De wie, wat, waar en wanneer van vandaag is om met een groepje de stad in te gaan, Amsterdam, bruisend van plezier, voor de meeste dan. Iedereen uit het hele land wil hier een keer geweest zijn, en wij vinden alles normaal. Voor ons is dit standaard, niets nieuws. Ons praten, doen en laten is voor de rest van de wereld interessant. Je hoeft ook nooit te zeggen waar je vandaan komt als je zegt dat je ‘de son hebt sien sakken in see.’

Nu begint dus de tijd tussen het realiseren van mijn ‘verlies’ en het opnieuw weerzien van jou. Het besef valt later dan verwacht, de tranen kwamen eerder. Het leven gaat door, zonder jou alleen wat minder snel.
‘De tijd kruipt dus voorbij, en zonder jou loop ik hopeloos en moedeloos over straat.’ Denk ik sarcastisch. Dit is zeker iets dat jij dat het liefst zou horen, als je vroeg hoe het met me ging. Dat doe je dus niet, en dat antwoord zal dus je ook niet krijgen. Wat me nog het meeste pijn doet, is het idee dat je misschien helemaal niet aan me denkt, dus je ook niet wil weten hoe het met me gaat…

De wie, wat, waar, wanneer kwamen van een simpele jongen. Een jongen met een warme lach die me vroeg om mee te gaan. Met wie? ‘Een groepje.’ Wat? ‘De stad in.’ Waar? ‘Amsterdam’ Wanneer? ‘Ik heb geen idee’ Deze lach nam me mee op reis, bestemming tot nog toe onbekend. En deze lach deed me gelijk weer denken aan jou.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen