1.
'Sukkel! Waarom heb je verdomme nou die restjes van het brood weggegooit? Weetje hoe hartstikke duur die dingen waren? Nou? Denk effe na man, die restjes hadden we hartstikke goed kunnen gebruiken maar jij gooit ze in de prullenbak. Nu moet ik weer geld uitgeven.' zei ik half gillend en half schreeuwend. Sylvana lag lekker in mijn armen te slapen, tot toen net. Haar ogen sprongen open en ze begon te brullen. Er werd hard op onze flatdeur geboenkt en ik rolde mijn ogen. Ik keek Dylan met een razende blik aan en hij liep verveeld na de deur en trok die open. De onderbuurman en zijn vrouw met drie kinderen stonden voor de deur. Twee van de kinderen huilden, dat heb je met van die kleine gevallen. De oudste - zo zag 'ie er tenminste wel uit - stond op uitbarsten, overgevoelige kip. De vrouw keek van de onderbuurman keek gefrustreerd en mompelde iets van: 'Gelukkig gaan we hier binnenkort weg.' waar ik erg blij mee was, weer een last minder. De buurman deed het oudste kind na en dat kind leek verdomd op d'r vader.
'Hier was een feestje aan de gang, zo te horen?' snauwde de onderbuurman op een vreselijke, cynische, toon. Waarschijnlijk had Dylan weer iets van twee biertjes op, hij slingerde vrolijk in het rond en gaf de onderbuurvrouw een lange kus op haar lippen. Ze keek verafschuwd en zat gebaren te maken dat ze aan het drijgen was de politie te bellen.
'Je doet maar lekker,' antwoorde Dylan nugter - hij was het eigenlijk niet, maar het kon hem geen eene bak schelen. Ik fluisterde met een snijdende ondertoon dingen in zijn oor: 'We hoeven niet nog meer problemen... Ik moet toch nieuwe kleren kopen voor het gezin? Die Replay skinnyjeans van Sylvana kunnen echt niet meer hoor, kijk dan, ze zijn helemaal verkreukeld en er zit een gigantische scheur aan de zijkant van haar broek!' Ik zei het bijna zo hard dat de sukkels hier voor de deur het bijna konden horen. Ik snoof diep en pakte de roze met knalgele gespikkelde sabbelspeen van Sylvana van het grijze openklap tafeltje. Toen ze even haar mond open had duwde ik de speen erin en ze was gelijk stil, he, he, dat werd tijd.
'Goed. Wij zijn het hartstikke zat, dat kabaal van jullie-' Voordat de geflipte onderbuurman zijn zin kon afmaken liep Dylan naar de stereo-installatie om die aan te draaien. Hij zette de volume knop op iets van vierendertig en er draaide allemaal discoliedjes eruit. Lachend liep hij naar mij toe en gaf hij me een lange tongzoen. Ik walgde even van zijn ademgeur, maar het was nu wel weer goed. Dat moest hij altijd doen om mij weer op te vrolijken, een lekkere kus maakte het altijd weer goed.
'Wij gaan weer.' schreeuwde "hij" razend en knalde de deur achter ons dicht waardoor er een foto van ons gelukkige - uchem - gezinnetje naar beneden kletterde en het fotolijstje kapot viel. Sylvana zat dit en spuugde de speen uit - ze begon weer te huilen.
'Wij zijn kapot!' Ja, meis, dat klopt helemaal. Je begint al aardig op je moeder te lijken.
Er druppelde een traan over mijn wang en ik staarde naar de grond, ik zette Sylvana neer op de bank en draaide de muziek uit.
Er zijn nog geen reacties.