Onuitgenodigde gasten.
Na de uitleg van de Hoedenmaker, voelt Alice zich best raar. Nog steeds houd ze hardnekkig vol dat het een droom is, maar iets in haar zegt haar dat het allemaal echt is.
De hoedenmaker, die net zulke grote bruine ogen als haar verloofde, Casper heeft, is heel klunzig en bij elk kopje thee dat hij probeert te drinken, valt er wel iets uit het kopje. Ook verspreekt hij zich vaak. Het lijkt wel alsof hij nerveus is. Maar Alice vind het niet erg, en luistert geboeid naar zijn verhalen. Verhalen over rupsen, hoeden, ridders, koningen en koninginnen. Met een hand die haar hoofd ondersteund kijkt ze dromerig voor haar uit. Dit land is werkelijk prachtig. Ook de hoedenmaker merkt het, en staat op.
Alice schrikt op als hij ineens naast haar staat, en zijn hand uitsteekt naar de verbaasd kijkende Alice. Ze fronst maar pakt zijn hand, en met een zwaai trekt de hoedenmaker Alice omhoog.
‘dans met me!’
Zegt hij, terwijl hij zachtjes begint te giechelen. Alice bloost en glimlacht vrolijk. De hoedenmaker pakt allebei Alice’s handen en begint rond te draaien. Eerste zachtjes maar dan steeds harder. Alice begint te lachen terwijl de hoedenmaker problemen heeft met zijn hoed, die door de wind bijna van zijn hoofd afgeblazen word. Hij laat Alice’s rechterhand los en pakt de rand van zijn hoed vast. Zo draaien ze een tijdje door, en het gekke is dat Alice niet eens duizelig of misselijk word. Plotseling ziet ze de ogen van de hoedenmaker twee keer zo groot worden, en zijn mond valt open. Hij laat Alice meteen los, maar door de snelheid die ze hadden, valt ze achteruit op de grond. Met een korte kreet land ze in het gras. Ze kijkt naar de hoedenmaker, die daar staat als een standbeeld. Dan rent hij naar Alice toe en tilt haar op.
‘kom, kom snel we moeten weg hier!’
Zegt hij, haast sissend met een raar hoog piepstemmetje. Hij sleurt Alice mee het bos in, waar hij haar los laat en begint te rennen.
‘volg mij!’
Schreeuwt hij naar Alice, terwijl hij het verbaasde meisje wenkt. Alice, die door de shock nog steeds niets heeft gezegd, rent nu achter de hoedenmaker aan.
Na een tijdje stopt de hoedenmaker, terwijl hij voorover buigt, met allebei zijn handen op zijn knieën. Hij probeert op adem te komen, en als Alice aankomt gaat ze naast hem staan.
‘w-wat..wat was er?’
Vraagt ze nadat ze op adem in gekomen. De hoedenmaker veegt over zijn natte voorhoofd en schud zijn hoofd.
‘Ridders van de hartenkoningin. Ze mag niet weten dat je hier bent!’
Zegt hij terwijl hij nerveus om zich heen kijkt. Alice vraagt zich af waarom de hartenkoningin niet mag weten dat ze hier is.
‘waarom niet?!’
Vraagt ze verbaast, maar dan pakt de hoedenmaker Alice’s hand, en gebaart haar dat ze stil moet zijn, door zijn ringvinger tegen zijn lippen aan te zetten. Hij trekt Alice met zich mee, terwijl hij weer begint te rennen. Met zijn andere hand houd hij zijn hoed vast zodat hij niet afwaait.
Alice kan de soldaten achter haar horen. Het gekletter van de paardenhoeven en het gerammel van de harnassen was akelig dichtbij en Alice raakt in paniek.
Maar dan, terwijl ze aan het rennen zijn, zakt ineens de grond onder Alice’s voeten weg, en ze valt in een diep gat, terwijl ze de hoedenmaker met zich meetrekt.
Alles werd donker…
Er zijn nog geen reacties.