101 De boete
'Nyan , Nyan.' Zei het zachte kinderstemmetje van Monica. Ze kon de R nog niet uitspreken, dus net als mijn andere zusjes was ik Nyan, de grote broer.
'WAT?' Vroeg ik nog half slapend. Ik kon had vannacht nauwelijks een oog dichtgedaan, en toen ik sliep werd ik nog een keer wakker geschud met de mededeling dat Jill in bed had geplast, wat ik natuurlijk ook nog op had moeten ruimen. Dit alles maakte mijn humeur er niet al te best op.
'Nachtmennie.' Fluisterde ze zacht.' Nyan boos?' Haar ogen vulde zich met tranen. Ze mocht dan nog niet zo oud zijn, maar ze voelde dingen soms haarscherp aan.
'Nee hoor.' Zei ik snel, om haar niet nog meer overstuur te maken.' Alleen een beetje slecht geslapen, dat is alles.' Ik ben het wel gewent er s 'nachts uit te moeten, alleen val ik dan meestal binnen een minuut weer slaap, terwijl ik nu de hele nacht had liggen piekeren.
'Waar ging de nachtmerrie over, Monica?' Vroeg ik op een wat vriendelijkere toon. Ik kon moeilijk mijn rothumeur op haar af gaan reageren.
'Gwote Bwoer ging weg.' Zei ze me een trilling in haar stem die erop wees dat er spoedig tranen zouden komen. En als ze ging huilen, zouden de andere wakker worden en in koor mee gaan janken, waar ik echt geen zin in had. We hadden al vaak genoeg nijdige buren gehad, schreeuwend dat we te luidruchtig waren. Ik pakte haar kinnetje vast en keek haar aan. Ik moest nu zelf bijna mijn tranen binnen houden, bij de gedachte dat ik ze zou moeten verlaten, de gedachte die ik al weken door mijn hoofd spookte. Mijn eerste boete.
Doodsangst om getrokken te worden vulde mijn hoofd. Ik zou geen kans maken om te winnen, dat was zeker. Dagelijks zag ik de een meter tachtig hoge kinderen, die voldoende eten krijgen en met een beweging met nek zouden breken. Maar nog belangrijker, hoe zou moeder in haar eentje al die monden voeden, zonder mij? Dat kon ze niet, was het simpele antwoord. Daarom scheef ik me ook extra vaak in, voor bonnen. Een groot deel van de kinderen hoefde niet meer risico te lopen dan nodig, keken arrogant neer op de kinderen uit de slechtere wijken, die door het extra beetje eten dat de bonnen ons gaven rond konden komen.
Hierdoor werd veel vaker de armen mensen uitgekozen, tenzij er mensen zich vrijwillig aan de hongerspelen mee wilde doen, iets wat ik nooit zou begrijpen. De vrijwilligers hebben alles, en toch zetten ze hun leven op het spel om meer te krijgen. Ze zouden blij moeten zijn met wat ze hebben, in plaats van altijd meer willen. Winnaar zijn had veel voordelen, geld, roem en vooral water. Elke dag, om zes uur 's ochtends en 's avonds, moest je naar het plein, om "drinkbaar" water te halen, waar mensen dagelijks dood door neervallen. Maar het is altijd nog beter dan het zoute zeewater. Maar winnaars hebben net als de vredebewakers en de burgemeester een kraan, waar zoveel perfect helder water uit komt als je wilt.
We zouden nog met het waterprobleem nog kunnen leven, als de vredebewakers en nog vooral de burgemeester niet voor onze neus liters water verspilde. Als wij op een hete zomerdag aan het werk zijn op de boot ze met voetenbadjes vol met ijskoud water op ons letten, terwijl wij maar thuis moeten drinken.
Reageer (1)
I LOVE I LOVE I LOVE IT SO FREAKING MUCH!
1 decennium geledenHE IS SO ADORABLE(K)