GM - 28
Teuffel sloop Rudolfs cel binnen.
“Wat moet je?”, riep Rudolf kwaad, terwijl hij rechtsprong. Teuffel haalde een mes tevoorschijn.
“Je weet te veel”, siste hij.
“Dat is jouw schuld”, reageerde Rudolf. Teuffel vloog kwaad op Rudolf af. Rudolf slaagde er echter in het mes uit zijn hand te rukken. Gelukkig was hij een ervaren worstelaar. Na een tijd hield hij Teuffel in een houdgreep en riep om hulp. Het duurde niet lang voor enkele mannen de cel in stormden. Ze vertrouwden hem blijkbaar nog steeds niet en waren constant in de buurt.
“Wat heeft dit te betekenen?”, vroeg een wachter.
“Hij was het”, siste Rudolf. “Hij was medeplichtig.” Onmiddellijk werd Teuffel in de boeien geslagen.
Een paar uur later kwamen ze Rudolf halen. Stevig vastgebonden voerden ze hem mee naar het plein. Het hele dorp was er. Rudolf werd op het podium gevoerd. Op het podium stonden de bakker, de slager en de vader van Hilleken. Het was duidelijk dat die laatste gehuild had. Naast het podium stond een galg. Rudolf slikte angstig toen hij die opmerkte. De schout beklom het podium.
“Rudolf, je bent een weerwolf. Je wordt er van beschuldigd medeplichtig te zijn aan de ontvoeringen en moorden die de laatste dagen in het dorp hebben plaats gevonden. Wat heb je daar op te zeggen?”
“Ik heb dit niet gewild. Ik wilde ingrijpen, maar ik kon niet.”
“Kan je dat bewijzen?”
“Laat me mijn verhaal vertellen”, zei Rudolf. De schout knikte en Rudolf begon te vertellen:
Reageer (3)
please post ee hoofdstuk vandaag om te hore wa rudolf te zegge eft
1 decennium geledenverder(K)
Snel verder!
1 decennium geledenomg snel verder I NEED TO HEAR IT
1 decennium geleden