[ 5 / 10 ]
Moe sta ik voor de glazen deur van het hoofdkwartier boven het station. Ik zucht en doe de deur open, de stemming was gespannen het meest verward. Iedereen was moe, mensen hadden zelfs gegaapt. Twee mannen in verschillende uniforms staan op, ze lopen naar Arthur en begroeten hem. Het bleef stil totdat Scotland opstaat van zijn stoel. Met zijn vermoeide ogen keek hij ons allemaal aan. Mij, Wales, Ireland, Northern Ireland, Arthur, Alfred, Matthew en de twee mannen onder de naam Yao en Ivan. Zuchtend kijkt hij naar het whiteboard, vijf politie stations allemaal verwoest. Mijn blik werpt op het whiteboard langs Scotland, mijn ogen rollen over de politie stations, oranje, turqoise, olijf, groen, wit, zwart, donker blauw en dan nog roze zijn over. Maar het zal niet lang duren totdat nog een team is uitgeschakeld. We hoeven er eigenlijk geen moeite voor te doen, maar we zijn altijd alert. Groen, wit en zwart, hun moet je nooit vertrouwen. Mijn gedachten gaan weer naar het auto ongeluk met mijn moeder wanneer we net naar een 'feest' in Londen willen gaan. De botsing, geen teken van mijn moeder, Arthur. Maar het voelde alsof ik een detail heb gemist, een piep kleine detail. Mijn moeder was op de vlucht had ik van Arthur gehoord, maar waar ze was wist ik niet...alhoewel, ik wist dat mijn moeder bij de maffia zat informatie die ik van Arthur had gekregen. Een glimlach verschijnt op mijn gezicht, wat de aandacht van de anderen heeft getrokken. De vermoeide en uitgeputte gezichten kijken naar mij. Ik loop naar Scotland toe en pak de zwarte stift voor de whiteboard. Hij kijkt me vragend aan maar wil niks stellen, niet eens zijn mond open doen. Rustig en gekalmeerd gaat hij zitten met zijn armen over elkaar. Ik kijk Arthur aan met mijn [ oog kleur ] ogen.
"Mijn moeder, zij hoort toch bij de maffia?"
Arthur knikt, niet wetend waar dit allemaal naartoe leid. Ik draai mijn gezicht toe naar Scotland, die mij vragend aankijkt.
"De groene politie heeft toch maffia?"
Scotland knikt, de rest staart haar aan iets meer begrijpend over het onderwerp dat aangaat komen.
"Misschien is mijn moeder ontsnapt en terrecht gekomen bij de maffia van de groene politie?"
Arthur zet een stap dichterbij en knikt.
"Het kan, maar ik weet het niet zeker.."
Scotland staat op van zijn stoel.
"Ik kan je niet beloven dat het een makkelijke taak word."
Ik zucht en Alfred kijkt me aan.
"Oorlog beginnen tussen hun is zeker iets wat je niet wilt."
Ik knik en bijt op mijn lip.
"Maar.."
Zegt Wales.
"We kunnen het proberen!"
Voegt Ireland enthousiast toe met een brede glimlach. Glimlachend knik ik een bedankje aan haar en gaap. Scotland zucht en wrijft met zijn vingers door zijn ogen.
"Jongens, laten we maar gaan..we hebben een lange dag voor de boeg morgen."
Iedereen knikt en loopt weg, de glazen deur uit.
"[Naam]."
Arthur pakt mijn bovenarm en sleurt me naar zich toe, mijn lijf staat dichter bij de zijne.
"Je hebt fantastisch werk verricht."
Zegt hij met een knipoog, ik voel hoe mijn wangen rood worden wanneer hij zijn lippen tegen de mijne aandrukt. Ik maak de zoen af, adembenemend sta ik voor de glazen deur als iedereen bijna weg is. Grijnzend loop ik met Arthur naar zijn appartement toe.
~~~
De volgende dag.
Gapend wrijf ik met mijn vingers door mijn ogen, ik ga rechtop staan en staar voor me uit. Ik sla de dekens van me af en geef Arthur een kus op zijn wang, wankelend loop ik naar de keuken. Nog steeds mijn slaap niet uit. Ik pak een pan en begin een simpele omelet te maken. Ik voel twee armen om mijn middel slaan en ik slaak een kleine gil.
"Arthur!"
Hij lacht een beetje maar geeft dan kusjes op mijn nek helemaal naar boven tot mijn wang. Glimlachend pak ik een vork en een bord en leg de omelet op tafel.
"Je hebt gekookt."
Zegt hij met een glimlach, ik grijns en haal mijn schouders op.
"Waarom niet?"
Hij lacht en schenkt sinaasappel sap voor zichzelf in.
"Laat mij de volgende keer koken."
Zegt hij met een lieve glimlach. Ik slik mijn hap door en schud mijn hoofd.
"Naah, ik heb liever niet dat je daaraan denkt."
Hij haalt zijn schouders op en begint te eten. Een paar minuten later nadat alles is opgeruimd en ik me omgekleed heb besluit ik dat ik daar vroeg naartoe ga. Arthur geeft me een kleine kusje op mijn wang en ik verlaat zijn appartement om naar het politie station te gaan.
~~~
"Jongens! Wees overduidelijk op jullie hoede."
Roept Scotland mij, Ireland en Alfred toe. Alle drie knikken we en lopen we weg van het station.
"Groene politie station is een paar straten verderop."
Zegt Ireland, ik knik en denk even na. Zou Daniel hier meer over weten? Had hij de opdracht om Antonio te vermoorden als taak van de groene politie? Ik zucht. Overduidelijk hielp hij de zwarte, maar dat hoeft eigenlijk niets te betekenen.
"Ireland?"
Alfred en Ireland worden stil en kijken mij aan, vragend hoopt ze dat ik verder zal gaan met mijn vraag.
"Zijn er...bondgenootschappen?"
Ireland denkt even na en knikt dan met haar hoofd.
"Tuurlijk, groen, zwart en wit werken samen. Netzoals wij met blauw, geel en paars."
Zegt ze glimlachend, mijn ogen worden wijd en een glimlach spreid zich op mijn gezicht.
"Wat?"
Vraagt Ireland uiteindelijk en ik vertel haar het hele verhaal.
~~~
Scotland's POV.
'Geweldig.' Grom ik terwijl ik met mijn ogen rol. 'Nu moet ik ook een of ander persoon ondervragen, ik heb wel meer aan mijn hoofd zitten dan dat.' Geïriteerd loop ik de cel in van de abnormaal grinnikende Hongaar.
"Jó reggelt."
Roept hij me toe met zijn grijns.
"Good morning."
Antwoord ik terug. Ik pak een sigaret uit het doosje van mijn broekzak en steek het op, ik neem een trek en zucht uiteindelijk waardoor de sigaretten lucht in mijn mond weggaat. Ik steek het doosje voor hem uit en hij schudt zijn hoofd.
"Nem, köszönöm."
Ik knik en stop het doosje weer in mijn broekzak. Ik kijk hem even in zijn olijf groene ogen aan. Er was onschuld geschreven in zijn ogen, maar ik wist dat ze logen.
"Wat heb je met Antonio gedaan?"
Hij haalt een wenkbrauw op.
"Hoe bedoelt u?"
Grommend rol ik mijn ogen.
"Waarom heb je hem vermoord en in een vuilniszak gestopt."
Zijn mond maakt een 'aaah' beweging.
"Ik kreeg een opdracht van de maffia, van [Naam]'s moeder. Ziet u, ze werkt voor de groene politie en kreeg opdracht van Romano om die tomato bastard te vermoorden zodat er geen concurrentie is."
Ik knik en pak een stoel van de hoek van de cel en ga er op zitten.
"En [Naam]'s moeder kwam naar jou toe, zomaar om te zeggen dat het jouw klus is?"
Hij schudt zijn hoofd.
"Niet helemaal.."
Hij zucht en gaat dan verder.
"Ze heeft me eerder gedwongen, doe ik het niet dan krijg ik Lizzy niet meer te zien."
Een treurige blik was in zijn ogen te zien, ik knik en bijt op mijn lip.
"Was dat het?"
Vraagt hij, ik knik en loop weg.
~~~
[Naam]'s POV.
Ik kijk naar het smsje dat ik van Scotland kreeg. Ik vertel het aan de anderen en hun kijken me aan met moed in hun ogen.
"Dit kunnen we wel."
Zegt Alfred wanneer hij voor de groene politie station staat. Ik knik en kijk de twee aan.
"Doe niks geks hier buiten, vooral jij Alfred."
Hij grijnst en schudt zijn hoofd.
"Jij ook niet."
Zegt Ireland.
"Tuurlijk niet."
Zeg ik vrolijk en loop rustig naar binnen, zodra ik binnen kom staat er een vrouw naar me te glimlachen achter de balie. Ze gebaart met haar hand dat ik naar haar toe moet komen.
"Daisy Vargas, kan ik u ergens mee helpen?"
Vraagt ze vriendelijk, binnen was het ondraagbaar warm. De meubels waren rood, muur wit en plafond groen. Maar mijn ogen vielen op de tafels met borden pasta en pizza voor de neuzen van tientallen hongerige agenten. Ik knik.
"Ja, ik zoek [Naam moeder + Achternaam]."
Ze knikt en gaat van de balie vandaan.
"Volg mij maar."
Even later komen we bij een grote houten deur, een bruine kleur heeft het. Daisy doet de deur open en loopt er doorheen. Een jongen met bruin haar en een krul aan het uiteinde begroet me vriendelijk, pakt mijn hand en sleurt me mee de vergader ruimte binnen. Ik kijk naar de talloze mensen die er zitten met borden pasta voor hun neus. Apart kun je zeggen.
"Ik ben Feliciano en dat is mijn broer Romano, ve~"
Zegt hij vriendelijk en wijzend naar nog iemand met bruin haar, wat donkerder dan Feliciano en met amber gekleurde ogen.
"Feliciano, wat heeft dit te betekenen?"
Vraagt de man een beetje woest.
"Ze zoe-"
Hij word onderbroken door een vrouw die opeens voor me staat, niemand minder dan mijn eigen moeder. Ik word een beetje boos als ik haar speelse grinnik zie.
"[Naam]! Wat heb ik je gemist!"
Zegt ze blij en vrolijk, haar handen steekt ze voor zich uit wachtend todat ik haar een keer omhels. Ik schud mijn hoofd.
"En nu heb je me gemist?"
Ze krijgt een frons op haar gezicht maar haar speelse glimlach is er nog steeds. Ze kucht wat en kijkt me recht in mijn ogen aan.
"Meisje het liefst ga je hier weg, je weet niet waar mama toe in staat is."
Zegt ze kalm en zo vriendelijk mogelijk, ik krijg een minachtende gevoel en kijk haar boos aan.
"Mama, jij weet niet waar ik toe in staat ben."
Meeslepend door mijn woede haal ik mijn geweer uit mijn jaszak en richt het op haar gezicht.
"Zeg me waarom je Daniel bij dit alles hebt betrokken?"
Ze kijkt wat banger, maar nog steeds heeft ze haar speelse glimlach op haar gezicht. De agenten hadden of geen wapen, of ze waren te bang om ook maar iets tegen mij te doen. De vrouw die ik moeder noem pakt iets uit haar zakken en stopt het in mijn vrije hand.
"Neem dit, het zal je helpen. Geloof me."
Ze schudt zich los van mijn greep en staat met haar gezicht naar de agenten, haar geweer op hun gericht. Mijn ogen worden wijd maar mijn hoofd begint pijn te doen van verwarring. Een arm wordt op mijn schouder geslagen en een diepe lach was te horen. Ik draai mijn hoofd een graden naar links en kijk in twee bekende amberbruine ogen.
"Signora [Naam], laat me dit niet doen met je."
Hij grijnst en zijn vinger beweegt zich meer naar de trekker, ik knijp mijn ogen samen en hoor een knal. Mijn hart begint te kloppen en ik probeer mijn ademhaling te verminderen. Mijn moeder staat nu met een hartelijke glimlach voor me.
"Ik heb zelf op je gewacht totdat je eindelijk naar me zult komen liefje."
Zegt ze kalm op de normale toon die ik altijd heb aangehoord. Verbaasd kijk ik naar een stil liggende Romano die Feliciano in zijn handen heeft.
"We moeten vluchten, naar een andere schuilplaats."
Ze pakt haar mobiel en tikt een nummer in maar ze kreeg een antwoordapparaat. Grommend drukt ze op het rode knopje.
"Waarom neemt die Hongaar nou niet op."
Ik kijk mijn moeder aan, dan naar de Italiaanse polities. Ze blijven door eten met hun pasta, geen wonder dat ze dan de maffia hebben ingeschakeld.
"Ik weet waar hij is."
Zeg ik tegen mijn moeder, ze werpt een glimlach naar me toe.
"Laten we dan gaan."
~~~
Ondertussen heeft Scotland mijn sms gekregen en staat boven te ijsberen met Wales, Northern Ireland en Daniel.
"Weer twee ten onder."
Grommend gooit hij zijn zwarte whiteboard stift weg.
"Groen en oranje."
Daniel kijkt uit het raam, het boeit hem allemaal eigenlijk ook niet echt iets. Het liefst wil hij haar moeder weer zien om te vragen of alles volgens plan gaat. Ik doe de deurklink open en verschijn met mijn moeder, Ireland en Alfred door de deuropening. Daniel staat op en loopt met een grijns naar mijn moeder.
"Alles onder controle?"
Ze glimlacht vrolijk, eindelijk na vier jaar heeft ze nooit zo geglimlacht.
"Zeker, we moesten onderweg wel even een Zwitser vermoorden. Hij was zo iritant met zijn geweer."
Zeg ik zuchtend. Scotland aan de anderehand werd nog kwader.
"[Naam]! Je kunt niet zomaar ontschuldige polities afmaken wanneer jij het wilt!"
Ik kijk hem boos aan.
"Hij begon."
Hij draait zich om en streept groen en oranje door van zijn whiteboard.
"Is dat je moeder?"
Vraagt hij wijzend naar de vrolijke vrouw naast me in de armen van Daniel. Ik knik en hij glimlacht.
"Wat was nou eigenlijk het plan van jullie?"
Vraagt Scotland nieuwschierig, hij gaat op zijn bureau stoel zitten en steekt een sigaar op. Zijn groene ogen sluiten zich en openenen zich daarna weer.
"Ga zitten."
Zegt hij wijzend met zijn hand naar de stoelen. En mijn moeder neemt een diepe zucht voordat ze haar verhaal begint te vertellen.
Er zijn nog geen reacties.