10.
Utrecht is een mooie stad. Denk ik. Veel heb ik er niet van gezien toen we de snelweg eindelijk verlieten en de auto van Bonzo snel parkeerden in de dichtstbijzijnde parkeergarage.
"Kom mee, kiddo," zei Bonzo tegen mij terwijl hij zijn auto op slot deed, "we gaan eens even echt bier kopen." Hij trok zijn wenkbrauw op en draaide zijn hoofd richting Norah die naar boven keek en met haar hoofd schudde.
"Ik probeerde jullie hoofd gewoon een beetje vrij te maken voor de staking."
"Die staking boeit me al lang niet meer." zei Bonzo en hij keek me even kort aan.
"Ga jij ook mee dan?" vroeg ik aan hem.
"Ja, Philippe. Ga jij ook mee? Ik dacht dat je van je moeder weer direct terug moest komen." zei Norah met een pesterige stem.
"Philippe?" vroeg ik verbaasd.
"Ja, Philippe is m'n echt naam. Maar iedereen noemt me Bonzo. Philippe vind ik zo'n nerderige naam." zei Bonzo en hij stak zijn handen in z'n zakken.
"En ik ben volwassen. Ik kan gaan en staan waar ik wil." Hij keek richting Norah, die haar handen in haar zij zette, en gaf haar een strenge blik.
"Ik vind Philippe een leuke naam," zei ik, "klinkt speciaal en stoer."
Bonzo moest lachen en sloeg zijn ene arm over mijn schouder.
"Ik ben speciaal én stoer." Ik moest lachen en samen liepen we richting het regeringsgebouw, ik kon Norah al bijna achter ons horen mokken. Dit vond ze niet leuk.
Voor het regeringsgebouw stonden heel veel mensen, het stonk er verschrikkelijk naar het riool en ik werd zo meegesleurd door het hele gebeuren, dat ik ook meteen mee begon te schreeuwen.
"Weg met Löffel! Weg met dat Duits! Hier in Nederland geen gespuis!" schreeuwde de menigte.
De rest van de middag kan ik me vaag herinneren; schreeuwende mensen, vredesbewakers die mensen naar achter probeerden te drukken, ambulances, sirenes, President Löffel op het podium.
"Kom mee, Eileen! We moeten weg hier, het wordt veel te gevaarlijk." Ik voelde Norah aan mijn arm trekken. "Kom nou mee!"
"Laat me los!" gilde ik. "Dat jij een lafaard bent betekent nog niet dat ik het ben!" Ik keek triomfantelijk naar Bonzo die zijn wenkbrauwen speels omhoog deed.
"Jullie bekijken het maar! Ik ga naar de auto. Bonzo, geef me je sleutels!" riep Norah hysterisch.
"Ja, dag. Jij mag niet eens rijden." riep hij verontwaardigd.
"Denk je nou echt dat ik weg ga rijden? Geef hier die sleutels!" Bonzo gaf Norah de sleutels. Norah keek even naar haar hand met de sleutels en knikte toen naar Bonzo als teken van dank.
Opeens kwam er uit het niets een hele nieuwe meute Vredebewakers die met hun stokken mensen aan de kant sloegen. Ik zag hoe één van hen Norah op het achterhoofd en daarna voorhoofd raakte en hoe ze in elkaar klapte.
"Norah!" Bonzo kon haar nog net opvangen voordat ze op de grond viel en tilde haar op. "Kom mee, Eileen. Het wordt hier te gevaarlijk." Zijn bruine ogen stonden nu bezorgd. Ik was bang, wanhopig en moe. Ik wilde nu opeens wél weg.
"Heb jij de sleutels?" vroeg Bonzo aan mij.
"Nee, natuurlijk niet. Die heb je net aan Norah gegeven." zei ik met een lichte toon van woede in mijn stem.
"Uh-uh. Ze heeft de sleutels niet meer." Bonzo keek nog bezorgder dan eerst.
"Waar zijn de sleutels? Waar zijn de sleutels?!" gilde ik hysterisch. Ik dook meteen op de grond om de sleutels te zoeken. Toen ik opkeek waren Norah en Bonzo verdwenen. Vast alvast terug naar de auto, dacht ik. Mijn ogen traanden een beetje en ik ging met mijn handen over de stenen grond op zoek naar de sleutels. Doe rustig, zei ik tegen mezelf. Kalm aan, niet panikeren, nergens voor nodig.
Eindelijk zag ik de sleutels bij een fietspaaltje liggen en pakte ik ze op. Ik ging hyperventileren van geluk.
En toen gebeurde het, ik keek nog een allerlaatste keer naar het podium waar President Löffel net zijn aftrede maakte. Één schot en het was gedaan. Een bebloede President viel op de grond. Één schot en het was over. Iedereen op het plein was even stil. Iedereen keek naar het podium. Toen barstte hel los, iedereen kreeg het gevoel alsof Nederland vrij was van de bezetting, iedereen drukte tegen elkaar aan, vochten tegen de Vredebewakers. Ik werd geschopt, geslagen aan alle kanten, maar ik rende door naar de auto. Inderdaad stonden Bonzo en Norah daar al.
Bonzo zat met een bewusteloze Norah in de auto, ik passte hem de sleutels en ging achterin zitten. Ik rustte mijn hoofd tegen het glas en slaakte een diepe zucht.
"Löffel is dood." zei ik op een emotieloze toon.
"Oh." zei Bonzo.
"Is dat goed?"
"Nee," zei Bonzo. "Dat is helemaal niet goed."
"Oké." zei ik. Ik wist niet precies wat ik moest doen dus sloot ik m'n ogen en viel in slaap.
Reageer (5)
moooi geschreven. Zoals altijd!
1 decennium geleden'is dat goed?'
1 decennium geleden'nee'
'oke'
en woow, heftig
O, die gaan zeker wraak nemen!
1 decennium geledenOhgossiemijne, nu hebben ze echt een enorm probleem. De problemen beginnen nu pas.
1 decennium geledenDit gaat niet goed aflopen... Snel verder mooi geschreven trouwens!
1 decennium geleden