Caspian and a Dragon part 4
ene wie heeft interesse voor een verhaal dat gaat over avatar?
Caspian pov:
Raven en ik nemen afscheid van de rest en Raven fluistert wat in mijn oor. Ik knik en laat de brief zien, ik bind hem aan de poot van een uil en vertel hem naar Lord Sospespian te gaan. De uil vliegt weg en is even later uit het zicht verdwenen. Ik bind de zadel tassen vast aan het zadel en Raven neemt een lange jurk van Susan aan. “Een bruidsjurk, voor het geval jullie twee daar moeten gaan trouwen, zodat Caspian op de troon kan komen.”zegt ze glimlachend. Raven buigt even en vouwt de lange wit met zwart en zilveren jurk op. Ze stopt hem in haar zadel tas en verstopt twee messen in de laarzen die ze onder haar jurk aan heeft.
Ze bind een brede zwarte leren riem om haar middel en hangt een boog en een pijlen koker om. Ze heeft er stalen pijlen in met zilveren glazen punten eraan en een groen lint erom heen. Ik geef de andere nog een knuffel en zie Raven worstelen met twee zwaarden. Ze heeft de schedes al aan de leren riem gehangen en steekt nu de twee zwart met groene zwaarden erin. Ze verbergt ze onder een lap zwarte stof die ze aan de onder kant vastmaakt aan de jurk. De boven kant van de stof zit aan de riem vast. Ze kan de zwaarden er makkelijk uit halen, maar je ziet niet dat ze er zitten. Lijkt mij zwaar vier zwaarden om je middel en een op je rug. Maar ze klimt zonder moeite op Fire en ik klim op Dark. We draaien om en galopperen het bos in. Fire en Dark hebben ons verteld dat ze niet graag naar de Telmarijnen gaan, maar dat ons heel graag willen helpen.
Fire en Dark gaan, na drie uur achter elkaar aan galopperen, langzamer lopen. Raven en ik vertellen alles over elkaar en het klikt goed tussen ons. Ik laat ons stoppen en haal twee ringen uit mijn zak. Ik geef er een aan Raven die hem snel om haar vingen doet, de mijne doe ik om mijn vinger. Ik glimlach even naar Raven die haar zwarte mantel omdoet en haar cap op zet. Fire en Dark lopen weer verder en praten onderling met elkaar. Als het nacht is stoppen we om wat te eten en drinken. Fire en Dark rusten goed uit en eten en drinken voldoende om het nog een tijdje uit te houden. Raven gaat slapen en ik hou de wacht. Als ze wakker wordt ga ik slapen. Tegen vier uur in de ochtend maakt ze mij wakker. Ze laat de uil en de brief zien, ik pak de brief van haar aan en ze geeft de uil te eten. Ik rol de brief uit en lees hem voor.
“Gegroet Prins Caspian, ik had niet verwacht dat u ooit terug zou keren naar onze kant. Ik kan u vertellen dat zowel de raad als ik het er mee eens zijn dat u vergeven bent en dat u terug mag komen. Er zijn wat voorwaarden, u bent de erfgenaam van de troon. Maar om die te bestijgen moet u verloofd of getrouwd zijn, ik wacht op uw antwoord. Lord Sospespian.”zeg ik. Ik berg de brief op en kijk Raven aan. “Niks terug sturen?” vraag ik kalm. Ze grijnst en laat zien wat ze heeft geschreven. “Beste Lord Sospespian, ik schrijf u ,namens mijn verloofde Prins Caspian. een brief. We zullen spoedig arriveren en verwachten een ontvangst comité van vriendelijke burgers. Wij hopen dat u niet van plan bent ons in het gevang te gooien, zodra wij aankomen. Ik deel u mee dat, als u dat probeert u verzet kunt verwachten. Mijn soldaten en ik zullen ons goed verdedigen en ik ben er zeer zeker van dat mijn verloofde dat ook zal doen. “ zegt ze, ze haalt even adem en gaat verder. “U kant verwachten dat mijn soldaten zich niet snel laten zien op de aanvoerder na, die zich altijd op mijn linker schouder bevindt. Ze zijn moedig en zonder vrees. Natuurlijk hoorde ze ooit bij de Narnianen. Ze hebben zich bij mij aangesloten nadat ze niet langer welkom waren aan het hof van de Koningen en Koninginnen. Ik verwacht geen antwoord, we zullen spoedig arriveren. Met de groeten van Prins Caspian en Prinses Raven Estragon.”sluit ze de brief af. Ze bind hem vast aan de uil, die weg vliegt.
Ze zadelt Dark en Fire en klimt in het zadel van Fire. Ik klim in het zadel van Dark, we geven ze de sporen en ze galopperen weg. Na uren rijden komen we aan bij de brug. We houden halt en twee Telmarijnse soldaten komen met zwaarden getrokken op ons af. “Prins Caspian, wat doet u hier?” vraagt een van de twee. Ik kijk opzei naar Fire en Raven. Raven ligt voorover en is duidelijk aan het slapen. Ik kijk weer naar de twee soldaten, die nog steeds op antwoord wachten. Dan komt er een derde soldaat aan rennen. “Laat Prins Caspian en zijn verloofde door.”roept hij hijgend. “De Koning verwacht ze, Prins Caspian hoort weer aan onze kant.”zegt hij hijgend. Rippertjip maakt een geluid dat veel weg heeft van kotsen en kijkt naar mij. “Kan jij Raven zo wakker maken?” vraag ik kalm.
Rippertjip schudt zijn hoofd. “O, nee Prins Caspian, als ik dat doe dan is net zo humeurig als een draak die niet heeft gegeten. Als ik dood wil dan maak ik haar wel wakker.”zegt hij kalm. Ik knik en de soldaten gaan opzei. Dark loopt de brug op en Fire volgt. Als we aan de over kant zijn worden we ontvangen door een gezin. “Gegroet Prins Caspian.”zeggen ze tegelijk met een buiging. Ze kijken naar Raven, maar zeggen verder niks. Ik stijg af en schud Raven zacht door elkaar. “Raven, liefje word je wakker, we zijn er.”zeg ik zacht. Raven zit meteen rechtop en haar ogen spugen vuur. “Dat werd tijd, ik heb honger, ik kan wel een hele koe op.”moppert ze. Rippertjip houdt zich stevig vast als ze afstijgt. Twee mannen willen Dark en Fire meenemen. “He, laat dat.”dondert Dark. “Een Narniaans paard.”zegt een man angstig. “Ja, problemen mee, wij dienen Prins Caspian en Prinses Raven Estragon.”zegt Fire.
“Estragon? Die Koninklijke familie die hier eerst woonde heette ook zo.”zegt een man nadenkend. “Dat was mijn familie, tot Sospespian het leuk vond ze te vermoorden. Jammer voor hem hoort dit land nu bij de Telmarijnen. Caspian is prins van de Telmarijnen en heeft recht op de troon. En die krijgt hij want hij gaat trouwen met mij.”zegt Raven bot. “Let niet op haar ze is hongerig.”zeg ik kalm. “Mag ik niet jagen, Schat?” vraagt Raven aan mij. “Liefje, we zijn op hun landgoed, ze vinden dat vast niet goed.”zeg ik kalm. “Goed dan eten we wel bij hun. Er moet genoeg eten zijn voor twee mensen, twee paarden en maar liefst vijftig muizen.”zegt ze kalm. “Muizen?”vraagt een vrouw met een vies gezicht. “Ja, mijn leger en ik eten ook.”zegt Rippertjip beledigt. De vrouw slaakt een gil en de man buigt even.
Ze begeleiden ons nar het kasteel, waar een of andere generaal Fire en Dark op een grasveld zet. Daarna leid hij Raven en mij naar de eetzaal, waar 53 borden staan. Raven gaat meteen zitten. Ik knik kort naar Sospespian en ga naast Raven zitten. “zo waar zijn uw vijftig ridders?” vraagt hij meteen aan Raven. Raven glimlacht even en Rippertjip springt op tafel. De ander 49 muizen doen hetzelfde en nemen plaats voor een bord. Raven schept snel voor mij en zichzelf op en wil dan op tafel klimmen om voor de muizen op te scheppen. Ik hou haar tegen en schud mijn hoofd. “Doe gerust wat u normaal ook doet Prinses Raven Estragon.”zegt Sospespian die denkt dat ze wil gaan bidden. Raven klimt op tafel en zet vijftig kleine bordjes voor haar bord. Ze schept soep in de bordjes en de vijftig muizen gaan meteen er voor zitten en slurpen de soep op. Raven gaat op haar stoel zitten en kijkt naar het bord. “Uhm Schat, hoe moet ik eten?” vraagt ze zacht. Ach ja ze is niet gewend met bestek te eten,
Ik geef haar een lepel en leg zacht uit hoe het werkt. Ze schept wat soep in de lepel en brengt die naar haar mond. Wat ik verwacht had, gebeurt,de soep pleurt van haar lepel af en ze smijt de lepel op tafel. Rippertjip en de rest lachen hard. Raven pakt het bord op en giet de soep naar binnen. Ze zet het bord neer en glimlach even naar mij. “Je weet toch dat ik niet met bestek kan eten?” vraagt ze droog. “O ja, even vergeten dat je een Estragon bent.”zeg ik grijnzend. “Wat betekent Estragon eigenlijk?” vraagt Sospespian nieuwsgierig. “Het is Frans voor Dragon, wat draak betekent. Het is niet alleen mijn achternaam maar ook wat ik deels ben. Mijn broer Roran Estragon is een wolf, zoals je weet is hij de rechtmatige eigenaar van de troon hier in de troonzaal.”zegt Raven kil. “Ach ja, jouw familie wilde ons het land niet in laten, ze stierven in de oorlog.”zegt Sospespian. Raven gromt woedend en de vijftig muizen rennen haar kant op en gaan weer in haar zakken zitten. Rippertjip klimt op haar schouder en knikt kort.
Sospespian kijkt haar geamuseerd aan. “Je hebt een pittige verloofde Caspian.”zegt hij kalm. “Dat is maar goed ook, zonder haar lag ik nu in mootjes in het bos.”zeg ik kalm. Denkend aan wat er onderweg gebeurde, een stuk of vijftig Telmarijnen bestormde ons en vielen mij aan. Ze dachten niet dat Raven veel kon uithalen tot ze tien van hen , tegelijk neerhaalde met een reusachtig zwaard. “Hoezo dat Prins Caspian?” vraagt Sospespian kalm. “Onder weg werden we aangevallen door vijftig van uw mannen. Ze hadden het op mij voorzien. Als Raven er niet was geweest,was ik nu dood geweest. Jouw mannen hebben haar flink onderschat, ze dachten dat Raven niet veel kon aanrichten, omdat ze alleen een pijl en boog bij zich zou hebben. Ze hadden haar zwaard niet gezien, omdat ze veel te dom zijn. Raven is een uitstekende zwaard vechter.”zeg ik kalm. “Schat, vertel nou niet te veel.”zegt Raven zacht.
“Hoe zit het met de draak die jullie gevangen hadden?”vraag ik dan plots. Raven knijp hard in mijn hand en gromt van ingehouden woede. “O die is ontsnapt, we vermoeden dat ze aan de kant van de Narniers stond of gewoon alleen leeft.”zegt Sospespian. Raven staat op en haar ogen spugen vuur. “Dan zult u wel blij zijn om te weten dat ik weer terug ben. Ja, kijk maar verbaasd, ik ben die draak!”buldert Raven. “Schat kalmeer, hij kon toch ook niet weten dat jij ook een mens was. En nog wel mijn verloofde.”zeg ik rustig. Raven knikt even en Rippertjip grinnikt. Sospespian knikt kort en begint meteen allerlei verontschuldigingen te roepen. Moehaha hij is bang dat ze hem verscheurt. Raven gaat op mijn schoot zitten en keurt Sospespian geen blik meer waardig. “Goed, ik neem aan dat jullie vannacht in het kasteel overnachten?” vraagt Sospespian na een lange stilte. Raven kijkt mij aan en haar ogen spreken boekdelen. “Voor vannacht blijven we hier, morgen regelen we een huisje hier in de buurt. Vandaar uit kunnen we de bruiloft regelen.”zeg ik kalm.
Sospespian staat op en kijkt ons aan. “Zal ik jullie dan naar jullie kamers begeleiden?” vraagt hij kalm. Raven staat op en trekt mij omhoog. “Dat is niet nodig, ik ken het kasteel door en door.”zegt Raven kalm. Sospespian knikt en verlaat de zaal. Raven en ik lopen achter hem aan. Hij loopt de trappen op en gaat een deur door, na gemeld te hebben dat hij daar slaapt. “Ik neem geen risico`s we nemen de trappen helemaal omhoog.”zegt ze, zodat Sospespian het gehoord moet hebben. Raven en ik lopen de trappen op helemaal naar boven. We gaan een toren kamer in, er staat een bed en een kast. Ze opent de kast en stapt naar binnen. Ik volg haar en niet veel later staan we in een koude gang. Ze verzegelt de kast met een paar woorden en trekt mij dan mee verder de gang in. Na een tijdje lopen komen we aan in een grote ruime, de muren zijn zwart,net als het plafond. Er staat een groot tweepersoons bed in het midden. Er staat twee kleding kasten, twee bureaus en een paar banken. Alle meubels zijn zwart, alle stoffen zijn zwart, de kussens en het beddengoed is ook zwart. Als ik een kast open trek zie ik een heleboel rare kleding hangen. Onder in de kast staat rare schoenen, ik zie dat het mannen kleding is, maar wat voor kleding het is weet ik niet.
“Dat is de strijd kleding van Roran, hij en ik kwamen hier regelmatig. Ik ben de enige die weet hoe je hier moet komen. Roran lette of nooit op of hij was geblinddoekt.”zegt Raven kalm. Ze sluit de kast en laat de andere kast inhoud zien. Vrouwen kleding, en heel ingewikkeld. “Ik weet er hangt niet veel in, enkel een pakje.”zegt ze kalm. “Als ik dat aantrek kan ik mijn kleding steeds weer veranderen. Roran wilde dat niet.”zegt ze kalm. Ze trekt mij mee naar het bed en we gaan zitten. “Als ik zeker weet wat Sospespian van plan is, dan moeten we morgenochtend het bed in de torenkamer aan fladderen geschoten vinden.”zegt ze kalm. Mijn gezicht betrekt en ze kijkt mij aan. “Maak je maar geen zorgen, hij kent deze delen vast niet.”zegt ze gerust stellend. “Hopen we.”zeg ik zacht, de gedachte dat Sospespian ons hier vindt en ons wil vermoorden is angstaanjagend. We zijn beide uitgeput en kunnen ons niet echt goed verweren als we zo moe zijn. Ik kan het wel maar dan ben ik heel snel uitgeput. Hoe dat met Raven zit ,weet ik echt niet.
Aangekleed en al ga ik op het bed liggen, Raven nestelt zich naast me en niet veel later hoor ik dat ze slaapt. Dat hele bruiloft gedoe is niet moeilijk, ik vind haar echt heel erg leuk. Maar of zij mij ook leuk vindt, weet ik niet. Ik gaap even en zie dat Rippertjip en zijn muizen een goed plekje hebben gezocht op een vloerkleed. Een paar muizen staan bij de deur. Ik sluit mijn ogen en val vrij snel in slaap.
“Caspian, word wakker.”hoor ik Raven zeggen. Ik open mijn ogen en het eerste wat ik zie is Raven. Ze zit boven op mij en glimlacht even. “Ik moet je wat vertellen.”zeg ik gapend. “Dat je mij leuk vind?”vraagt Raven droog. Ik knik en kijk haar aan, de andere kunnen ook nooit hun mond houden. “Geeft net, ik vind jou ook leuk.”zegt ze zacht. Ze gaat van me af, en meteen zit Rippertjip weer boven op haar en zitten de andere muizen in de zak van haar jurk en onder het stuk stof over haar jurk heen. Ik kom overeind en zo stil mogelijk gaan we de gang in. Niet veel later staan we in de toren kamer. Wat Raven verwachte is gebeurd, het hele bed is aan fladderen geschoten. Raven wordt plots lijkbleek en zakt in elkaar. Ik vang haar op en Rippertjip begint luid te vloeken. Er klinken rennende voetstappen en de deur van de toren kamer word open gegooid. Een hijgende soldaat staat ons verbaasd aan te kijken.
“Wat is hier gebeurd?” vraagt hij verbaasd. “Weet je het dan niet? Je maten hebben in opdracht van Sospespian het bed aan stukken geschoten, in de hoop dat wij daar zouden liggen.”zeg ik bot. Ik leg Raven op de grond en probeer haar bij te brengen. Rippertjip is nog steeds luid aan het vloeken en de soldaat mompelt een verwensing. “Ik ben geen Telmarijn, prins Caspian. Ik was ooit een soldaat in het leger van de familie Estragon. Tot Sospespian kwam en alles verwoeste. Hij vermoorde de hele familie. De jonge prins en prinses wisten op een of andere manier te ontkomen. Ik weet dat Prins Roran veilig is en dat Prinses Raven bij u is. Maar omdat ze in een draak veranderde na dat ze was ontkomen, dachten de Telmarijnen dat ze de familie draak was. Ze wisten niet hoe ze een draak moesten doden en sloten haar op.”zegt de soldaat. “Hoeveel andere soldaten zijn er die liever niet doen wat Sospespian zegt?”vraag ik kalm.
Raven komt overeind en ik help haar opstaan. “Ongeveer de helft van zijn leger is een Alcasian. Ze willen allemaal liever naar de Narnianen maar het is moeilijk om een half leger weg te smokkelen. Nu ze weten dat Prinses Raven en Prins Roran Estragon nog leven willen ze nog sneller weg dan mogelijk. Ze willen allemaal Prines Raven en Prins Roran dienen.”zegt de soldaat zacht. Raven knikt even en de soldaat gaat ons voor naar beneden. In de eetzaal loopt hij snel naar Sospespian. Ik gooi de deur open en Raven houd zich stevig aan mij vast. “Dat is een hele laffe streek, Sospespian. Mijn verloofde had zoiets wel verwacht, en we zijn op tijd weg gegaan.”zeg ik kalm. “Aangezien u het niet op een vriendelijke manier wil doen, keren wij vandaan nog terug naar de Narniers om ze om vergeving te vragen. En ik kan u verzekeren ons leger is driemaal groter dan die van u.”zeg ik kalm.
Sospespian staat op en begint luid om zijn soldaten te roepen. De soldaat van net, die ons alles uitlegde komt aangerend. Achter hem aan rennen alle soldaten die eens de Estragon familie diende. “Neem ze gevangen.”dondert Sospespian. Ik schud even mijn hoofd en twee soldaten komen aangerend met Fire en Dark. Ik klim op Dark en zet Raven voor mij. De soldaat die Guk heet klimt op Fire. We galopperen naar buiten. Alle Alcasiaanse soldaten klimmen op een paard en we rijden er van door. Na een flinke tijd rijden steken we de brug over. Een maal veilig in het bos vormen de soldaten een beschermende groep rond om mij en Raven. Raven mompelt iets, en alle soldaten dragen zwarte harnassen met een zilveren riem om hun middel waar twee zwaarden aan hangen. Op elk harnas is aan de voorkant een zilveren draak te zien en aan de achterkant een wolf. Hun schildenhangen op hun rug en op die schilden staat een draak en een wolf afgebeeld.
Als de zon langzaam onder gaat houden we halt. Ik stijg af en til Raven van Dark af. Guk bind de paarden aan een boom en helpt de andere soldaten hetzelfde te doen. “Guk jij kent iedereen goed, jij hebt de leiding over ze. Laat een klein groepje wat hout sprokkelen, we blijven hier voor een paar uur.”zeg ik kalm. Guk knikt en wijst wat mannen aan, die meteen weglopen. Ik leg Raven op een kleed, die Guk heeft neergelegd en ga naast haar zitten. Na een half uur komen de mannen terug, ze dragen een grote stapel hout en gooien dat neer. Guk maakt een vuur, en al snel zit iedereen op de grond. Met een kom soep voor zijn neus. Een zacht gekreun laat iedereen omhoog schieten. Raven komt overeind en kijkt rond, ze trekt een zuur gezicht en Rippertjip komt aangerend. Hij klimt meteen boven op haar schouder en trekt een edel gezicht.
“Gaat het weer?” vraag ik zacht. Raven knikt en Guk geeft haar een kom soep, ze giet de inhoud naar binnen en grinnikt. “Sospespian is vast niet blij, zijn halve leger zit gezellig hier.”zegt ze droog. “Ach ja we staan nu aan uw kant Uwe majesteit.”zegt Guk met een buiging. Raven grinnikt en gaat wat rechter zitten. “Hebben ze al geslapen?” vraagt ze zacht aan mij. “Nee, we zitten hier net een uur.”zeg ik kalm. “Oke, ik stel voor dat we allemaal wat gaan slapen, de muizen en ik houden de wacht.”zegt Raven kalm. De soldaten staan op en zoeken een plekje, ze gaan liggen en de meeste liggen vrijwel meteen te snurken. Guk staart Raven aan alsof ze een dansende koe is. “Moet u niet slapen Uwe majesteit?” vraagt hij kalm. “Heb ik net gedaan.”zegt Raven droog. Guk knikt en loopt naar een boom, hij gaat liggen en valt in slaap. Ik zak onderuit en gaap even, niet veel later slaap ik.
“Shit! Opstaan iedereen snel.”hoor ik iemand roepen. Ik schiet overeind en zie alle soldaten opstaan. Ik kijk naast me en zie dat Raven er niet meer is. Ik kijk naar Guk die naar een hoopje deken wijst. Rippertjip komt aangelopen en springt op mijn hand. “Raven is aangevallen, door een onbekend moordlustig beest. Ze heeft hem gedood, dat wel. Maar zelf is ze…”begint Rippertjip. “Nou, ja kijkt u zelf maar.”zegt de muis zacht. Ik loop naar de bundel deken toe en sla hem een stukje weg. Raven ziet lijkbleek, lange krassen lopen over haar gezicht, bloed sijpelt uit een kleine wond op haar hoofd. Ik trek de deken weg en til haar op. Haar hele jurk is gescheurd en zit onder het bloed. Ik zet haar op Dark en klim erop. Rippertjip houd zich stevig aan mij vast.
Als iedereen op een paard zit rijden we snel verder. Het is nog donker en als flink door rijden zijn we er tegen de ochtend. Na een tijdje hoor ik een paar soldaten achter ons hard vloeken. “Godver, laat los vies beest.” Ik kijk niet om en even later komt Guk naast mij rijden. “Alles in orde achteraan?” vraag ik zacht. “Ja, Mincus is er niet best aan toe, hij had net mot met een grote kat, een wilde.”zegt Guk zacht. “Juk heeft hem nu achterop zijn paard, die van Mincus is morsdood.”zegt Guk en hij gaat weer achteraan rijden. Ik vraag Dark zo snel te rijden als hij kan. De andere paarden volgen zijn voorbeeld. Drie uur laten, is het 5 uur in ochtend. We rijden het bos uit en gaan meteen richting het kasteel. Meteen hoor ik de alarm klok luiden. Dwergen en Centauren komen aangerend. “Telmarijnen!”hoor ik ze roepen. “Stop, niet aanvallen.”roep ik. Ik laat Dark halt houden en stijg af. Ik til Raven ervan af en Rippertjip haast zich het kasteel in. “Koning Caspian, alles is mis gegaan zeker?” vraagt een dwerg.
“Ja, maar deze soldaten horen nu aan onze kant. Ze diende ooit Raven`s familie en dat willen ze nu weer doen.”zeg ik kalm. De dwerg knikt en lijdt ons naar binnen. Een bezorgde Peter, Selena, Bella, Edmund, Lucy, Susan en Roran komen naar beneden gerend. Ik leg uit wat er is gebeurd en ze knikken. Dan snakt Roran plot naar adem, hij klapt dubbel en schreeuwt luid. Raven opent haar ogen en kreunt zacht. Ik zet haar op de grond en ze kreunt even. “Rot beest.”zegt ze gedempt vloekend. Dan valt het haar op dat Roran kermend voor over gebogen staat. Ze uit een luide vloek en grijpt hem stevig vast. Ze opent haar mond en er komende sissende geluiden uit. “Ze spreekt slangen taal?”vraagt Peter verbaasd. Ik knik en Raven begint tegen ons te schreeuwen. “Ga naar jullie kamers, sluit de deuren en ramen stevig. Laat Roran of mij er niet in, tot hij normaal is.” Ik knik en ren met de andere naar boven.
Reageer (2)
OMG OMG OMG SPANNEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEND
1 decennium geledenJIJ GAAT VERDEEEER!! ö
Gill (: RUBYx dus
oke oke wat gebeurt er nuuuuu:O
1 decennium geledenverder plzzzzzz(A)