[ 2 / 10 ]
"Bonjour, ik ben dokter Francis Bonnefoy."
Ik knik.
"[Naam + Achternaam]."
"Dat weet ik."
Zegt hij met een lach.
"We hebben je benen geamputeerd. Sinds je ze kwijt bent met het ongeluk."
Ik schrik, geamputeerd? Hoe kan dat? Ik heb wel pijn gevoeld vanuit mijn benen maar dat het zo heftig was wist ik niet.
"Je kunt voorlopig niet veel lopen, maar we hebben wel iemand die je gezelschap houdt."
Ik kijk naar de deur die opengaat, nog steeds geschockt over het nieuws die de dokter heeft verteld. Weer staat mijn mond vol verbazing, agent Arthur? Wat moet hij hier? Ik zucht, vast en zeker vragen stellen. Ik kijk met een bedroefde blik de agent aan, zin in vragen heb ik niet echt op dit moment.
"Kunt u ons alleen laten Francis?"
Francis knikt en loopt naar buiten. Arthur pakt een stoel en komt langs mij zitten en glimlacht lief naar mij, wat mij aan het blozen maakt.
Francis' POV.
Ik kijk naar agent Kirkland die rustig de kamer binnen loopt nadat ik het aan [Naam] heb gezegd. Ze lijkt nog verbaasder te kijken dan eerst. Ik zie haar lieve en blije blik maar haar donkere en depressieve ogen stralen er uit, helaas.
"Kunt u ons alleen laten Francis?"
Hoor ik de agent zeggen. Ik knik en loop naar buiten, ik doe de deur heel rustig dicht om nog een kleine glimp op te vatten van de twee.
"Dokter Francis! Dokter Francis!"
Hoor ik iemand roepen, waarschijnlijk Corsica die niet weet hoe hij zijn schoenveters moet strikken. Ik draai me om en zie zuster Monaco bezorgd kijken. Mijn blik is gelijk gezakt, allerlei gedachtens razen door mijn hoofd heen, niet wetend wat ik moet zeggen of doen. Het kan van alles zijn wat ze me wilt zeggen, ik dwaal af.
"Er is iets mis gegaan met kamer 203."
Ik draai me om naar de kamer van [Naam] en zucht. Gelukkig is er niks mis met haar, anders had Arthur me wel gekilld. Ik kijk Monaco in haar ogen aan en glimlach.
"Wat is het probleem? Waarom zo bezorgd?"
Ze kijkt me aan alsof ik gek ben. Niet dat ik dat niet wist met mijn alcohol verslaving, maar ik probeer op te houden voor iedereen's bestwil.
"Er zijn twee mannen binnen gekomen naar de kamer van Alfred, die recent gewond is geraakt door een schietpartij. De twee mannen zijn van de witte politie."
Er begint iets te luiden maar niet helder.
"Ok, de politie heeft ruzie met polities en?"
Voor dat Monaco me kan onderbreken hoor ik een helder piep geluid van de machine, de machine die aangesloten is om te kijken hoe het met je hart is, de machine die kijkt of je leeft of niet. Het komt van kamer 203 af, een scheut van adrenaline ruist er door mijn lichaam heen. Het is mijn taak om Alfred te redden, ik weet het zeker. En ik ren naar kamer 203.
[Naam]'s POV.
Lang genoeg heb ik met Arthur gepraat over verschillende dingen, ons leven ons verleden en verder. Ik glimlach naar hem en hij geeft me een glimlach terug.
"Waarom kwam je hier?"
Vraag ik hem rustig. Hij zucht even en kijkt me recht in mijn ogen aan, zijn heldere groene ogen ontmoeten de mijne.
"Ik heb je hulp nodig."
"Hulp? Waarvoor dan?"
Hij zucht.
"Je moeder was betrokken bij een bende die we proberen te stoppen, ze waren gister in Londen. We achtervolgden je moeder alleen doordat ze zo snel reed. Maar zij dacht dat we haar konden zoals ze was, iemand van de bende. Je moeder is nog vrij, ergens daar buiten. Misschien wel hier in dit ziekenhuis?"
Ik kijk hem met wijde ogen aan. Ok, nu is mijn moeder iemand die bij de maffia hoort? Wat is dit? Waarom moest ik nou precies met haar mee. Ik zucht.
"Dus, waarvoor heb je mijn hulp nodig?"
"Je moet undercover met ons gaan. Je moet ons helpen."
"Waarvoor dan?"
Arthur zucht.
"Het is moeilijk om nu uit te leggen. Zodra je kan lopen kom je met mij mee naar het politie bureau, ik moet je veel laten zien."
Ik denk na, verward ben ik heel erg. Dit is niet zomaar iets dat gebeurd. Ik knik en besluit dat het niet zo heel erg zal worden, toch?
Er zijn nog geen reacties.