PP - 7
Anne zag dat Pieter en de anderen op het punt stonden om te vertrekken. Alleen Jonas zag ze niet. Zou hij niet met ze meegaan? Het verbaasde haar ook dat ze enkel de mannen zag die ze al eerder had gezien. Als ze de geruchten mocht geloven waren ze nooit met minder dan twintig tot dertig man geweest. Er stond ook een jongen bij hen:
“Mag ik echt niet mee?”
“Nee, jij bent nog veel te jong, jij blijft hier”, antwoordde Pieter vastbesloten.
“Ik ben al veertien,” zeurde de jongen.
“Nee, Berend, hoe vaak moet ik het je nog zeggen je gaat niet mee!” riep Pieter. Het was blijkbaar niet de eerste keer dat dit voorviel.
“Je bent mijn vader niet!” zeurde Berend door.
“Je hebt gelijk”, Er verscheen een grijns op het gezicht van de jongen, “Ik mag dus niet zeggen dat je mee mag.” De grijns was direct verdwenen.
“Niet eerlijk,” mompelde Berend. Hij draaide zich om en liep weg. Het meisje Annicka, dat hen die morgen was komen wekken liep naar hem toe.
“Nu had Pieter je goed liggen, hé?” Ze gierde het uit. Anne zag dat ze erg op elkaar leken; waarschijnlijk waren ze broer en zus.
“Wedden dat Lennerd wel mee mag als hij veertien is?” bromde Berend.
“Wedden van niet? Lena houdt hem wel hier, wees daar maar zeker van”, zei het meisje.
“Ik heb geen moeder die me hier houdt.”
“En ook geen vader die je meeneemt,” antwoordde Annicka hem, nog nagrinnikend. Anne begreep er niets van. Pieter deed zo aardig tegen Berend. En hij was zeker geen familie van hem. Het waren gewoon twee weeskinderen bijna zoals zij en Bert. Zouden zij vroeger hetzelfde hebben meegemaakt als zij nu? Ze had veel zin om het te vragen maar iets weerhield haar ervan. Misschien de honger die aan haar knaagde? Snel zette ze die gedachte van zich af. In al die tijd dat zij hier waren had ze nog niet één keer de geur van eten geroken. Ze kon daaruit afleiden dat ze zelf niets hadden. Wel vreemd want, alweer volgens de geruchten, had Pieter al genoeg buitgemaakt om gedurende honderd jaar een luxeleven te leiden met twintig man of meer. Alleen al met de opbrengst van de spullen die de graaf en zijn zoon drie jaar geleden bij zich hadden zou je met twintig man vijf jaar lang onbezonnen kunnen leven. Er waren hier waarschijnlijk geen twintig mensen en er was ook nog maar drie jaar om. Luxe had Anne ook nog niet gezien. Wat was hier eigenlijk aan de hand?
Reageer (2)
Nice
1 decennium geledenSnel vederr
das denk ik een leuge uitgevonde door de rijke mense om pieterplunderaars te vreze terwijl ze zelf agter die dade zitte
1 decennium geledensnel verder(H)