44. | CityHall
Ik sta te klungelen met de dozen rozen blaadjes en de zakken waxinelichtjes. ’Dit is niet grappig. Als je nou niet snel iets pakt laat ik alles op de grond vallen. Dan draag jij het maar.’ Tom komt naar me toe gesloft en pakt wat van mij over. ’Danke.’ Ik kijk niet een keer de winkel rond. ’Wat hebben we nog meer nodig?’ Tom haalt zijn schouders op. ’Als we eerst deze dingen af rekenen en dan thuis even kijken wat we nog moeten hebben. We moeten zo meteen ook nog naar het gemeentehuis he.’ Ik knik. Samen lopen we naar de kassa. Er staat gelukkig geen rij dus we kunnen het gelijk af rekenen. We leggen alles op de band. ’Dat is dan €16,- ‘ Ik geef de caissière precies €16,- en doe alles in 2 tassen. Ik geef Tom een tas en neem er zelf een. ’Waarom moet ik dat dragen?’ Ik kijk Tom droog aan en loop verder. Tom komt zuchtend achter me aan gelopen. ’Het is half 4. We hebben nog een uur.’ Ik knik. Ik loop naar Tom zijn auto en wacht tot dat hij hem heeft open gedaan. ’Wat ga je doen?’ Ik rol met mijn ogen. Soms is hij zoooo slim, niet dus. ’De spullen in de auto leggen misschien. Anders moeten we er de hele tijd me lopen.’ Tom kijkt me dom aan en pakt dan zijn auto sleutels. Hij opent de auto en loopt naar me toe. Ik doe de achterklep open en leg de tassen erin. Ik doe de achterklep weer dicht en Tom doet zijn auto weer op slot. ’Pff.. Nog een uur. Wat kunnen we nu doen?’ Tom wil net antwoord geven als zijn mobiel af gaat. ’Het is Bill.’ Ik knik. ’Ga je nog op nemen of hoe zit dat?’ Ik kijk Tom vragend aan die naar zijn telefoon staart. Tom knikt en neemt op.
’Met Tom.’
(…)
’Ja Sorry, ik kon mijn mobiel niet vinden.’
(…)
’We zijn nu in de stad.’
(…)
’Ik heb om half 5 een afspraak met iemand. Ik kom laat thuis. Ik eet wel ergens in de stad.’
(…)
’Gewoon iemand. Het is niet belangrijk. Doe Elle, Georg en Gustav de groetjes van mij.’
(…)
’Ik heb Eline naar huis gebracht.’
(…)
’Doei. Ik haal Eline wel op als ik terug kom.’
(…)
’Oke, Doei.’
Tom klapt zijn mobiel weer dicht en zucht. ’Dus ik ben thuis. Wat als ze naar mijn huis gaan?’ Tom kijkt me raar aan. ’Ik heb gezegd dat ik je op haal als ik gegeten heb. Hun hebben daar nu geen auto he.’ Ik kijk Tom droog aan. ’Georg heeft een auto. Gustav heeft een auto.’ Tom kijkt me dom aan. ’O ja. Nou anders ben je er even niet.’ Ik schud lachend mijn hoofd. ’Zullen we alvast naar binnen gaan?’ Tom wijst naar het gemeentehuis. Ik knik en samen lopen we naar binnen. We zeggen gedacht tegen de vrouw die ons eerder heeft geholpen en lopen naar een bankje. ’Waarom is het hier altijd zo stil?’ fluistert Tom. Ik kijk Tom aan en haal mijn schouders op. ’Geen idee. Het is wel vervelend.’ fluister ik terug. ’Ik ga vanzelf zacht praten.’ Tom grinnikt en knikt. ’Ik ook.’ Ik leg mijn hoofd op Tom zijn schouder neer en zucht. ’Moe?’ Ik knik en sluit mijn ogen. Na een tijdje voel ik dat Tom wat in mijn oor fluistert. ’Hmm..’ Murmel ik. Ik open mijn ogen en kijk Tom aan. ’Wat zei je?’ ’Dat we nu al kunnen komen. Het is nu 4 uur.’ Ik knik. Ik rek me eens uit en haal een hand door mijn haren. Tom staat op en steekt zijn hand naar me uit. Ik pak zijn hand aan en laat me overeind helpen. ’Danke, Weet je ook waar we moeten zijn.’
Reageer (7)
GneGne,, Supeer snel vedder ;]
1 decennium geledenXx.
*Oew weer zoon helle diepzingige reactie ><*
Misschien fluisterde hij juist iets anders.^^
1 decennium geleden