1.
Daar lag ik dan weer, in dat ziekenhuisbed. Voor de zoveelste keer in mijn leven had ik weer gefaald. Ik had mezelf nog zo beloofd om het nooit meer te doen, maar toch..
Trots was ik er niet op, absoluut niet. Maar ik kon niks anders doen. Men keek er niet eens meer naar om. Het verbaasde niemand dat ik weer terug zou vallen. Ik ben nou eenmaal een loser en ik zal dat ook altijd blijven.
Verpleegsters duwen mij in mijn bed terug naar kamer 161, de kamer waar ik nog geen maand geleden ook naartoe gebracht werd. Vreemd voelde het niet. Het voelde eerder vertrouwd.
‘Het duurt niet lang meer voor ze bij komt’ hoorde ik een van de verpleegsters met een mierzoete stem zeggen. Saskia, ik herkende haar stem uit duizenden. Ze werkte nu al zo’n 8 jaar in hetzelfde ziekenhuis en bijna elke maand opnieuw zorgde ze telkens opnieuw weer me. Vreemd genoeg hadden we een soort band opgebouwd. Een band die met geen woord te omschrijven valt. We waren absoluut geen vrienden, maar ze was wel een van de weinige die een beetje begrip toonde. Tenminste, dat leek altijd zo. Met Saskia heb ik dan ook goede gesprekken kunnen voeren in de tijden dat ik hier wat langer zat. Ergens ben ik haar wel dankbaar. Ze heeft me soms wel aan het lachen gekregen en dat is iets wat vrij weinig mensen konden. Maar ik heb vooral veel gehuild met haar. Ook al wist ze totaal niks van me, ze probeerde altijd goed naar me te luisteren. Daar ben ik om eerlijk te zijn best wel blij om.
Saskia en de andere verpleegsters, die ik niet herkende, kwamen samen met mij in mijn bed aan bij kamer 161. Ze duwde het bed voorzichtig door de deuropening heen. Het past nog maar net. Toen het bed weer op z’n plek stond liep de onherkenbare verpleegster weg. Saskia bleef even bij mijn bed staan. Ik voelde gewoon dat ze naar me keek, al vraag ik me wel af hoe ik dat kon. ‘waarom doe je jezelf dit toch altijd opnieuw aan meisje, waarom nou toch’ fluisterde ze zacht. Ze pakte mijn hand. Ik wilde erin knijpen, maar ik kon niks. ‘Ooit kom je hieruit, en ga je de wereld een beetje veranderen in je eigen manier, dat weet ik zeker ‘ Saskia liet mijn hand los en liep langzaam weg. ‘Wordt maar snel wakker’ zei ze, voordat ze de deur achter haar dicht deed.
Ze had gelijk. Waarom ik dit telkens weer deed was de grote vraag. Waarom vertelde ik nooit iemand hoe ik me voelde? Hoe hard ik ook probeerde, altijd alles mislukte. Ik vertrouwde niemand, en ik walgde enorm van de waarheid. Waarom altijd hetzelfde ..
Er zijn nog geen reacties.