De beer
Daar, 50 meter verderop, enkel gescheiden door een struik, stond daar een enorme bruine beer. Het was een reusachtige beer, met een roestbruine vacht, vol met aangekoekte modder.
De klauwen zagen eruit alsof ze je met één haal aan stukken konden rijten. Wat waarschijnlijk ook zo was. De beer stond met zijn kop naar de andere kant gedraaid, in de bevroren grond gravend op zoek naar wat eetbaars. Emma stond verlamd naar de beer te kijken. Juul was ondertussen een lang en saai verhaal begonnen over een voetbalmatch, en zijn geweldige, reddende doelpunt dat de wedstrijd had beslist. “Ssst!” fluisterde Emma tegen Juul. “Beweeg je niet!”
“Waarom?” vroeg Juul op een dom toontje, geërgerd omdat ze zijn verhaal had onderbroken. De beer had iets gehoord van hun korte gesprek. Hij stak zijn kop in de lucht, snoof en maakte een laag brommend geluid, diep vanuit zijn keel.
“Daarom!” siste Emma tegen Juul, nadat de beer zich weer in zijn werk had verdiept. Juul had de beer eindelijk ook opgemerkt. Razendsnel en zo geruisloos als hij kon liet hij zich net als Emma op de grond zakken. “Wat moeten we nu doen?” fluisterde hij. Zijn stem had een paniekerige ondertoon gekregen. “Volg mij, en wees zo stil als je kan”. Emma kroop op haar buik achteruit. Juul volgde haar, iets onhandiger. Toen ze min of meer achter een grote bessenstruik verstopt zaten, vroeg Juul wat het plan was. “Blijven liggen, en vooral geen lawaai maken.”
“Hoe lang dan blijven liggen?” Juul was zo bang dat zijn zin niet echt klopte, maar geen van beiden merkte dat op. Ze waren alletwee verstijfd van angst. “Tot hij weggaat” was Emma’s simpele antwoord. “Tot hij weggaat?” herhaalde Juul,”dat kan nog eeuwen duren!”. Door de angst was zijn stem luider en luider gaan klinken. “Snrrrf!”. De beer had Juul’s stem gehoord, en draaide zijn reusachtige kop in de richting van de bessenstruik. Op zijn dooie gemak liep hij naar de struik, waar nog de laatste bevroren bessen aanhingen. Daar begon hij smakelijk aan te knabbelen. Hij had niet door dat achter de struik waarvan hij aan het eten was twee kinderen vreesden voor hun leven. Hun verblijf op de grond begon zijn tol te eisen. Emma had kramp door de ongemakkelijke houding waarin ze nu lag. Er stak een gure wind op. Er waaide sneeuw tegen hun verkleumde gezichten. Juul moest niezen door de sneeuw die in zijn neus was gewaaid. Dat was de beer natuurlijk niet ontgaan. Hij kwam van achter de struik vandaan, om te kijken wat dat geluid was. Misschien was het eetbaar! Juul keek op naar de beer. Hij had nog nooit zo’n afschrikwekkend beest gezien.
De beer had één gewoon oog dat vervaarlijk rondkeek, maar waar nog zo’n oog moest zitten, staarde een grote grijswitte bol nietszien in de verte. En op de plek waar zijn neus moest zitten, zat een groot, gapend en etterend gat. Hij had scherpe en vergroeide gele tanden, die langs alle kanten uit zijn bek staken. Zijn tandvlees was zwart en gescheurd. Juul voelde de hete adem van de beer in zijn nek, en rook de vorige maaltijd van de beer nog. Hij keek naar het beest… en schreeuwde het uit. Emma wou haar hand voor zijn mond leggen, maar was te laat.
Juul sprong overeind, trok Emma aan haar kap overeind, en sleurde haar halsoverkop mee het bos in. Emma had hij losgelaten, zodat ze zelf verder kon lopen. Naast elkaar sprintten ze door het bos. De beer liet dit lekkere hapje niet aan zijn neus voorbijgaan, en zette de achtervolging in. In geen tijd kwam hij in de buurt van zijn lopend maaltje, angstaanjagend brullend. “Juul”, hijgde Emma “volg mij! We moeten hem af zien te schudden!”.
“Goed idee”, piepte Juul. Opeens nam Emma een scherpe bocht naar links, en Juul was bijna gewoon verdergelopen, zonder iets te zien. Maar de beer had niet zo’n scherpe reflexen. Hij botste in volle vaart tegen een oude eik, die begon te trillen. Er viel sneeuw van de blaadjes in de beer zijn goede oog. Dit maakte hem nog woester dan hij al was. Hij kwam versuft overeind, en had hen bijna weer ingehaald. Emma nam nog een paar keer een scherpe bocht, maar de beer kwam telkens weer achter hen aan. Ze bleven rennen voor hun leven.
Er zijn nog geen reacties.