4. Olivander
Mijn moeder liep door, tot het einde van de straat, waar een klein zaakje stond genaamd Olivander. Ze opende de deur en stapte opzij zodat ik erlangs kon. Ik stapte over de drempel en keek mijn ogen uit. Er stonden twee stoelen en een desk met daarop wat stukken perkament, maar daarachter... Stapels en kasten vol met dezelfde soort doosjes, daar zaten de toverstokken in. Mijn moeder gniffelde en ik mertke dat mijn mond openhing. Ik deed hem snel dicht en keek naar mijn schoenen. Ik hoorde een zacht gekras achter me. Ik draaide me om en zag dat mijn nieuwe goudblonde uil Ferdine, wat aandacht wilde. Ik glimlachte, liep naar haar toe, stak 1 vinger door de spijlen van de kooi en aaide haar borst. Haar ogen sloten. 'Olivander!', hoorde ik mijn moeder roepen en toen ik zeker wist dat Ferdine sliepn, haalde ik mijn vinger tussen de spijlen vandaan, draaide ik me om en liep naar de desk. Ik hoorde gerammel van achter uit de zaak komen en toen kwam, zonder waarschuwing, een man tussen de 2 kasten vandaan. 'Klein heksje Zoey', zei hij, met een stem waarvan je ging huiveren. Hij bekeek me goed, mijn handen, mijn lichaamsbouw, mijn gezicht, alles. Toen draaide hij zich om en zocht met trippelende vingers tussen de kasten. 'Ah!', zei hij plotseling en ik schrok een beetje. Hij pakte een doosje uit de kast en liep weer naar me toe. Hij legde het doosje op zijn desk, haalde de deksel eraf en haalde er een prachtige zwarte glanzende toverstaf uit. '32,7 centimeter, loofhout, licht buigzaam, hartenbloed van een Chinese Zenger', zei hij. Wat? Hij reikte me het 'handvat' toe en ik pakte hem aan. Meteen verspreidde zich een warm gevoel in mijn arm, kriebels in mijn buik, een gelukzalig gevoel in mijn hoofd en rode en gouden vonken spoten uit de punt van de staf. 'Perfect!', riep Olivander en ik zag vanuit mijn ooghoek dat mijn moeder een trotse lach op haar gezicht had.
Er zijn nog geen reacties.