''Two can keep a secret, if one of them is deaht''
Daar zit ik dan, tegen de muur geleund van een koude en vochtige ruimte die me onwillekeurig kippenvel bezorgd.
Ik voel elke haar op mijn lijf die overeind gaat staan ook al kan ik ze niet zien in deze duisternis die werkelijk alles onzichtbaar maakt. Ik staar voor me uit in de hoop iets te kunnen onderscheiden ondanks het donker, maar het is een zinloze bezigheid. Ineens word ik opgeschrikt door het knarsen van een sleutel in een slot.
Als ik verschrikt naar achter deins schampt mijn arm langs de stenen muur achter me en ik voel binnen een paar secondes iets warms langs mijn arm glijden.
De geur van mijn eigen bloed maakt me misselijk en ik kan niet helder nadenken.
Veel tijd om na te denken krijg ik trouwens toch niet want de deur voor me wordt opengezwaaid en door het licht dat plotseling de kamer vult moet ik mijn ogen dichtknijpen.
Als ik mijn ogen weer opendoe zie ik een gedaante staan dat me vreemd genoeg bekend voorkomt, maar voor ik de kans heb gekregen om te zien wie deze mysterieuze persoon is, is zij al op me af gelopen en als ze naast me staat drukt ze onverwachts een koude lap tegen mijn lippen.
Ik voel een sterke geur mijn neus en mond binnendringen en ik probeer geen adem te halen maar ik weet dat het zinloos is. Langzaam voel ik hoe zich eerst mijn lichaam en daarna ook mijn hoofd zich verslapt. Ik zak weg in een diepe slaap...
Als ik weer bij zinnen kom moet er zeker een dag zijn verstreken. Mijn maag schreeuwt om hulp en meldt overdrijvend dat elke seconde zonder voedsel de laatste kan zijn. Ik zit in een lichte ruimte die nog het meest lijkt op een oude kamer in een herberg. De muren hebben een triest bloemetjesmotief dat waarschijnlijk wil laten geloven dat het hier verschrikkelijk gezellig is.
Het feit dat ik niet meer in een of andere muffe kelder zit en dat ik vanaf hier de vogels buiten kan horen maakt me rustig.
'Binnen enkele minuten ben ik hier weg, dan blijkt het allemaal een groot misverstand te zijn.' Zegt mijn hoofd hoopvol. Maar ik weet dat het geen misverstand is. Oh waarom kan ik niet gewoon mijn mond houden? Waarom moet ik me altijd met andermans zaken bemoeien?
Ik heb er geen spijt van dat ik tegen iemand die ik niet ken heb gezegd dat hij met zijn poten van mijn broertje moest afblijven maar daarna had ik ook gewoon weg kunnen lopen in plaats van hem in zijn gezicht te slaan.
En zo ben ik dus hier terecht gekomen.
Ik sla met mijn vuist tegen de muur uit frustratie en gelijk wordt de deur opengemaakt en stapt het meisje dat ik eerder dacht te herkennen de kamer in.
Ik trek mijn mond open om iets onvriendelijks te zeggen maar ik word tot zwijgen gebracht door de lange blonde golvende haren die speels over haar schouder hangen, de felblauw-groene ogen die me zowel ondeugend en nieuwsgierig als geïrriteerd aankijken en haar lijf dat precies in het goede formaat lijkt gegoten. Verbluft door de schoonheid van het meisje dat nu voor me staat vergeet ik hoe gevaarlijk ze is en aan haar gegrinnik te horen weet ze wat ik denk. Ik probeer mijn mes te pakken maar ik kan mijn handen amper bewegen en het lukt met niet om mijn ogen uit haar blik los te rukken. Ze heeft me in mijn macht en ik besef me dat ik voor haar moet uitkijken, hoe onschuldig ze ook overkomt.
Het meisje begint te praten: 'kijk ik zou je nu wel weer gewoon naar huis kunnen laten gaan want we wilden je gewoon met een dagje opsluiting laten zien dat je beter je handjes in bedwang kunt houden maar als we je laten gaan ga je gegarandeerd naar de politie en dat moeten we ook niet hebben'. Ze kijkt me nog steeds met diezelfde blik aan en ik voel dat mijn hart begint te bonzen, deze keer niet om hoe mooi dit meisje is maar uit angst.. 'Ik.. ik kan mijn mond houden... ik zal niets zeggen', stamel ik en ik merk hoe schor mijn stem is.
Ze lacht; 'two can keep a secret, if one of them is death' en ik voel dat ze het meent.
Ze haalt een flesje uit haar zak met een goedje erin dat hevig ruikt naar de slaappillen van mijn opa en ik weet dat het vergif is. 'Nog een laatste wens?' vraagt ze terwijl ze haar ogen op het flesje richt.
Ik denk na en leun naar voren, dan voel ik iets in mijn broekzak tegen mijn dijbeen aan prikken en ik weet ineens wat ik moet doen. 'Ja..' zeg ik 'Ja ik heb een laatste wens.. Ik wil een zoen'.
Ze kijkt me schattend aan om te zien of dat het waard is maar dan glimlacht ze van oor tot oor en zegt ze: 'Ja natuurlijk, dat lijkt me wel zo eerlijk'. Ze buigt zich naar voren en ik tast met mijn hand in mijn zak waar het mes zit. Ik peuter het eruit terwijl ik mijn lippen op die van haar laat belanden.
Bam.... Ik voel mijn hart weer bonzen, ik voel hoe mijn maag op hol slaat en weer voel ik dat ik niet logisch na kan denken. Deze zoen... Wauw... Ineens raak ik in paniek, als ik nu niet snel handel dan is het zo te laat en wordt het mijn eigen dood. Die paniek is net genoeg om het uitgeklapte mes dat in mijn hand ligt naar voren te steken en binnen een fractie van een seconde voel ik hoe de twee knalt kapot tegen de geruite tegels. Ik zie dat er uit de plek waar het mes in haar is blijven steken bloed druipt en ik weet dat ze niet lang meer te leven heeft.
Verbaasd door mijn eigen koelbloedigheid buig ik me voorover en met mijn lippen net boven de hare fluister ik: 'two can keep a secret, if one of them is death'.
Daarna ren ik het hotelletje uit.
Weg van deze plek.
Weg van dit moment.
Om alles voorgoed te vergeten.
Reageer (1)
wow ik heb een typfout gemaakt, het moet zijn: en binnen een fractie van een seconde voel ik hoe de lippen mijn lippen loslaten, hoe het meisje naar achter op de grond valt en hoe mijn mes kapot knalt tegen de geruite tegels.
1 decennium geleden