Foto bij Behind The Fairytale |26|

Behind The Fairytale |26|
Daniël Vince Fuller

Ik stond op de grens, dat had ik door. Ik was nog niet helemaal in La Push, maar de geur van vampier - die op sommige plaatsen te vinden was, stopte hier, alsof hier iemand had gestaan en dan weer weg gegaan was. De geur van wolf was hier wel geweest de hele tijd, mochten die dan komen waar ze wouden? Of hadden de vampiers zo hun eigen plaatsje waar ik gewoon nog niet geweest was? Na even te twijfelen zette ik mijn voet over de grens, nu was ik in wolvengebied. De wolf die me verboden had hier te komen, zou mijn kop er nu dus af komen rukken. Uitdagend maakte ik nog een rondje van zo’n tien meter en ging weer naar de andere kant van de grens. Tja, dat was nu eenmaal mijn karakter. Al vanaf ik een klein kindje was. Ik kon me vaag herinneren hoe ik met de klas op schoolreis was, naar een of ander museum. De juf had ons de hele tijd lopen waarschuwen dat we straf zouden krijgen als we aan de beelden kwamen. Telkens als die niet keek, duwde ik mijn vriend aan en toonde hem hoe ik het aanraakte, bangeschijter die hij was, elke keer trok hij me terug en zei dat het niet mocht. In het begin hield hij gewoon de juf in het oog, elke keer dat ze zich misschien zou kunnen omdraaien, waarschuwde hij me, maar een keer lapte ik die waarschuwing aan mijn been. De juf had het gezien en gaf me natuurlijk straf, ik moest de hele tijd naast haar lopen en toen we weer op school waren, werd ik direct in de hoek gestopt. Maar het ergste van al was dat ze mijn agenda vroeg. Ze ging het opschrijven! Dat was zo ongeveer de meest verschrikkelijke straf die ik me op die leeftijd in kon beelden, want dan zouden mijn ouders het weten! Maar ik moest hem geven en toen ik er mee thuis kwam, had mijn vader gelachen. “Zo vader, zo zoon” Grinnikte hij. Dat was het meest duidelijke beeld uit de tijd dat ik nog mens was, andere dingen waren verdwenen of vaag, maar de herinneringen aan mijn vader bleven sterk. Ik kon me herinneren dat mijn moeder er niet om had kunnen lachen, maar mijn vaders brede grijns had ervoor gezorgd dat ze het toch niet zo erg vond.
Mijn vader, mijn grote held, was vermoord toen ik zeven werd, maar er was geen enkele herinnering, geen gesprekken, geen tijd die ik me beter voor me kon halen dan de herinneringen aan mijn vader. Aan hoe hij altijd zo trots op me was geweest, hoe hij het geweldig vond als ik mijn mond open durfde trekken en mezelf verdedigen, tot dat er iets terug gezegd werd en ik me veilig achter zijn grote rug ging verstoppen. Aan zijn gelukkige lach op de beelden die afgespeeld waren geweest op zijn begrafenis, aan hoe hij me vertelde dat ik me altijd groot moest houden, wat er ook gebeurde. Aan de dag dat ik door had waarom hij dat altijd gezegd had, aan de dag dat ik me realiseerde dat hij al maanden voor het echt gebeurde wist dat hij ging sterven. Op een vreselijke manier. Ik kon me ook herinneren, toen ik een jaar of vijftien was, dat was dus toen ik wist dat hij al had geweten wat er met hem zou gebeuren. Ik was kwaad geworden op hem, vreselijk kwaad, woest. Waarom had hij het nooit gezegd? Had hij ons zo laten schrikken? Zo laten lijden, zo veel verdriet laten hebben? Waarom had hij me nooit de kans gegeven om dag te zeggen? Hij wist dat hij in een gesloten kist zou liggen, dat ze niet open gemaakt mocht worden, omdat we dan zagen hoe hij gemarteld was geweest? Later, in een van mijn eerste twee vampierjaren pas, wist ik waarom. Ik was aan het experimenteren met mijn gave en opdracht één, de moordenaar van mijn vader vinden en hem wreken.
Ik vond hem, en schrok. Ik vond hem en rook de geur van zijn bloed. Het zat bomvol drugs, net als het dure huis, de kast van een villa waar ik hem in vond. Net als de laden van de hoge kasten, de wapens die er rond lagen, het meisje dat halfnaakt de deur kwam opendoen en me in het Italiaans vroeg wie ik was. Don Giovanni Di Campli San Vito, was ik dan. Heer Di Campli San Vito, ik vond de Giovanni wel passen als voornaam. Ze had me even vuil bekeken en dan gezegd dat ze me niet verwachtte. Neen, natuurlijk niet, had ik haar gezegd, ik werd gestuurd door een vriend, waar ik de naam niet van wou zeggen. Ze riep de man, de moordenaar en in piekfijne kleding, hoewel het vier uur in de ochtend was, kwam deze naar beneden.
‘Wie ben jij?’ Argwanend had hij me met vernauwde ogen aangekeken.
‘Don Giovanni Di Campli San Vito.’ Had ik geglimlacht en was met een voet binnen gaan staan. De man nam het eerste pistool dat hij zag vast en wees ermee naar een grote hal. Zelfzeker had ik hem gevolgd. ‘Ik ben hier niet gekomen met slechte redenen, ik wou u mijn complimenten geven. Als ik aan het juiste adres ben, natuurlijk.’ Pas nadat de jonge vrouw weg was, was ik opnieuw beginnen spreken. Ze leek te weten dat ze niet gewenst was in het gesprek dat ik wou starten en was zelf weg gegaan.
‘En waar zouden die dan over gaan?’ Hij had het niet geweten, vroeg zich af wie ik was, waar ik vandaan kwam, waarom ik hier was, wat mijn bedoelingen waren, wat ik ging doen, wat er zou gebeuren en hoe hij me zou kunnen vermoorden, moest ik gevaarlijk zijn. Dat zag je aan zijn gezicht, maar hij was ook blij. Complimenten van een of andere grote man, die toch nog wel heel jong was om al in deze zaken te zitten, dus zou het van de famillie gekomen moeten zijn. Mijn grootvader die al jaren in het drugskartel had gezeten, zijn dochter die het overgenomen had maar vermoord werd en ik, als oudste zoon, nam dan de zaken over. Logisch, niet? Ik moet er bedreigend uitgezien hebben, want ik had natuurlijk gezien in wat voor huis hij woonde en ook dat de twaalf auto’s voor de deur er niet van de goedkoopste uitzagen. Ik was inkopen gaan doen en had mezelf een perfect maffiabazen kostuum gekocht. De man had naar me gekeken en me naar een comfortabele zetel geleid, hij had een hoopje drugs bovengehaald en me ook wat aangeboden.

Gisteren zag ik op tv een programma over een agent die undercover gaat en in de handen van een gevaarlijk drugskartel kwam. Daar kwam dus de inspiratie vandaan (: En ik heb hem wat langer gemaakt omdat het gisteren toch wel al even geleden was dat ik nog wat had geactiveerd (;

Reageer (1)

  • xCarpeDiemx

    Super mega goed! Ik zat eerst de denken, zou dit DE Daniel zijn?
    Maar nu weet ik het zeker ;) en nu is Eme net weg...
    Sneutjes...
    snel verder! Xxx

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen