5.1: The man who can't be moved
zo zo... Ik dacht: morgen heb ik examen Frans en daarna nog een hoop examens dus ik zal nu maar snel een chapter dumpen of die arme lezers zitten weer een week zonder chapter. Dat kan toch niet? Hahah
Dus eventjes de gebruikelijke meldingen:
-Sherlock Holmes pov
-Soundtrack
Ik had de datum voor mijn terugkeer al vastgelegd: 23 december. Dat was nog ongeveer zes maanden.
De hotelkamer was al geboekt en ik had mijn huidige zaak afgerond. De laatste zaak die ik hier zou doen in Australië. Het was zeer frustrerend geweest en er waren geregeld meer dan twee pakjes per dag door gegaan.
Momenteel focuste ik mij volledig op wat ik doorheen de jaren dat ik hier was als tijdverdrijf had gedaan zo nu en dan. Dat was namelijk het opsporen en stukje bij beetje uitschakelen van Moriarty diens aanhangers.
Hoewel Moriarty zelf opmerkelijk slim was geweest, doordacht en altijd zijn sporen kon bedekken, kon zijn netwerk dat niet. De informanten waren makkelijk te traceren, ze hadden niet eens de moeite gedaan zich te verbergen. Die gingen er van uit dat alles in orde was. Voor zijn sluipschutters moest ik wat meer moeite doen en ik was genoodzaakt de hulp in te roepen van Irene Adler.
Adler was redelijk coöperatief gezien ze nog een schuld te verlossen had bij mij. Hoewel het veel drank en ongewilde oefening van mijn recente versierkunsten kostte, kreeg ik toch alle namen uit haar en met wat die personen normaal gezien bezig waren.
Na twee weken kreeg ik een bericht van mijn daklozennetwerk uit Londen. Ik had enkele weken geleden Molly erop af gestuurd om één van hen: Nikklaus Van Oerthe een brief te geven die ik oorspronkelijk naar haar gestuurd had. Hij had op zijn beurt mijn brief beantwoord en Molly die naar mij laten sturen.
Het bleek dat John verloofd was met een verpleegster waar ze niet meer van wisten dan dat ze maar gematigd knap was,blonde haren had en net als John in het ziekenhuis werkte waar ik vanaf was gesprongen, namelijk St. Barts. Ook werd er in de brief vermeld dat hij ongelukkig leek.
Ik wist niet hoe ik met de nieuwe situatie moest omgaan. Mijn John zou trouwen, wat moest ik dan doen als ik terugkwam? Misschien zou het ongehoord zijn de bruidegom van voor het altaar weg te graaien, maar ik zat niet in met formaliteiten.
Maar, van wat ik moest aannemen van iedereen die verliefd was, was het fout om een relatie aan te gaan met iemand terwijl je nog verliefd was op een ander. John, met zijn romantische e-mails was romantisch. Dus het zou sterk zijn mocht hij dit doen. Dus de affectie die ik bij hem had verondersteld moest fout geweest zijn. Nee, ik ben Sherlock Holmes. Ik kan onmogelijk fout zijn, mijn deducties zijn feilloos.
Dus dan moest hij van me gehouden hebben, vermoedelijk zonder het zelf door te hebben en ja, hij was in rouw dus hij gaf om mij. Maar hij mistte het inzicht om in te zien waarom hij zo rouwde. En omdat hij zich niet bewust was van zijn gevoelens ging hij gewoon verder leven en verder de ene vriendin na de andere verslijten. Ja, dat was iets voor John. Als het uitgeraakte met een vrouw dan kon hij de eenzaamheid niet aan, ging uit en vond een andere vriendin. Ze volgden mekaar zo snel op dat zowel hij als ik ze door mekaar haalden.
Dus hij stond niet stil bij het verlies om mij en vulde de leegte snel op. Dat was het meest reële, maar waarom zou hij trouwen? John sprak nooit over trouwen bij zijn vriendinnen. Waarom deze dan wel? Misschien zodat ze hem niet meer verliet omdat hij eindelijk inzag dat hij eeuwig van vriendin op vriendin zou hoppen. Hij kwam op die leeftijd, het was logisch.
Maar toch wou ik hem nog één keer zien, al was het maar vanop afstand. Eén blik en ik zou een bevestiging krijgen op al mijn assumpties. John was een open boek, ik merkte alles aan hem op.
Het volgende bericht kwam een dag voor mijn vertrek. Hij zou trouwen op vierentwintig december, de dag nadat ik was aangekomen.
In London was het eerste wat ik bezocht nadat ik mijn koffers had afgezet in het hotel waar ik logeerde mijn graf.
De grafsteen glansde nog als nieuw en was voorzien van een witte roos. De roos was recent, waarschijnlijk nog hier gelegd gisteravond gezien de blaadjes op de stengel lichte tekenen vertoonden van afsterving. Het was een kille nacht geweest en het had gevroren en gewaaid, dat verklaarde waarom de roos naast het graf lag in plaat van erop. Alle voetsporen nabij mijn graf waren afkomstig van één dezelfde man gezien ze dezelfde grootte en reliëf hadden. Er was één persoon die het dagelijks bezocht. Er was maar één persoon die ik kende met deze schoenmaat. John Watson.
John was nog gehecht aan mij en bezocht me nog dagelijks om me te gedenken of uit gewoonte. Maar vlak voor mijn graf waren de schoenafdrukken dieper. Hij stond dus een hele tijd voor mijn graf meestal. Hij dacht hier na.
John kon niet goed afscheid nemen. Hij beschouwde me nog als een actief deel van mijn leven. Normale mensen gedenken in hun hoofd, toch bleef hij terugkeren, zelfs na drie jaar. Dat hoort niet bij een gewone vriend.
Ik bleef nog even staan maar kon niets meer afleiden van deze plek. Tegen dat ik het kerkhof verliet was de hemel al donkerblauw en de temperatuur was diep gezakt tot het vriespunt.
Een man genaamd Chuck O'Malley, een dakloze, kwam op me af.
'Sherlock, er is iets veranderd waarvan we je niet meer konden informeren voor je vertrok.' 'Wat mag dat dan wel zijn?' 'De datum van zijn huwelijk is op het laatste moment verzet naar tweeëntwintig december.' 'Gisteren.' De man knikte. 'Goed. Je kunt gaan.' De man vertrok.
Watson was dus al vertrouwt en hoorde volgens de tradities op huwelijksreis te zijn. Ik vloekte, stampte kwaad met mijn voet op de grond en bokste tegen de boom die naast me stond.
Nadat ik me tien minuten had afgereageerd, me niets aantrekkend van de vreemde blikken die voorbijgangers op me wierpen, vertrok ik naar Bakerstreet. Hopelijk had John een paar van mijn spullen bewaard. Maar ik vreesde voor de schedel, de hand en de proefbuizen. Hij zou vast niet willen dat een vrouw die ooit zag en had ze vermoedelijk weg gedaan.
Ik had nog een sleutel, dus binnen geraken was niet moeilijk. In het huis heerste een vredige stilte en het was er aangenaam warm. De verwarming hoorde nochtans af te staan op onze verdieping gezien John op huwelijksreis was.
Verdacht, maar momenteel waren het allemaal losse eindjes in mijn hoofd die ik nog niet kon verbinden.
Ik knipte het licht aan en was verbaasd door wat ik zag. Alles stond nog steeds op exact dezelfde plek. Ik bleef even staan omdat ik door verstomming geslagen was. Als John hier nog woonde en niet gewoon bij zijn vriendin was ingetrokken en al mijn spullen hier achter had gelaten, dan zou die nieuwe vriendin. Vrouw, was het eigenlijk, zich kennelijk hier niet aan storen. Onmogelijk voor een vrouw om zich niet te storen aan de schedel die nog steeds een plekje bij het vuur bezette.
Mijn viool stond nog steeds in de hoek waar ik het had achtergelaten en wanneer ik verder rondliep bemerkte ik dat ok mijn viool op de vertrouwde plek stond.
In de hele woonkamer of Johns kamer stond ook nergens een foto van de blonde Mary Watson. Het enige wat ik vond waren enkele krantenknipsels die ingekaderd waren getiteld:
"Sherlock Holmes fans en Sherlock Holmes gelovigen verzamelen zich op internet."
Ik las het artikel snel.Kennelijk waren er enkele mensen die in mijn onschuld geloofden. Het andere artikel was getiteld: "Meesterdetective's onschuld bewezen"
Ik was onschuldig door een tekort aan bewijs en ze hadden een hoop redenen om te geloven dat ik onschuldig was en geen fraude had gepleegd. Het was vreemd dat ik hier geen lucht van had opgevangen. Maar ik was meer dan tevreden dat de Britse regering eindelijk een juiste conclusie had getrokken, zonder mijn hulp.
Mycroft zat er waarschijnlijk voor iets tussen. Verder was er nog één ding dat aan de muur hing, namelijk mijn kaartje van bij de begrafenis. Er stond niet veel op, enkel mijn naam, mijn ouders en Mycroft de zijne. Geen kinderen en geen vrouwen. Het zou aan iedereen behoort kunnen hebben als er geen twee regels tekst stonden op de achterkant met een kort woord van John en op de voorkant een afbeelding van mij. Bij wonder niet van mij met die stomme hoed. Maar een foto, hier in de woonkamer van mezelf terwijl ik viool speelde. Ik kan me niet herinneren dat iemand ooit een foto van mij had genomen, maar ik vermoed dat het John was.
John, John, John. Al mijn spullen waren hier en ik was kennelijk de enige van wie het waard was dat er dingen aan de muur werden gehangen.
Ik liep verder en begon alle papieren die ik tegenkwam in de tassen te proppen die ik had meegenomen.
Ik hoorde plotseling hoe de trap snel werd bewandeld, en de deur werd geopend. Ik bevroor op de plek. Al snel was de deur open, hoorde ik voetstappen en plots. Stopten ze.
'S-Sherlock?'
Ik legde de papieren neer die ik nog in mijn handen had en een lichte zenuwtrek van het ongemak schoot over mijn gezicht terwijl ik me omdraaide naar de bron van het geluid om verenigd te worden met Johns gezicht.
Maanden van planning en ik was sprakeloos. Plotseling viel alles op een rij: De roos die gisteravond nog op mijn graf gelegd was door hem, de artikels aan de muur, al mijn spullen die hier nog stonden, de verwarming die aan was. John was niet getrouwd gisteren. Hij zou nog trouwen. Hij droeg het kostuum in zijn armen. Mensen gingen niet naar graven na hun huwelijk, mensen lieten hun huis niet verwarmen als ze weg waren en mensen lieten al zeker geen spullen drie jaar staan als ze aan personen behoorden die amper iets voor hen betekenden.
Maar het zou gebeuren, de dakloze was fout. Hij had een bord van:" te huur" is zijn handen. Hij zou hier vertrekken, hij zou trouwen en dat zou hij morgen doen.
Waarom zag ik het niet eerder?
Reageer (1)
Y U NO WRITE FURTHER
1 decennium geledencliffhangers. echt. het is al erg genoeg dat BBC ons zo lang doet wachten. doe mij dit alsjeblieft niet aan. alsjeblieft.