Inkopen doen

Ik parkeer de auto en we stappen uit. ’Wat moeten we eigenlijk allemaal hebben?’ Ik kijk Michelle aan en haal mijn schouders op. ’Gezichtsmaskers, Chocola, bodylotion dat soort dingen.’ Linda pakt een karretje en met z’n vieren lopen de winkel binnen. ’Chocola, daar beginnen we mee. Misschien ook nog eten voor vanavond?’ Vraag ik terwijl we langs de koekjes lopen. ’Ja, ik heb wel zin in Pizza.’ Deborah loopt richting de pizza’s. Ik hou haar tegen. ’We hebben eergisteren ook al pizza gehad.’ Deborah haalt haar schouders op. ’Misschien kan Pim wat lekkers maken. Als we hem allemaal roerbak dingen geven. Daar is hij goed in.’ mengt Linda zich in het gesprek. Deborah kijkt Linda vaag aan maar knikt dan toch. ’Oke, dan nemen we een andere keer pizza.’ Ik knik. Pim is onze Kok. Ook dat zit bij het huis in. We hebben ook een aantal dienstmeisjes, maar die laten we niet veel werk doen. We willen niet lui en verwent worden. Maar Pim kookt wel elke avond voor ons. We zijn zelf niet zo’n ster in koken en hij maakt lekkere dingen. Michelle komt er aan lopen met een stuk of 20 pakjes gezichtsmaskers. ’Ik heb de gezichtsmaskertjes gevonden. Welke nemen we, Chocolade, Perzik, vitamine iets of kiwi?’ ’Maakt mij niet uit, ik ben even roerbak dingen halen.’ Linda laat de kar staan en loopt richting de groenten. ’Ik zoek de Chocola, Doe voor mij maar Chocola op Perzik.’ Deborah loopt richting de Chocola. ’Doe mij maar Perzik.’ Michelle knikt. Ze legt 4 pakjes met perzik in de kar en loopt weer weg. ’Gezellig, met z’n allen winkelen.’ Mompel ik. Ik besluit Deborah maar te helpen met Chocola kiezen. Ik pak de kar en duw hem vooruit naar de chocola. ’Lukt het een beetje Deborah?’ Ze knikt en legt 2 witte repen chocola in de kar en 2 melk repen. Ondertussen is Michelle er ook bij komen staan en heeft een fles Bacardi en een fles Malibu mee genomen. ’Dat hoort er ook bij.’ Ze zet zonder toestemming de flessen in de kar. Linda komt ook het gang pad in gelopen met haar armen vol. ’Ik heb dit maar mee genomen, er stonden veel dingen.’ Linda legt de dingen in de kar. Met z’n vieren lopen we nar de kassen en rekenen we af. We stoppen alles in een doos dat daar staat en zetten het in de kofferbak. ’Moeten we Pim niet even bellen?’ Stelt Michelle voor. Ik knik. We stappen in de auto en rijden richting huis. Michelle typt het nummer van ons huis in.