Brieven - 97
“Hoi zusje”, zei ik zacht, toen ik Keylina’s kamer in ging. Ik liep naar haar toe en maakte haar handen los. Haar kamer was kleiner dan die van mij en mijn ouders, maar zij had dan ook weer wel een badkamer voor zich alleen.
“Ik heb kou”, zei Keylina zacht.
“In de kast hangen warme kleren, die mag je gebruiken zo veel je wilt”, wees ik. Keylina opende de kast.
“Enkel van de waterstam dus”, zei ze zacht. Ze haalde er een warme grijze kamerjas uit en trok die aan. “Ik kleed me straks wel verder om.”
“Gaat het wel?”, vroeg ik haar.
“Och Lizzie, het is allemaal zo veel ineens. Ik kom naar hier in de veronderstelling dat ik prinses Azulena ben en jullie mijn voorstel bijna niet kunnen weigeren, en dan nemen jullie me gevangen, en dan vertel je me zomaar dat ik niet ben wie ik dacht te zijn. Om me vervolgens weer van mijn echte ouders weg te halen en opnieuw op te sluiten.”
“Ik begrijp het”, zei ik zacht. “Maar we hadden nu eenmaal geen andere keuze. Ik heb hier ook nog andere verplichtingen.”
“Je bent hier belangrijk hé?”
“Best wel”, glimlachte ik. “Eerlijk gezegd, als prins Sokka er zou zijn, zou ik misschien nog belangrijker zijn dan hij.”
“En in de vuurnatie was je maar gewoon een simpele soldaat”, merkte Keylina hoofdschuddend op.
“Dat kan je niet vergelijken”, zei ik.
“Misschien…”, gaf Keylina toe. “Prins Sokka is meegenomen hé, net als de andere watermeesters?”
“Ja”, knikte ik.
“Maar… Je zei daarstraks dat Yue je wel zou oplappen als ik je verwondde, maar dat zou dan toch doen door watersturing? Dus…”
“Betrapt”, glimlachte ik. “Ja, Yue is ook een watermeester, maar de vuurheer weet dat niet.”
“Je hebt wel over meer zaken gelogen hé?”
“Ja”, knikte ik. “Het is oorlog, dan is eerlijk zijn niet in ieder geval de beste optie, hoewel ik in principe niet graag lieg.”
“Lizzie, weet je wie de avatar is?”, vroeg Keylina aarzelend.
“Ja”, zei ik, “maar ik ben niet van plan je te vertellen wie het is. Nog niet.”
“Oké”, zuchtte ze. Ik glimlachte.
“Het zal nu wel in orde komen”, beloofde ik.
“Maar hoe kan ik mama en papa leren kennen als je ons apart opsluit?”, vroeg Keylina.
“Ik zal proberen jullie zo vaak mogelijk bij elkaar te zetten”, beloofde ik. Ik stond op. “Ik moet gaan, zusje.”
“Zie ik je straks nog?”, vroeg ze. Er klonk een tikkeltje angst door in haar stem.
“Natuurlijk”, beloofde ik. “We eten vanavond met z’n vieren. Jij, ik, en mama en papa. Maar als ik kan kom ik eerder ook nog wel even langs.”
“Oké”, knikte Keylina.
“Tot straks”, glimlachte ik, en ik liep haar kamer uit.
Reageer (4)
4 ma da telt wss ni meer...
1 decennium geledensnel door (alweer)
1 decennium geledenSnel verder!
1 decennium geledensnel verder <3
1 decennium geleden