2: Maaike
'Yes, eindelijk vrij!'hoor ik Joyce zeggen. We fietsen samen naar de ijssalon in de stad waar ik met Thomas heb afgesproken. 'Thomas is écht leuk!'zeg ik om Joyce te overtuigen. Volgens mij vind ze het niet leuk, dat ik verliefd ben. Dan ga ik alleen nog maar met hem om als we iets hebben, zegt ze. Ik vind dat ze zich niet moet aanstellen. Dat ik verliefd ben, betekent toch nog niet meteen dat we verkering krijgen?
We parkeren onze fiets in het fietsenrek, en lopen naar het punt waar we hebben afgesproken. Joyce gaat op een bankje zitten en vraagt:'Waarom moest Thomas nou mee?' 'Dat is toch gezellig? Je weet toch dat ik hem leuk vind? Maar hij is er nu nog niet, dus we kunnen nu nog even gezellig met elkaar kletsen.' We kletsen heel lang, maar Thomas komt maar niet. Als het al bijna 4 uur is, besluiten we maar naar huis te gaan. Ik baal er heel erg van dat hij niet is komen opdagen. 'Hij vind me dus niet leuk...'Zeg ik teleurgesteld.'Nouja, er zijn nog veel meer leuke mensen, toch?'probeert Joyce me op te vrolijken. Ik fiets naar huis en zwaai Joyce uit. Ik zet mijn fiets in de schuur, loop naar binnen en gooi mijn tas neer in mijn kamer. Ik ben verdrietig, teleurgesteld en boos tegelijk. Ik negeer het stomme gevoel en ik start de computer op. Ik pak mijn tas uit en kijk in mijn agenda, maar ik hoef geen huiswerk meer te maken. Ik heb mijn wiskunde al af. Toch een voordeel dat ik met wiskunde naast Jasmijn zit, ze zegt niks en is best saai, maar dan kan je je wel goed concentreren. Nou ja, behalve als Joyce dus weer met briefjes door de klas gaat gooien. Ik heb eigenlijk altijd wel een grote mond tegen leraren, maar bij wiskunde doe ik dat liever niet. Ik ben niet heel goed in wiskunde. Joyce is niet verlegen, maar ook niet brutaal. Als een leraar boos op haar word, wordt Joyce heel snel rood. Ik vind dat wel leuk, maar Joyce zelf niet. We zijn al heel lang vriendinnen, al vanaf de peuterspeelzaal. Toen zaten we in de zandbak en wilden we hetzelfde schepje gebruiken, dus toen maakten we samen een taartje. Zo werden wij vriendinnen. Ik log in op msn en kijk wie er online is. Oei, Thomas is online. Ik vraag hem maar meteen waarom hij niet kwam.
Maaikeee(H)zegt:
Heee, waarom kwam je vanmiddag niet?
Tomasss zegt:
Eh.. Ik dacht dat Joyce dat niet wilde?
Maaikeee(H)zegt:
Huh? Hoe weet je dat?
Thomasss zegt:
Wist je dat nog niet? Iemand heeft jullie briefje teruggevonden en voorgelezen aan de hele klas, toen jullie weg waren. Ik vond het al heel flauw, maar ik moest mijn tas nog inpakken, dus luisterde toch mee.
Maaikeee(H)zegt:
Ohnee, wat flauw! Wat heb je allemaal gehoord dan?
Thomasss zegt:
Alles
Maaikeee (H)zegt:
Dus omdat Joyce zei dat ze het niet heel leuk vond dat jij mee ging, ging jij niet mee?
Thomasss zegt:
Neej, logisch. Jij zou het toch ook niet leuk vinden als ik met Tim en jou een ijsje ging eten, en Tim zei dat hij het niet leuk vind als jij meegaat?
Maaikeee zegt:
ja, oke. Ik snap het, maar Joyce vind het vast niet zo erg. Wil je nog een keertje met mij en Joyce een ijsje eten?
Thomasss zegt:
Weet ik nog niet, maar ik moet gaan, doeei!
Nou, dat heb ik weer mooi verknald met dan briefje. Ik sluit de computer af, en ga naar beneden.
Er zijn nog geen reacties.