Hoofdstuk 1 [ Deel 2 ]
Rond een uur of 3 stapten we uit deze sfeer en liepen we richting centraal station. Je vrienden zeiden je, bij aankomst op centraal, ontroerend gedag, je zei:Ik ga jullie missen. Ik slikte de brok in mijn keel door, dit keer voor het eerst.
Even later stonden wij dan bij de plek waar we zo vaak in het gras hadden gelegen. Waar we de zon hebben zien afdalen naar het koude water in de lente. Waar we in de sneeuw hebben gerold en waar we konden stoeien tot de avond zou vallen en weer op zou staan om de morgen in te luiden. Nu schijnt de maan feller dan ooit te voren, het verlicht ons pad naar de eenzaamheid. Ik hou van je en ik ga je zo missen. Tranen stroomden over je wangen, het is niet dat ik je niet vaker heb zien huilen, maar wel de eerste keer dat het me echt raakt. Het gevoel van spijt leek te stromen door mijn aderen die verbreidde en me hart tien keer zo snel liet kloppen. Ik huilde zonder geluid, mijn tranen maakte me warm en een warmere knuffel dan deze heb ik nooit gehad. Ik zal je voor altijd missen, Ik wist onbewust dat dit het einde van ons zou zijn. Misschien is dat de reden waarom we zo moesten huilen. We wisten dat dit het einde was.
Het licht van de laptop ,op deze herfstachtige dag, voor me doet zeer aan mijn ogen, wanneer ik het MSN balkje oranje zie kleuren. Ik zucht alweer, ik durf ze niet te tellen. Ze zeggen oefening baart kunst, maar mijn zucht blijft een verdrietige en eenzame nasmaak hebben. Hee zegt hij. Het is zn tijdsloze begroeting waarvan je weet dat het niks goeds kan betekenen, maar toch vriendelijk bedoelt is. Achteraf bedenk ik me of dit wel zo vriendelijk bedoelt was. De woorden die ik terug stuur op deze vriendelijke, tijdloze begroeting, zijn alles behalve doordacht, het zijn gevoelens die van top tot teen door me heen razen, die alleen ik kan begrijpen waardoor ze onbegrijpelijk zijn voor jou, maar duidelijker dan dit kan ik toch echt niet zijn... De woorden: wachten en tijd komen niet in mijn woordenboek voor, en zullen er ook nooit in komen; dat is wat ik toen dacht. Nu weet ik wel beter. Je liet me klaarblijkelijk weten dat het niet zo door kan gaan, dat wist ik al voordat dit gesprek begon.
De volgende dagen gingen de gesprekken hetzelfde. Gedurende deze heldere herfstdagen (in de zomer) heb ik me een beetje te veel laten gaan. En alle woorden met te ervoor zijn slecht, behalve tevreden. Tevreden is iets wat wij nooit waren. Wij wilden altijd meer.
Degene die met het minst tevreden is, is het rijkst, want tevredenheid is de grootste schat.
Socrates
Er zijn nog geen reacties.