3. De Wegisweg
Have fun
Ik wist niet waar ik moest kijken, aan links en aan rechts overal winkels, met in de etalages dingen waarvan ik niet wist wat het was of waarvan ik dacht dat ze alleen in sprookjes bestonden. Mijn moeder gniffelde om mijn gezicht. Ze liep voor me uit, langs winkeltjes met allemaal rare namen: Klieder & Vlek, Braakbals Uilenboetiek, Madame Mallekin, Olivander. Het duizelde me allemaal een beetje. Mijn moeder stopte en ik ook. Ik keek verbaasd omhoog en ik zag een groot wit gebouw met gigantische dubbelde deuren. Mijn moeder liep voor m uit, de deuren door. Aan de zijkanten stonden tientallen tafeltjes met daarachter kobolden, die ik wel eens in films en verhalen zag en las. Ik liep een beetje nerveus achter mijn moeder aan. Ze stopte en ik botste half tegen haar aan. Ik keek om mijn moeders lichaam heen en zag een hogere tafel dan de andere kobolden hadden, een soort katheder eigenlijk, waarachter wel de lelijkste kobold zat die ik ooit had gezien. Puisten, gele tanden en een chagrijnig gezicht. Mijn moeder gaf een kuchje en hij keek op. 'Ah, mevrouw Rodi, ik dacht al, wannneer komt ze nou met haar kleine heksje?', zei hij met een krakende stem. Ik huiverde en keek en luisterde naar het gesprek tussen mijn moeder en de kobold. 'Ik roep Zilvertand wel om u te begeleiden', zei hij en hij liep weg, een houten deur door.
Een golf misselijkheid overviel me. Gatverdamme! We zaten in een karretje op een rails, die ons langs watervallen, grotten en kluizen bracht. Het leek meer op een achtbaan. Ik deed mijn best om niet over te geven. Uiteindelijk stopte het karretje zo plotseling dat ik naar voren werd geworpen. Ik stapte uit en ademde diep in en uit. Mijn moeder lachte en Zilvertand keek me met een opgetrokken wenkbrauw aan. 'Sleutel graag', vroeg hij aan mijn moeder. Mijn moeder gaf hem een klein bronzen sleuteltje, die hij in kluisje 583 stak. Ik hoorde geklik en geratel en het kluisje opende. Ik werd verblind door de glans van bronzen, zilveren en gouden munten. Mijn moeder pakte een klein buideltje tussen haar vest vandaan en stopte er wat munten in, gewoon, willekeurig.
Ik keek naar mijn prachtige donkerpaarse mantel. We hadden die en mijn schooluniform net bij Madame Mallekins gehaald en ik glimlachte van oor tot oor. We gingen van winkel naar winkel. Mijn moeder haalde de spullen en omdat ik alleen maar verwonderd naar alles stond te kijken, moest ze me meeslepen zodat we weg konden. 'Nu alleen nog een staf', zei mijn moeder. Yes, the best for last!
Er zijn nog geen reacties.