We staan daar met ze alle, het ene drankje na het andere wordt nu opgenomen in het bloed. De alcohol doet zijn werk en zorgt voor het luide gebrul.
Het meezingen met de muziek is ook iets aparts, bijna niemand kent de eigenlijke tekst, maar brult toch hoorbaar mee. Dit alleen om te laten weet:’Kijk hier ben ik! Alsjeblieft zie me niet over het hoofd!’
Dit geldt vooral voor vele dames op deze houten vloer, die wegdreunen onder het meest gedraaide liedje. Het ene na het andere ‘meisje’ wordt weggesleurd, door soms een mooie, anders een niet z’n mooie jonge man. Deze maakt een praatje en stelt, terwijl het gesprek het einde nadert, de meest gestelde vraag:’Hoe is het met je vriend?’ Ze verwachten allemaal maar één antwoord, die ze krijgen van de meest naïeve meisjes, van de aandacht zoekende meisjes, van de verlegen meisjes en van de meisjes waarbij hun alcohol promille zo hoog ligt, dat zelfs een weerwolf ze niet zou kunnen afschrikken, het antwoord is:’Welke vriend…?’

Zo tegen het einde van middernacht, ik verwacht echt geen grote pompoen of een glazen muiltje dat blijft haken achter de trede van een oneindig durende marmeren trap, waarbij mijn ‘prins’ mij later op alle manieren probeert op te zoeken, stapt er een goed gespierde jonge man op me af. Na de keren dat ik hier stond met jou, voelt dit als een nieuw begin. Ik mis de warme handen op me heupen, die lieve, zacht woordjes in mijn oor. Dit is echter niet iets wat gebeurd als je iemand ontmoet in een ordinair café.
Hij kijkt me aan, maar openingszinnen zijn vaak niet de beste dingen van jongens als hun promille ook aardig gestegen is, dus ik nam genoegen met een ‘hoi schoonheid’. Na een lachje en een vriendelijk handgebaar, belande ik in zijn armen. Een vriendelijke blik nam me toen mee, samen met zijn sprankelende ogen en zwart, niet al te lang, golvende, haar. Verder wil ik me niets herinneren. Want zo snel hij me vast pakte in zijn armen, zo snel meed ik zijn warme lichaam tegen het mijne. Iemand die zo ver weg is speelt nog steeds met mijn gedachte.

Wanneer de maan zich terugtrekt voor de opkomende zonnestralen, lig ik in mijn bed. Herinneringen spelen met wilde fantasieën, verstoppertje. Ze spelen tot de werkelijk wordt gevonden en deze warme tranen over mijn wangen laat rollen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen