~014
Een heldere en warme zonnestraal schijnt op mijn gezicht. Ik stap uit bed en open de grodijnen. Verrast kijk ik naar de dikke witte laag sneeuw die op de aarde is verschenen. De opkomende zon doet de sneeuw schitteren. Ik kijk naar bed. Leeg. William is niet teruggekomen vannacht. Ik zucht en bij op mijn lip. Dan maar ontbijten. Ik loop naar de keuken, waar ik een broodje smeer en een kop thee zet. Dan neem ik dit mee naar de kamer waar ik op de bank plof om het op te eten. Dan valt mijn blik op het mobieltje dat op tafel ligt. Mijn mobieltje. Zou ik...? Ik pak mijn mobiel en druk hem aan. 34 gemiste oproepen van Niall. 12 smsjes. Een zucht piept tussen mijn lippen door als ik het eerste smsje lees ‘Why, Emily? Why? Come back, please!’. Ik besluit dat ik ze allemaal wil lezen. De eerste vijf hebben ongeveer dezelfde inhoud, maar de zesde is opeens anders. Tranen springen in mijn ogen als ik hem lees ‘Emily, I know you’re with William. I don’t know him, but I don’t like him. I don’t want him to hurt you, and I’ll keep searching for you until I found you and I’ve got you here, with me, far away from that William. I miss u.’ Waarom denkt hij dat William slecht is? Hij kent hem helemaal niet! Dan gaat de deurklink naar beneden en wordt de deur met een zwaai opengegooid.
Geschrokken kijk ik naar het gestalte in de deuropening. William is terug. Verwilderd kijkt hij naar me. Hij rilt. Zijn ogen staan bedroefd en kwaad. Wanneer hij ziet dat er tranen over mijn wangen lopen snelt hij naar me toe waarna de deur met een klap dichtvalt. Zonder iets te zeggen komt hij naast me zitten en slaat zijn armen om me heen. Met zijn ene hand streelt hij rustgevend over mijn rug terwijl zijn andere hand de tranen van mijn wangen afveegt. Nog steeds zeggen we geen woord. Hij duwt me zachtjes omlaag zodat ik met mijn hoofd op zijn schoot lig. Hij kijkt me aan. “Ga je me vertellen wat er is?” fluisterd hij bijna onhoorbaar. Ik schud mijn hoofd en bijt op mijn lip. Zou hij het begrijpen? Zijn ogen draaien weg en hij kijkt gekwetst en teleurgesteld naar buiten. Ik heb nog liever dat hij kwaad wordt, dat hij slaat scheld en schreeuwt. Alles liever dan dat hij teleurgesteld in me is. Ik bestudeer zijn gezicht. Hij staart nog steeds strak voor zich uit naar buiten, tot hij doorheeft dat ik hem doordringend aankijk. “Wat?” vraagt hij zonder emotie. Ik zwijg. Zou hij nog boos op me zijn? Ik kom wat omhoog en druk mijn lippen op de zijne. Hij laat me begaan, maar zoent niet terug. Ik stop teleurgesteld. “William, toe, wees niet boos. Ik kan het gewoon niet uitleggen!” hij moet de wanhoop in mijn stem wel horen. “Het is die blonde, hè?” hij bijt op zijn lip. Ik weet niet goed hoe ik moet reageren. “Hij... Het is niks William. Ik kwam hem toevallig tegen. Hij heeft me geholpen, meer niet!” fluister ik. “Geholpen waarmee? Ik help je toch met alles! Ik doe alles voor je Emily, dat weet je!” zegt hij wanhopig. Toch weet ik diep vanbinnen dat hij liegt. Dat hij acteert. Het is niet echt. We zwijgen.
Hij trok me mee de Starbucks binnen. “Even wat drinken, Little Bear! Daarna zien we wel. Waar heb je zin in?” vroeg hij opgewekt. Ik kijk naar de borden maar besef dat ik geen spaans kan. “Verras me!” roep ik vrolijk. Nadat ik mijn vanillie latte heb opgedronken springen we weer in de auto opweg naar het strand. We leggen onze handoeken neer op een rustig plekje en William haalt een picknickmand tevoorschijn. “Lunch!” kir ik vrolijk! Hij glimlacht. Aaahw, wat is hij zo schattig! Als ik een half croissantje in mijn mond heb gepropt bedenk ik me opeens dat ik nog steeds niet weet waarom ik hier ben. “William, ga je me eigenlijk nog vertellen wat we hier doen?” vraag ik voorzichtig. “Nu niet” zegt hij nors. Zijn glimlach verdwijnt en zijn blik staat op onweer. “Maar ik wil het weten!” zeur ik. “Ik zei nu niet, Emily. Nu niet!” bijt hij me toe. “Sorry hoor, maar ik wil gewoon weten waarom ik opeens ontvoerd ben naar Spanje. En hoe ik hier überhaupt terecht ben gekomen. En waarom ik me niks meer van de reis kan herinneren. Best normaal toch?” zeg ik sarcastisch. Een brandende pijn op mijn wang uit het niets. Mijn hand schiet naar mijn wang. Geschrokken kijk ik William aan. Hij kijkt ook geschrokken, maar hersteld zich snel. “Gewoon niet meer naar vragen, oké? Het komt nog wel.” zegt hij met een onschuldige stem. Klootzak!
Reageer (1)
super
1 decennium geledensnel verder lezen