GM - 24
Alle dorpelingen die niet al te zwaar gewond waren gingen rond Rudolf staan. Hij had zich nog steeds niet verroerd. Zijn vader en oom stonden tussen Rudolf en de dorpelingen in, die niet wisten wat ze met hem aan moesten. Er waren dorpelingen die hem wilden vermoorden, anderen twijfelden. De slager kon hen overtuigen te wachten tot de nacht voorbij was en Rudolf weer mens was.
“Maar we laten hem niet gaan”, gromde de bakker.
“Hij is misschien de enige die weet wat er met Elisabeth is gebeurd”, zei iemand. Daar moest de bakker zich bij neerleggen.
“Er moet nog iemand anders zijn,” zei Amorcita, “ik zag daarstraks nog een mens het bos in rennen. Hij droeg een zak met een kind bij zich.”
“Elisabeth!”, zei de bakker meteen.
“Nee, hij kwam uit het dorp”, zei Amorcita. Onmiddellijk startten ze een zoekactie. Iedereen had wel ergens een jong kind in de familie. Enkel de slager en nog drie anderen bleven bij Rudolf. Amorcita leidde hen naar de plaats waar ze de schim voor het laatst had gezien. Met vereende krachten vonden ze al snel zijn sporen terug. Met z’n allen zetten ze de achtervolging in. Het duurde een tijd voor ze hem vonden. Het had waarschijnlijk niet gelukt als hij vrij had kunnen lopen, en het kind niet moest meenemen. Hij liet het kind vallen en rende verder. De mannen gingen achter hem aan terwijl Amorcita zich om het kind bekommerde. Met een schok herkende ze het kind, het was de buurjongen. Het was wel duidelijk wie er achter zat, het was een val voor haar.
Reageer (3)
ik denk ook teufel!!
1 decennium geledenXxX
oja miss jken je me beter als tinaaax257
TEUFEL
1 decennium geledenoei wie snel verder
1 decennium geleden