Hoofdstuk 1
Ik liep, voor de laatste keer dit schooljaar, naar school. Morgen was het eindelijk vakantie, en ik kon niet wachten totdat het zover was. Gelukkig hoefde ik vandaag niet veel te doen, eigenlijk helemaal niets. Nou ja, ik moest m’n rapport ophalen en iedereen gedag zeggen. Maar dat was het wel. Ik liep de school in en deed niet de moeite om naar mijn kluisje te gaan, er zat nu toch niks in en het kost alleen maar tijd. Dus liep ik via de gewone ingang, voor het eerst dit jaar, naar binnen. Ik ging bij mijn vriendinnen zitten en we bespraken wat we zouden gaan doen in de vakantie. Carmen, een meisje met mooie, krullende bruine haren tot haar middel, mijn beste vriendin, vertelde dat ze met haar ouders naar Spanje zou gaan. ‘Het word heel mooi weer in Spanje, dus ik kan lekker bruin worden! Maar jullie moeten me wel beloven om iedere dag te sms’en. Ik weet niet of ik het 3 weken in Spanje kan uithouden met alleen mijn ouders en mijn broertje als gezelschap.’ Ze keek met een soort van puppy-ogen naar ons. We lachten. ‘Natuuuuurlijk sms’en we iedere dag!’ Zei Lisa, een meisje met blond-bruine haren en groene ogen. Ze was heel aardig, maar soms wel een beetje te druk, zo druk dat het nét irritant wordt. Ik stemde met haar in en beloofde Carmen dat ik ook zo vaak mogelijk zou sms’en, alleen dat het wel wat duur is naar Spanje. Lisa zei dat ze ook op reis ging. Naar Canada. ‘Mijn ouders hebben het hele jaar gespaard, daarom zijn we in de andere vakanties thuis gebleven. Maar het is het wel waard. Canada…’ Ze zuchtte en keek verlangend voor zich uit. ‘Ik hoop echt dat het daar ook mooi weer is, en dat er leuke jongens op de camping zijn.’ Ze lachte. ‘Jij hebt toch al een vriendje?’ Vroeg ik en keek haar streng aan. ‘Ja. Ik maakte maar een grapje hoor. Je moet niet alles wat ik zeg serieus nemen.’ Ze stak haar tong naar me uit en ik lachte naar haar. Jongens interesseerde mij eigenlijk niet. Oké, ik zag het wel als een jongen knap was, maar verder maakte het mij eigenlijk niet zo veel uit. Net toen ik wilde vertellen dat ik thuis bleef deze vakantie, ging de bel. Joepie, rapport ophalen en weer naar huis. Kunnen ze dat rapport niet gewoon in de brievenbus gooien ofzo? Dit kost alleen maar tijd en we kunnen over vijf minuten toch al weer weg, dacht ik. We liepen met z’n drieën naar de rest van de klas, en kwamen even later bij het lokaal aan. Meneer de Waal , onze mentor, was er al. Hij is heel aardig, en hij kan heel goed uitleggen. ‘Hallo klas, laten we het snel maken vandaag, want volgens mij willen jullie net zo graag naar huis als ik.’ De klas maakte een instemmend geluid en ging snel zitten. ‘Oké, als ik je naam roep kom je naar voren en dan krijg je je rapport. Daarna kan je gaan.’ Hij ging achter zijn bureau zitten, pakte een stapel met rapporten en begon namen voor te lezen. Ik zuchtte, ik was echt altijd als laatste. Tja, dat krijg je als je Zhoop met je achternaam heet. Stomme achternaam. Toen ik eindelijk aan de beurt was, liep ik naar voren, onder luid applaus van de klas, dat deden ze bij iedereen, wat mij verbaasde, en schudde de hand van meneer De Waal. ‘Gefeliciteerd Feducia, een prachtig rapport. Je gaat het vast en zeker goed doen volgend jaar.’ ‘Dank u wel, meneer de Waal.’ Mompelde ik. Ik was altijd een beetje overbeleefd tegen docenten, zal wel een rare afwijking zijn. Ik liep naar Carmen en Lisa toe en we liepen toen met z’n drieën naar buiten, de zon in, terwijl we praatten over de dingen die we gaan doen in de vakantie.
Dat was het voor deze keer. Nog niet echt interesant... [b/]
Er zijn nog geen reacties.