt. Ze houd haar hoofd schuin terwijl ze haar hand op de wang van de hoedenmaker legt. Ze ziet dat hij het moeilijk heeft met het hele namen gebeuren.
Ze kan zien dat ook de ridder gestopt is met lopen, en het gesprek tussen de twee is gaan volgen.
‘Daniel..’
Klinkt het plotseling uit de mond van de hoedenmaker.
‘mijn naam was Daniel..’
Vervolgd hij. Hij kijkt blij, terwijl hij zijn hand, op de hand van Alice legt. Alice slikt en knikt zachtjes.
‘Mooie naam, Daniel’
Zegt ze met een kleine glimlach op haar gezicht. Ook de hoedenmaker begint te glimlachen. Dan beseft Alice dat haar hand nog steeds op de wang van de hoedenmaker ligt. Snel trekt ze hem weg en begint ze weer te lopen. Ze voelt dat haar wangen vuur rood zijn.
Als snel komen ze bij een klein huisje aan, waar de ridder aanklopt. Een man, in hetzelfde uniform doet open en groet zijn vriend. Ze praten even met elkaar, en dan draaien ze allebei in Alice’s richting. Ze kon niet horen waar het over ging, maar het ging overduidelijk over haar.
‘hoi’
Zegt Alice verlegen, terwijl ze kort zwaait. De ridder knikt alleen maar kort, en dan volgen Alice en de hoedenmaker allebei de ridders naar binnen, waar een derde ridder aan tafel zit. Ook die weet al wie Alice is.
Een andere man komt de kamer binnen. De ridders buigen, dus Alice weet dat dit de hartenprins is.
‘Uwe majesteit, Kijk eens, de nieuwe Alice!’
Zegt de derde ridder enthousiast. De hartenprins bekijkt Alice van top tot teen en loopt langzaam naar haar toe. Alice buigt voor hem, maar hij gebaart haar dat ze rechtop moet gaan staan. Als Alice weer recht staat, buigt hij voor haar.
‘het is een eer’
Zegt hij, terwijl hij weer rechtop gaat staan.
‘mijn moeder, de hartenkoningin heeft mij de troon ontzegt omdat ik van een andere vrouw hou dan dat zij in gedachten had. MAAR, de legende zegt jij, Alice, alles zal veranderen. Er zijn twee anderen aan je vooraf gegaan, maar ik weet zeker dat jij de enige echte Alice bent. De nieuwe Alice..’
Spreekt de hartenprins op een zakelijke manier. Alice bloost en haalt haar schouders op. Ze weet niet wat ze moet zeggen.
‘Ik zoek mijn verloofde, volgens de hoedenmaker zit hij opgesloten in het kasteel van de hartenkoningin.’
Zegt Alice met een gebroken, zachte stem. Ze kijkt naar de grond en kruist haar armen over haar buik. Ze word al misselijk als ze denkt aan de gruwelen die hij moet doorstaan…
Er zijn nog geen reacties.