Part Two
Voor hem stond Ceria, maar ze was haast onherkenbaar.
Natuurlijk was ze ouder geworden, langer en had haar lichaam meer vrouwelijke vormen gekregen.
Maar haar gezicht was Ceria niet meer. Ze was uitgemergeld en hij kon de aderen zien doorschemeren in haar dunne, lijkbleke huid. De kleding om haar dunne lichaam was kletsnat, net als haar haar, dat in woeste, natte slierten om haar gezicht en op haar smalle schouders plakte.
Het ergste waren nog haar ogen die ooit mooi zeeblauw waren, maar nu een griezelig heldere, ijsblauwe kleur hadden, waarmee ze hem koud aankeek.
Haar jukbeenderen staken ver uit in haar smalle gezicht en benadrukten nog eens griezelig goed hoe mager ze was.
Haar volle, droge lippen bewogen, toen ze met een lage, schorre stem begon te praten.
“Leuk je te zien, Daniël.” Ze glimlachte naar hem, maar die koude ogen lachten niet mee. Hij kreeg er rillingen van. Hij wilde iets zeggen, maar kreeg geen woord over zijn lippen?
Wie was dit? Waar was de echte Ceria? Het vrolijke, lieve meisje waar iedereen altijd zo dol op was…
“Het dorp…” wist hij eindelijk uit te brengen. “Wat is er gebeurd?”
Ceria glimlachte opnieuw, maar weer lachten haar ogen niet mee.
“Vampiers.”
Hij was met stomheid geslagen. Vampiers bestonden toch niet? Was ze soms gek geworden?
Voor hij iets kon zeggen, ging ze alweer verder.
“Een half jaar geleden kwamen ze hier. Ze moordden het hele dorp uit, maar ze lieten de lijken liggen. Toen ik terugkwam van het wandelen, waren ze er nog. Helaas lieten ze mij met rust, maar vertrokken weer. Ik herkende de beten meteen in de halzen van mijn familie. Twee dagen en twee nachten heb ik gehuild. Daarna gooide ik alles op een stapel en stak ze in de brand. Wat moest ik anders? Sindsdien ben ik hier alleen.”
Ze glimlachte weer zo eng en wachtte af tot hij iets zou zeggen.
Maar hij kreeg het niet voor elkaar, zijn keel was kurkdroog. Afschuw en medelijden streden om voorrang. Afschuw om wat ze met de doden gedaan had en om hoe ze gestorven waren. Medelijden om wat ze had moeten doorstaan en om wat ze had moeten doorstaan.
“Maar hoe kan het… dat je nog leeft?” vroeg hij.
“Reizigers,” antwoordde ze. Hij knikte. Natuurlijk, dat was logisch. Dat soort mensen wilden vast wel een beetje eten en drinken afstaan aan een arm, jong meisje in een dorp waar verder iedereen dood was.
Opeens schudde ze haar hoofd. “Je hoeft geen medelijden te voelen, Daniël. Het is zoals het is. Ga naar huis en vergeet wat er gebeurd is. Vergeet mij.”
Met een ruk draaide ze zich om en verdween tussen de vervallen huizen. Hij wilde haar achternalopen, haar nog zoveel vragen… maar hij besefte nu pas dat ze altijd al zo geweest was. Ceria was niet iemand die lang bij je bleef.
Langzaam draaide hij zich om en begon weg te lopen.
Reageer (1)
thx da je mij vermeldde super lief van alst aan mij lag ad ik jn meerdere maal gekudoöt tja da kan dus ni
1 decennium geledenOgarme ceria da die da eft meegemaakt.
Snel verder