--10--

Hèhè. Eindelijk had ik de tent gevonden. Nadat ik naar de WC was geweest, was ik het verkeerde pad ingeslagen. Gelukkig kwam ik Tom tegen. Die had me de goed kant op gestuurd.
Ik deed mijn schoenen uit en wreef tegen mijn pijnlijke enkels. De volgende keer zou ik sokken aandoen. Voorzichtig deed ik de tentrits dicht en draaide me om om weer in mijn slaapzak te kruipen. Gelukkig had ik mijn slaapzak deels opengelaten! Nu kon ik er gemakkelijk in. Toen ik in mijn slaapzak lag, keek ik of Samira sliep. Ik probeerde me over haar heen te buigen, en ik schrok. Samira was weg! Ik besloot me er niet zo druk over te maken, en bedacht dat ze misschien naar de WC was. Net als ik. Ik pakte een boek uit haar tas en begon te lezen.

Ik hoorde gestommel buiten en ik zat meteen rechtop. Shit. Nu wist ik niet meer waar ik was. Het boek dat ik per ongeluk had dichtgeslagen, legde ik naast me neer en ik kroop met slaapzak en al overeind. Voorzichtig ritste ik de tent open en ik zag een bekend persoon. Samira!
'Eey, kom je de tent nog binnen? Ik krijg het koud!' riep ik. Ik legde snel een hand voor m'n mond. Ik hoopte niet dat ik de hele camping wakker had gemaakt. Gelukkig kwam Samira naar me toe.
'Waar was je nou? Ik heb je overal gezocht!'
'Ik ging naar de WC'.
'Oh'.
'Kom binnen, straks wordt je nog ziek en het is vakantie!'
Samira stapte naar binnen en meteen pakte ze haar jas en legde die over haar schouders. Ik ritste de tent weer dicht.
'Ik heb effe je boek geleend hoor'.
'Is goed'.
Samira vond alles goed. Dat was ook zo super aan haar.
'Die Dat heb ik weer!-serie van Carry Slee is echt goed!'
'I know'.
Ik lachtte. Samira zei altijd I know.
'Wat vind je trouwens van Karin en Tom?'
'Jij?'
Raar dat we het er gister niet over hadden gehad.
'Karin vind ik een beetje kattig en Tom vind ik heel aardig', zei ik.
'Ik vind Karin ook kattig, maar Tom vind ik echt heel irritant'.
'Hoezo? Hij heeft mij de weg naar mijn tent gewezen'.
'Bij mij zei hij dat ie jou had gezien, want ik was dus opzoek naar jou, en toen volgde ik dat pad, alleen die liep rond de camping. Dus liepen we steeds rondjes'.
'Tom?'
'Ja'.
'De sukkel', zei ik en begon weer verder te lezen in het boek.