GM - 25
De achtervolging faalde, de schim was ontsnapt en de mannen keerden verslagen terug. Op dat moment schoot Rudolf recht en gromde hij naar de mannen. Geschrokken grepen enkelen naar het touw dat nog steeds om zijn hals hing.
“Rudolf, rustig”, suste de slager, hoewel hij zelf achteruit deinsde. Amorcita kwam terug met de kleine jongen.
“Logisch dat hij gromde, de schim zit tussen jullie.” Onmiddellijk greep iedereen zijn wapens stevig vast en keek wantrouwend om zich heen. Amorcita durfde Teuffel niet te noemen. Hij stond gewapend tussen allemaal andere, onschuldige mensen. Dat werd een bloedbad. Geen enkele dorpeling wist wie het was.
“Waar is Elisabeth?”, jammerde de bakker.
“Daarvoor moeten we wachten tot morgenvroeg, vrees ik”, zei iemand anders.
“Ik wil niet wachten, leeft ze nog?”, wendde de bakker zich tot Rudolf. Die bewoog zijn kop op en neer.
“En Hilleken?”, vroeg haar vader. Rudolf verstarde. Dat zei genoeg. De man zakte verslagen in elkaar.
Reageer (3)
teuffel grrrrr jij wa het grrrrrrr
1 decennium geledenaaahhhh,
1 decennium geledenXxX
awwww
1 decennium geleden