Met een brok in mijn keel sloeg ik de krant dicht. Ik nam niet de moeite om nog naar mijn zus te kijken, dus griste te krant van de tafel en liep naar de griffoendor tafel. Ik gooide de krant voor Harry en Hermelien. Hermelien begon greetig te lezen en Harry keek me aan. Hij vroeg me hetzelfde wat ik Katy net had gevraagd. 'Lees nou maar.' Antwoorde ik hetzelfde. Hermelien was al snel klaar en draaide zich tot me. 'Charlotte.. Wat.. Wat vreselijk. Eerst dat ongeluk en nu dit.' Ik knikte kort en legde een toast op mijn bord. Zo leek het nog op dat ik wat ging eten, maar ik kreeg geen hap door mijn keel. Ik kende mijn tante niet. Ik heb haar naar gehoord. Gezien, gelezen. Ze is ook op ziekenbezoek geweest. Het was echt een schat van een mens. Ik kende haar beter dan mijn eigen ouders, vandaar dat ik het misschien erger vond. Had ik eindelijk een familielid leren kennen, is ze spoorloos. Fijn. Inmiddels had bijna iedereen het al gelezen en ze keken me vol medeleven aan. Hier had ik dus echt geen zin in. Ik stond op, negeerde alle vragen en liep de zaal uit. Ik zag Draco vragend kijken, maar ik wuifde het weg. Zonder succes natuurlijk, hij stond op en liep meteen achter me aan. Een paar gangen verder haalde hij me in en draaide me om. 'Char, wat is er?' Vroeg hij me. Noemde hij me Char? Dat mocht alleen m'n zus, had ik net besloten. 'Ten eerste, noem me nooit meer Char. En m'n tante is vermist.' Sprak ik hem bot toe. 'O, het spijt me Char..lotte.' Ik knikte kort. 'Dankjewel.' 'Hoe heette ze?' Vroeg Draco. 'Sisilia.' Zij ik zacht. Toen hield ik het niet meer. Ik barstte in tranen uit. Niet alleen voor mijn tante. Voor mijn ouders, voor mijn geheugen dat ik kwijt was geraakt. Voor dat ik Draco gebruikte, en Harry vorig jaar had bedrogen. Voor de pijn die ik mijn familie aandeed, en vooral mijn zus. Voor het kwijtraken van mijn zorgenloze leventje. 'Het spijt me' Snikte ik en hij legde me op zijn borst. 'Kom.' Zij hij zacht en hij tilde me op. Als een lappenpop lag ik in zijn armen. Hij liep naar buiten, naar het meer. Hij ging zitten en legde me tegen hem aan. 'Het komt wel goed. Ze word wel gevonden.' Zei hij terwijl hij over mijn hoofd aaide. 'Ik hoop het.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen