ik hoop dat het nog een beetje leuk is en laat alsjeblieft een een reactie achter.

Liëne zette aarzelend een stap naar binnen. Haar vrienden keken haar bezorgd aan. “Lien we maken ons zorgen om je, en nou moet je niet zeggen dat er niks aan de hand is, want er is duidelijk wel het een en ander aan de gang.” Liëne wist dat zen eer nu niet meer omheen kon. Ze ging naast Denise en Twan zitten en richtte haar blik op de vloer. Zo begon ze te vertellen tot in de kleinste details.
Na het verhaal was het een tijdje stil. Liëne durfde niet op te kijken, bang voor de beschuldigende blikken van haar vrienden. Ze wist dat ze het eerder had moeten vertellen, maar ze was bang voor de dreigementen van Malfidus.
“Nu ben ik er achter dat niemand uit Zwadderich aardig is.” Twan keek boos naar het portretgat. Liëne had het gevoel of hij ieder moment kon opstaan en de leerlingen kamer kon uitrennen, opzoek naar Sneep of Malfidus. “waarom heb je het ons niet verteld, we hadden je kunnen helpen” zij Denise. Ze klonk niet boos of verwijtend, ze klonk gewoon bezorgd. Dat had Liëne niet verwacht. “Ik denk dat ik bang was voor de dreigementen van Malfidus. Hij had zoiets gezegd als: als je dit aan iemand verteld zorg ik er voor dat jij het niet na kunt vertellen.” Liesbeth keek haar met medeleven aan. “We zullen er voor zorgen dat die over het paard getilde kwal je niet meer lastig valt.” “En hoe gaan we dat aan pakken?” vroeg Liëne onzeker. “Dat is toch niet zo moeilijk. We zorgen dat we gewoon de hele tijd bij je zijn, behalve in de leerlingenkamer, want daar kan Malfidus toch niet komen” zij Twan. “En we kunnen er misschien voor zorgen dat we niet alleen sneep wisseldrank gevoerd krijgt” Freek had een gemeen lachje om zijn mond, wat er volgends Liëne heel lief uit zag. De hele tijd had Freek niks gezegd, en zag hij er gekweld en boos uit. Maar dat kon Liëne zich ook verbeeld hebben.
“Hey mensen, hebben jullie ons gemist?” Liëne draaide zich om en keek in de twee identieke gezichten van Fred en George. “net zoveel als dat we sneep missen” grinnikte Liesbeth. Snel werd het verhaal nog eens verteld, en hun verzoek om niet alleen sneep wisseldrank te voeren werd meteen met open armen ontvangen.
“Maar in wie laten we ze dan veranderen?” vroeg Twan nadenkend. Fred wreef nadenkend over zijn kin. “Wat denk je van een dier in de plaats van een mens?” “Maar dat kun je niet maken! Je kunt met wisseldrank niet in een dier veranderen. Dat gaat helemaal fout” riep Liesbeth verontwaardigd. “Ja dat was ook eigenlijk wel de bedoeling.” Zij George als of hij het over het weer had. Er werd instemmend gemompeld en geknikt. “Maar wat voor een dier?” mijmerde Freek. “Wat dacht je van een kwal voor Malfidus?” opperde Denise opgewonden. “Ik wil nog geen dood op mijn geweten al lijkt het me niet heel vervelend om Malfidus als een vormeloos hoopje op de grond naar adem te zien snakken.” Zij Liëne “maar misschien kunnen we zoiets doen als een naakt kat, die besten zijn afschrikwekkend genoeg.” “Dat is op zich wel een goed idee maar hoe willen we aan het DNA van een naakt kat komen?” vroeg Liesbeth. Denise ging meteen overeind zitten. “Mijn oma heeft zo’n verschrikkelijk beest. Hij krabt je ogen uit als je even niet goed oplet. Ik kan misschien wel vragen aan mijn oma of ze een nagel wil opsturen als die weer eens woorden bijgeknipt. Ik kan zeggen dat het belangrijk is voor school. Dan zal ze het vast en zeker snel opsturen.” “Dan is dat ook weer geregeld. Nu alleen Sneep nog.” “Een olifant.” “Wat dacht je van een Kakkerlak?”
Na een tijdje werd iedereen weer stil. “We moeten iets hebben wat bij hem past, dat is namelijk al vernederend genoeg.” Zij George. “Misschien iets vettigs. Dat past wel bij zijn haar” deed Fred een duid in het zakje. “Een slak!” riep Twan “die zijn vettig, slijmerig en iedereen verafschuwd ze.” “En dan is Malfidus niet het enige lelijke schepsel in de grote zaal” grijnsde Denise. “Dan kunnen we er gelijk een naaktslak van maken, dan past hij nog meer bij Malfidus!” Liëne was het helemaal met alle ideeën eens. Ze vond het hun verdiende loon om een rondje ziekenzaal te krijgen. “Hoe staat het eigenlijk met de wisseldrank?” “Hij staat te pruttelen in onze slaapzaal. Daar komt nooit iemand anders dan Leo, George of ik. En tot nu toe ziet de drank er precies uit zoals die beschreven staat in het boek.” “jammer dat sneep hem niet kan zien want dan had hij ons wel een uitmuntend moeten geven in de plaats van al die keren dat we een zwakzinnig kregen.” “Hoe lang duurt het nog voordat jullie klaar zijn met de drank?” vroeg Freek. “Ik denk nog wel een maand of twee.”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen