GM - 32
Ondertussen had de schout het bevel gegeven tot de ondervraging van Teuffel. De wachters liepen naar zijn cel. Daar wachtte hen echter een grote verassing. De touwen waarmee ze Teuffel hadden vastgebonden lagen er nog, volledig intact en alle knopen er nog in. Tussen de touwen lag een hoopje as. Teuffel zelf was echter verdwenen.
Die avond gingen een paar gewapende mannen naar Rudolfs cel. De slager rende achter hen aan om hen tegen te houden. Amorcita had immers verklaard dat Rudolf geen monster meer was, het had dus ook geen zin om gewapend te wachten op zijn verandering, om hem vervolgens meteen te doden.
“Laat het vader”, zei Rudolf uiterlijk kalm. “Er zal niets gebeuren, ik ben geen weerwolf meer. En als ik het nog wel zou zijn wil ik zo niet verder leven.” Plots voelde de slager een hand op zijn schouder, verbaasd draaide hij zich om.
“Het komt goed”, beloofde Amorcita. Met tegenzin stopte de slager met protesteren.
Reageer (2)
egt super van amorcita
1 decennium geledentis bijna gdaan:(
snelverder
snelverderjijx
1 decennium geleden