Schrijfwedstrijd Cagress || Opdracht 1
Opdracht 1.
Een moeilijke eerste opdracht voor jullie! Er zijn 30 nummer, voor de 30 mogelijke deelnemers die mee kunnen doen. Wees op tijd om een goed nummer te kiezen dus!
De bedoeling is dat je een nummer kiest en bij elk nummer hoort een bepaalde 'quote'. Van die quote moet je inspiratie krijgen voor je verhaal en je moet diezelfde quote in het verhaal verwerken.
Onderling ruilen is toegestaan, maar mét toestemming van de ander.
UITLEG VOOR GEBRUIK VAN QUOTES EN DE STAND ALONE ZELF:
De stand alone mag worden geschreven in het Engels en het Nederlands. Als je in het Nederlands schrijft, mag de quote ook vertaald worden, aangezien de quote in het Engels is.
De stand alone moet minimaal 500 woorden bevatten en heeft geen maximaal. Ik hoop wel dat jullie snappen dat wij geen tijd hebben met mogelijk 30 deelnemers om stand alone's van 3000 woorden te gaan lezen, maar daaronder is alles mogelijk. Het minimaal woorden wordt wel elke opdracht hoger.
Het gebruik van de quote in het verhaal is een beetje vaag. Je moet de quote gebruiken om inspiratie te krijgen voor het verhaal, want je moet de quote er letterlijk in terug laten komen. Het is dus logisch dat je de quote ook 'anders' in het verhaal verwerkt, omdat het anders er niet bij past. Het hoeft niet gezegd te worden door degene die eigenlijk de quote heeft gezegd.
Deadline: 3 april 2012.
Min. aantal woorden: 500.
Bedroefd drukte ik mijn telefoon uit. Hij kon niet afspreken? De laatste tijd begon het op te vallen. Het was al bijna een week geleden, dat we iets met elkaar hadden gedaan. Nate had op de een of andere manier steeds een smoes weten te verzinnen, die ik keer op keer geloofde. Inmiddels waren we al 1 jaar een stel en waren we altijd gelukkig geweest. Nu leek het alsof het nog maar van één kant kwam. Van mijn kant, om precies te zijn. Om het een beetje te vergeten, besloot ik naar de stad te gaan. Gewoon even een beetje ronddwalen in de stad, dat leek me een goed idee.
Op het moment dat ik daar aankwam, leek het idee ineens een stuk minder goed te zijn. Op de plaats waar ik altijd met hem zat, stond nu een stelletje te zoenen. Tegen stelletjes had ik niets, maar tegen dit stelletje wel. De twee mensen die innig met elkaar verstrengeld waren, kende ik. Was dit echt waar? Was het echt Nate, die daar stond te zoenen met een ander? Was het niet gewoon een droom? Om het zeker te weten kneep ik in mijn arm. Zo hard als ik kon kneep ik en ik voelde de pijn. Het was dus geen droom. Een kreet van pijn was te horen. Gevolgd door een binnensmonds gevloek. De zoenscène die zich net nog voor me afspeelde, werd onderbroken en twee hoofden draaiden zich naar me toe. Toen ik net iets te lang vol woede in zijn onschuldige ogen keek, begonnen de tranen te stromen. Er leek geen einde aan te komen. Door een waas van tranen zag ik hem in mijn richting lopen. Ik wilde wegrennen, maar ik kon het niet. Mijn voeten leken wel verstijfd.
Een hand werd op mijn schouder gelegd, maar ik schudde hem weg. Ik hield nog steeds van hem. Elke aanraking zorgde ervoor, dat er een bom van vlinders ontplofte in mijn buik.
‘Hoelang al?’ siste ik hem toe, ‘Hoelang bedrieg je me al met haar?’
Langzaam richtte ik mijn ogen op en keek hem in zijn ogen, waarin ik vaak keek. Waarin ik altijd verdronk. Dit keer zou ik deze ogen, die nooit de waarheid spraken, niet geloven. Ik had zelf gezien wat er was gebeurd. Toen ik geen antwoord kreeg, begon ik tegen hem te schreeuwen.
‘Waarom doe je dit? Heb je niet door hoeveel ik van je hou. Verdomme Nate, ik hou van je met heel mijn hart. W-w-w…’
De woorden bleven steken in mijn keel. Nog steeds kon ik niet geloven, dat hij me dit aandeed. Met heel mijn hart had ik van hem gehouden, dat deed ik nog steeds. Alleen kon het op deze manier niet verder.
‘Het spijt me,’ de zinnen rolden over zijn lippen. De afstandelijkheid en kilte in die zin lieten me huiveren, want hij meende er niets van. Het meisje dat al die tijd niets had gezegd, stond er lachend bij. Eigenlijk had ik zin om haar een klap te geven, maar ik hield me in.
‘Nate,’ fluisterde ik nog één keer. Hij deed net of hij me niet hoorde en nog steeds keek hij me aan met een blik alsof we nooit wat hadden gehad. Diep in me deed dat pijn. Ik probeerde me groot te houden, maar waarom zou ik dat eigenlijk doen. Nate wist zelf ook wel dat hij me pijn deed en dat het me in duizend stukjes brak. Ik wist dat ik hem moest vergeten, maar dat ging niet zo gemakkelijk. We waren al een jaar samen en altijd was hij lief geweest. Nu vroeg ik me alleen af of hij überhaupt van me gehouden had. Machteloos staarde ik voor me uit en Nate stond nog steeds zwijgend voor me. Plotseling kwam het meisje in beweging en trok Nate mee. Vlak voordat ze zich omdraaide fluisterde ze iets in mijn oor. Mijn blik vestigde ik op de plaats waar ze net daarvoor nog hadden gestaan. Toen ze uit het zicht waren verdwenen, drongen plots de woorden tot me door. Ze galmden nog na in mijn hoofd:
‘Hasn’t anyone ever told you yet? Life isn’t fair!’
Er zijn nog geen reacties.