Hoofdstuk 2 [ Deel 1 ]
Op deze nieuwe vrijdag sleep ik mezelf voort, opzoek naar iets waar ik mijn gedachte in kwijt kon. De eerste week van school is altijd vermoeiend na een lange, relaxte vakantie. Dit is waarschijnlijk ook de reden waarom ik mijn gedachte niet bij de les kon houden, gelukkig was ik niet de enige. Iedereen in de klas was ontzettend druk en de leraar kon de rust niet bewaren. Verhalen over wilde vakanties gaan de klas door. Het harde gelach overstemd zelfs de bel.
Een vrolijke ‘hoi’ springt me in de pauze een paar keer tegemoet, een simpele ‘hallo’ kregen ze terug. “Hallo”. Het is z’n begroeting waarmee je aangeeft dat je dit gesprek helemaal niet wil starten. De begroeting waarbij je al spijt hebt dat je het begin van het begin van een gesprek heb aangekaart waardoor ze vaak nog blijven hangen voor een normaal ‘praatje’. Het onderwerp van z’n ‘praatje’ is vaak wie, wat, waar, wanneer en hoe. De beantwoorde vragen worden vaak geaccepteerd met een lach. Zo dus ook vandaag.
Elke dag heeft weer een nieuw onderwerp. ‘Zie je die jongen daar? Ja die met dat meisje daar achterin!’ Nu de vakantie voorbij is, iedereen elkaar een tijd niet heeft gezin, komen alle nieuwtjes achter elkaar eruit. Zo werd ik overladen met dezelfde vraag. ‘Heeft hij echt een nieuwe vriendin? ‘ ‘Is ze mooi?’. Vragen waarop ik het liefst geen antwoord gaf, maar weglopen was vaak geen keus.
Er zijn nog geen reacties.